-
1 murmur
-
2 murmuring
-
3 mutter
-
4 patter
n. gemompel; getrippel, geluid van voetstappen; gebabbel; slang--------v. snateren; kletterenpatter1[ pætə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:salesman's patter • verkoperstaaltje————————patter2〈 werkwoord〉1 ratelen2 kletsen -
5 rhubarb
n. rabarber (soort groente)[ roe:ba:b] -
6 slur
n. klad, smet, vlek; koppelboog; woorden inslikken; boog (in muziek)--------v. licht of losjes heenlopen over; laten ineenvloeien, onduidelijk uitspreken (v. letters in de uitspraak); verdoezelen; slepen (muz.)slur1[ slə:] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 gemompel♦voorbeelden:put a slur upon someone • iemands reputatie schaden————————slur2〈werkwoord; slurred〉♦voorbeelden: -
7 folderol
n. leeg gemompel, geprevel -
8 mussitation
n. beweging van lippen (zonder klank te horen; gemompel -
9 slurred
adj. gebrabbeld, onduidelijk gesproken; met gemompel gesproken; vloeiend gespeeld (Muziek)
См. также в других словарях:
Geiss — 1. Alte geyss lecket auch gern saltz. – Franck, II, 117a; Henisch, II, 1449; Lehmann, II, 27, 27; Eiselein, 202; Reinsberg I, 118; Kirchhofer, 277; Braun, I, 664; Mayer, I, 193; Simrock, 3201; Körte, 1860; für Aargau: Schweiz, II, 144, 5. It.: La … Deutsches Sprichwörter-Lexikon