-
1 gereserveerdheid
-
2 gereserveerdheid
сдержанность; скрытность* * *сущ.общ. необщительность, сдержанность, скрытность -
3 gereserveerdheid
n. reserve, reticence, aloofness -
4 froideur
-
5 stroefheid
1 [ruwheid] roughness, unevenness2 [het hortend lopen; ook figuurlijk] stiffness ⇒ awkwardness, roughness, 〈 het bijna vast zitten〉 tightness3 [met betrekking tot omgang] stiffness ⇒ staidness, 〈 onbeholpenheid〉 awkwardness, 〈 stugheid〉 sternness, 〈 gereserveerdheid〉 remoteness, 〈 gereserveerdheid〉 reserve, 〈terughoudendheid; informeel〉 stand-offishness -
6 необщительность
ngener. gereserveerdheid, geslotenheid, mensenschuwheid -
7 сдержанность
ngener. bedaardheid, discretie, gereserveerdheid, ingetogenheid, koelheid, koelte, terughoudendheid, terughouding, zelfbeheersing -
8 скрытность
ngener. gereserveerdheid, geslotenheid, (enige скрытность betrachten - проявить некоторую сдержанность) terughoudendheid, terughouding -
9 detachment
n. (het) afbreken; compagnie (mil.)[ ditætsjmənt] -
10 reserve
n. voorraad; reservedienst; reservaat; beheersing--------v. reserveren; bewaren; sparen, besparenreserve1[ rizzə:v]♦voorbeelden:1 have/keep something in reserve • iets in reserve hebben/houdenthe reserves • de reserve1 reserve ⇒ voorbehoud, bedenking2 gereserveerdheid ⇒ reserve, terughoudendheid♦voorbeelden:————————reserve2〈 werkwoord〉1 reserveren ⇒ achterhouden, in reserve houden♦voorbeelden:reserve for/to oneself the right to … • zich het recht voorbehouden om … -
11 restraint
n. zelfbeheersing, beheersing[ ristreent]1 terughoudendheid ⇒ gereserveerdheid, zelfbeheersing♦voorbeelden:without restraint • vrijelijk, in onbeperkte mate -
12 reticence
n. geslotenheid, stilzwijgendheid, verzwijging[ rettisns] -
13 remoteness
n. afgelegenheid, veraf zijn, afstand; gereserveerdheid -
14 reservedness
n. gereserveerdheid, terughoudendheid -
15 undemonstrativeness
n. gereserveerdheid, geslotenheid, terughoudendheid -
16 réserve
réserve [reezerv]〈v.〉2 gereserveerdheid ⇒ terughoudendheid, ingetogenheid♦voorbeelden:vivres de réserve • reservevoorraad levensmiddelende réserve • apart gehouden, reserve-2 être, se tenir, demeurer sur la réserve • op z'n hoede zijn, blijvensous réserve d'erreur • fouten daargelatenfaire des réserves sur qc. • een slag om de arm houden m.b.t. iets1. f1) voorraad, reserve3) reservaat4) erfdeel2. réserve(s)f (pl) -
17 réservé
réserve [reezerv]〈v.〉2 gereserveerdheid ⇒ terughoudendheid, ingetogenheid♦voorbeelden:vivres de réserve • reservevoorraad levensmiddelende réserve • apart gehouden, reserve-2 être, se tenir, demeurer sur la réserve • op z'n hoede zijn, blijvensous réserve d'erreur • fouten daargelatenfaire des réserves sur qc. • een slag om de arm houden m.b.t. ietsadj2) terughoudend, ingetogen3) voorbehouden -
18 quant-à-soi
-
19 retenue
retenue [rətnuu]〈v.〉1 (het) afhouden 〈 van som geld〉 ⇒ (het) vasthouden 〈 van goederen door douane〉 ⇒ 〈 ook〉 (het) getal dat men onthoudt 〈 bij rekenkundige bewerkingen〉2 terughoudendheid ⇒ omzichtigheid, gereserveerdheid♦voorbeelden:retenue à la source • bronbelastingsans retenue • onbeheerst -
20 необщительность
ngener. gereserveerdheid, geslotenheid, mensenschuwheid
Страницы
- 1
- 2