-
1 marital
adj. echtelijk, huwelijks-[ mæritl]♦voorbeelden:marital rape • verkrachting binnen het huwelijkmarital status • burgerlijke staat -
2 matrimonial
adj. huwelijks-[ mætrimmooniəl]♦voorbeelden: -
3 break up
eindigen van vrienden relatie, uit elkaar gaan; uit elkaar halenbreak up1 uit elkaar vallen 〈 van ding〉 ⇒ in stukken breken; 〈 figuurlijk〉 ten einde komen; ontbonden worden 〈 van vergadering〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:4 break it up! • hou ermee op! -
4 bridal
-
5 conjugal
-
6 connubial
-
7 going-away
going-away♦voorbeelden: -
8 hand
adj. handig, v.d. hand--------n. hand; handschrift; wijzer; 4 inch; kaarten i.d. hand van kaartspeler; arbeider; matroos--------v. aanreiken, doorgeven, geven; helpenhand1[ hænd]1 hand2 voorpoot3 arbeider ⇒ werkman; bemanningslid9 kant ⇒ zijde, richting♦voorbeelden:with bare hands • met de blote handchange hands • van hand verwisselenhold/join hands • (elkaar) de hand gevenread a person's hand • iemand de hand lezenshake someone's hand, shake hands with someone • iemand de hand drukken/geven/schuddenwring one's hands • ten einde raad zijnhands off! • bemoei je er niet mee!hands up! • handen omhoog!close/near at hand • heel dichtbijgo from hand to hand • van hand tot hand gaanAjax has a game in hand • Ajax heeft een wedstrijd minder gespeeldhand in hand • hand in handmake/earn money hand over fist • geld als water verdienenall hands on deck! • alle hens aan dek!be a poor hand at something • geen slag van iets hebbenhave a good/bad/poor hand • goeie/slechte kaarten hebbenoverplay one's hand • te veel wagen, te ver gaanplay into someone's hands • iemand in de kaart spelenshow/reveal one's hand • zijn kaarten op tafel leggenunderplay one's hand • niet het achterste van zijn tong laten zienon the one/other hand • aan de ene/andere kantwait on/serve someone hand and foot • iemand op zijn wenken bedienenbe hand in/and glove with someone • dikke vrienden zijn met iemandthey are hand in glove • ze zijn twee handen op één buikput one's hand in one's pocket • dokkenhave one's hand in the till • de kas lichter makennever do a hand's turn • nooit een vinger uitstekenbe/go hand in hand • samengaanhe has bitten the hand that fed him • hij bevuilde het eigen nestnot do a hand's turn, not lift a hand • geen hand uitstekenforce someone's hand • iemand tot handelen dwingengrease/oil someone's hand • iemand omkopenkeep your hands off! • hou je handen thuis!lay/put one's hand on • de hand weten te leggen oplift/raise a/one's hand to/against someone • iemand bedreigensit on one's hands • niets doenstrengthen one's hand • zijn positie verbeterentake/carry one's life in one's hands • zijn leven riskerenthrow in one's hand • zich gewonnen geventhrow up one's hands, throw one's hands up in the air • het opgevenmy hands are tied • ik ben machteloostip one's hand • zich in de kaart laten kijkenturn/set/put one's hand to something • iets ondernemen〈 eufemistisch〉 where can I wash my hands? • waar is het toilet?wash one's hands of something • zijn handen van iets aftrekkenwin hands down • op één been winnenat the hands of someone, at someone's hands • van(wege)/door iemandsuffer at someone's hands • onder iemands handen lijdenbring up a kitten by hand • een katje met de fles grootbrengenlive from hand to mouth • van de hand in de tand levenhave money in hand • geld ter beschikking hebbencash in hand • contanten in kasthe work is well in hand • het werk schiet goed opwe have plenty of time in hand • we hebben nog tijd genoegthe matter in hand • de lopende zaakhold oneself in hand • zich beheersenbe on hand • beschikbaar zijnrefuse something out of hand • iets botweg weigerenhave someone eating out of one's hand • iemand volledig in zijn macht hebbento hand • bij de hand, dichtbijready to hand • kant-en-klaarcome to hand • in het bezit komenyour letter is to hand • uw brief is aangekomena hand-to-mouth existence • een leven van dag tot dag; 〈 ongeveer〉te veel om dood te gaan, te weinig om van te levenwith one hand (tied) behind one's back • zonder enige moeite(at) first/second hand • uit de eerste/tweede hand2 hulp ⇒ steun, bijstand3 controle ⇒ beheersing, bedwang♦voorbeelden:write a legible hand • een leesbaar handschrift hebbengiven under his hand and seal • door hem eigenhandig geschreven en bezegeld3 have/take the situation well in hand • de toestand goed in handen hebben/nementake in hand • onder handen nemenget out of hand • uit de hand lopenhere's my hand (up)on it! • mijn hand erop!win a woman's hand • de liefde van een vrouw winnentake a hand (in) • een rol spelen (in)he died by his own hand • hij sloeg de hand aan zichzelfget one's hand in at something • iets onder de knie krijgenhave/keep one's hand in • in oefening blijven, bijhouden→ upper upper/1 macht ⇒ beschikking, gezag♦voorbeelden:change hands • in andere handen overgaan/van eigenaar veranderenput/lay (one's) hands on something • de hand leggen op ietsthe matter is completely in your hands now • u hebt de zaak nu volledig in eigen handthe matter is in the hands of the police • de zaak is in handen van de politiethe children are off my hands • de kinderen zijn de deur uittake something off/out of someone's hands • iemand iets uit handen nemenhave something on one's hands • verantwoordelijkheid dragen voor ietshave time on one's hands • tijd zat hebben————————hand2〈 werkwoord〉1 overhandigen ⇒ aanreiken, (aan)geven2 helpen ⇒ een handje helpen, (ge)leiden♦voorbeelden:hand back • teruggevenhand round • ronddelen2 hand someone into/out of a bus • iemand een bus in/uithelpen -
9 intention
-
10 married
-
11 mate
n. maté, Zuid-Amerikaanse boom, die eeuwig groen is, gecultiveerd voor zijn bladeren die gebruikt worden voor maken van thee; Paraquaanse thee, drank gemaakt door het trekken van bladeren van de matéboom in heet water--------n. vriend, maat; huwelijkspartner; partner; stuurman; mat (schaak-)--------v. paren; koppelen; voortplanten; mat zetten (in schaken)mate1[ meet]4 stuurman1 mat————————mate21 paren ⇒ huwen; zich voortplanten2 〈 techniek, technologie〉aan(een)/bij/in elkaar passenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
12 nuptial
-
13 partner
n. partner, compagnon--------v. partner zijnpartner1[ pa:tnə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:silent/sleeping partner • stille vennoot————————partner2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 partner up with someone • met iemand een koppel/team vormen -
14 wedded
adj. getrouwd, gehuwd; gepaard, gekoppeld aan[ weddid]3 verslingerd ⇒ verknocht, getrouwd♦voorbeelden:2 wedded husband/wife • wettige echtgenoot/echtgenote3 wedded to his job • getrouwd met/verslingerd aan zijn werk -
15 affinal
adj. van het huwelijk, huwelijks- -
16 hymeneal
adj. mbt huwelijkslied; huwelijks- -
17 nuptially
adv. huwelijks-, bruilofts- -
18 prematrimonial
adj. van voor het huwelijk; voor-huwelijks- -
19 with this ring I thee wed
met dit verenig ik U (wordt gezegd bij een huwelijks plechtigheid)
См. также в других словарях:
George Alexander Wilken — (* 13. März 1847 in Menado (Minahassa) auf Celebes; † 28. August 1891 in Leiden) war ein niederländischer Kolonialbeamter und Ethnologe. Er machte sich um die Erforschung der malaiischen Völkerschaften des Indischen Archipels verdient. Werke Über … Deutsch Wikipedia
Peter Bronkhorst — (* 15. Januar 1946 in Amsterdam; † 2. November 2007 in Amsterdam) war ein niederländischer Aktivist und beteiligt am Beginn der Provo Bewegung. Inhaltsverzeichnis 1 Leben und Wirken 2 Literatur 3 Weblinks … Deutsch Wikipedia
Isaac Titsingh — est un chirurgien, négociant et ambassadeur néerlandais né le 10 janvier 1745 à Amsterdam et mort le 2 février 1812 à Paris. Sommaire 1 Biographie 2 Publications 3 … Wikipédia en Français
Wilken — Wilken, 1) Friedrich, Historiker, geb. 23. Mai 1777 in Ratzeburg, gest. 24. Dez. 1840 in Berlin, studierte Theologie, dann klassische und orientalische Philologie und Geschichte, ward 1800 Repetent der theologischen Fakultät in Göttingen, 1803… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Cornelis Valckenier — Das Stadthaus von Cornelis Valckenier am Kloveniersburgwal Cornelis Valckenier (* 19. März 1640 in Amsterdam; † 18. März 1700 ebendort) war ein Amsterdamer Regent und einer der ersten Direktoren der Sozietät von Suriname. Cornelis Valckenier… … Deutsch Wikipedia