-
1 condition
condition [kõdiesjõ]〈v.〉3 toestand ⇒ conditie, vorm4 lot ⇒ gesteldheid, toestand5 stand ⇒ rang, klasse, afkomst♦voorbeelden:dicter, (im)poser ses conditions • zijn voorwaarden opleggen, stellenà condition de 〈+ onbepaalde wijs〉, à condition que 〈+ aanvoegende wijs〉, à la condition que 〈+ toekomende tijd of aanvoegende wijs〉 • op voorwaarde datdans ces conditions • in dat gevalse rendre sans condition • zich onvoorwaardelijk overgevensous condition • voorwaardelijk, onder voorbehoud3 être en (bonne) condition pour • goed voorbereid zijn om, een goede kans maken om〈 figuurlijk〉 mettre en condition • conditioneren, beïnvloeden, in een bepaalde toestand brengen1. f1) voorwaarde, eis2) toestand, conditie, gesteldheid3) stand, rang, afkomst2. conditionsf pl -
2 состояние
toestand, gesteldheid ; bezit, vermogen, fortuin -
3 положение
n -
4 состояние
ngener. conditie, fortuin, positie, staat, gemoedsgesteldheid, gemoedstoestand, gesteldheid, middel, stand, stelling, toestand, vermogen -
5 структура
n1) gener. gesteldheid (почвы и т.п.), maaksel, bestel (God's bestel - Áîæèé ïðîìûñåô), samenstel, structuur2) anat. ordening -
6 constitution
n. grondwet; lichamelijke staat; samenstelling; installatie; constellatie[ konstitjoe:sjn]1 grondwet ⇒ constitutie, staatsinstelling/regeling2 constitutie ⇒ conditie, (lichamelijke/geestelijke) gesteldheid3 constructie ⇒ opbouw, structuur4 constitutie ⇒ in/aanstelling, vestiging♦voorbeelden: -
7 nick
n. snee; kerf; staat; bajes (slang)--------v. snijden; kerven; stelen; afzetten (slang)nick1[ nik]♦voorbeelden:1 gesteldheid ⇒ staat, vorm♦voorbeelden:1 in bad/poor nick • er slecht/belazerd aan toein good nick • in prima conditie————————nick2〈 werkwoord〉1 inkepen/kerven ⇒ kartelen, krassen -
8 psychological warfare
psychologische oorlogvoering (oorlogvoering inclusief gebruik van middelen die op geestelijke gesteldheid van de vijand werkt) -
9 trim
adj. netjes--------n. gesteldheid, toestand; toe- uitrusting; tooi, kostuum--------v. in orde brengen, (bij)knippen; afknippen, besnoeientrim1[ trim]♦voorbeelden:————————trim2〈bijvoeglijk naamwoord; trimmer〉♦voorbeelden:————————trim3〈werkwoord; trimmed〉1 in orde brengen ⇒ net(jes) maken; (bij)knippen♦voorbeelden:1 trim someone's hair • iemands haar bijpunten/bijknippen -
10 complément
complément [kõpleemã]〈m.〉1 aanvulling ⇒ toevoeging, completering♦voorbeelden:le complément d'une somme • het resterende bedrag van een somcomplément de circonstance • bijwoordelijke bepalingcomplément d'objet direct • lijdend voorwerpcomplément d'objet indirect • meewerkend voorwerpm1) aanvulling, toevoeging2) bepaling van gesteldheid [taalkunde] -
11 constitution
constitution [kõstietuusjõ]〈v.〉1 samenstelling ⇒ inrichting, structuur, (op)bouw2 oprichting ⇒ stichting, vorming3 benoeming ⇒ aanstelling, aanwijzing4 gestel ⇒ (lichamelijke) gesteldheid, constitutie♦voorbeelden:f1) samenstelling, (op)bouw2) oprichting, stichting3) benoeming, aanstelling4) gestel(dheid), constitutie [lichaam]5) grondwet7) vastzetting [geld] -
12 état
état [eetaa]〈m.〉2 staat ⇒ lijst, register3 stand ⇒ status, positie♦voorbeelden:état d'âme • gemoedstoestandétat d'esprit • geestesgesteldheidétat de fait • feitelijke situatiel'état de la maison • de staat waarin het huis verkeertétat de santé • gezondheidstoestandétat de siège • staat van belegétat actuel de la science • huidige stand van de wetenschapl'état général • de algehele toestandson état général • zijn algehele gesteldheidla réalité à l'état brut • de naakte werkelijkheiddans cet état de choses • in die omstandighedenêtre dans l'état de nature • naakt zijnêtre dans tous ses états • in alle staten zijnêtre dans un état second • in een droomtoestand verkerenêtre en état de • in staat zijn omen état de guerre • in staat van oorlogen bon état • in goede staatmettre en état • gereedmakenremettre en état • herstellenlaisser en l'état • in de oude staat latenun appareil en état • een apparaat in goede staaten état d'ivresse • in staat van dronkenschapen tout état de cause • in ieder gevalêtre hors d' état de • niet in staat zijn ommettre qn. hors d' état de nuire • iemand onschadelijk makenétat de service • staat van dienstétat civil • burgerlijke standprocéder à un état de l'inventaire • inventaris opmakenil est avocat de son état • hij is van beroep advocaatfaire état de • zich baseren op, melding, gewag maken van1. m1) staat, toestand2) staat, lijst, overzicht3) stand, status, positie2. mstaat, rijk -
13 qualité
qualité [kaalietee]〈v.〉1 kwaliteit ⇒ hoedanigheid, gesteldheid2 eigenschap ⇒ functie, bevoegdheid3 kwaliteit ⇒ waarde, (het) goede♦voorbeelden:2 homme de qualité • man van aanzien, van standnom, prénom et qualité • naam, voornaam en functieavoir qualité pour • bevoegd zijn te3 de qualité • kwaliteits-, uitstekendf1) kwaliteit2) eigenschap3) bevoegdheid4) sociale rang5) waarde, (het) goede -
14 son état général
son état général -
15 benägenhet
1) wilsbeschikking2) gesteldheid -
16 riktning
1) richting2) gesteldheid3) koers4) richtlijn -
17 tendens
1) aanleg2) gesteldheid3) wilsbeschikking -
18 Beschaffenheit
-
19 Bewandtnis
Bewandtnis〈v.; Bewandtnis, Bewandtnisse〉♦voorbeelden:1 damit hatte es, das hatte folgende Bewandtnis • dat zat zo, het was er zo mee gesteld -
20 Gemütszustand
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Gualtherus van Doeveren — (auch: Wolther van Doeveren, Wouter van Doeveren; * 16. November 1730 in Philippine, † 31. Dezember 1783 in Leiden) war ein niederländischer Mediziner. Leben Der Sohn des flandrischen Deichinspekt … Deutsch Wikipedia
Matthias Steevens van Geuns — Matthias Stevens van Geuns Matthias Steevens van Geuns (auch: Matthijs van Geuns; * 2. September 1735 in Groningen, † 8. Dezember 1817 in Utrecht) war ein niederländischer Mediziner und Botaniker … Deutsch Wikipedia
Johann August Just — Jan August Just Naissance vers 1750 Gröningen Prusse Décès décembre … Wikipédia en Français