-
121 option
n. keuze; mogelijkheid; optie; verkiezing[ opsjn]2 keus/keuze ⇒ alternatief, keuzemogelijkheid♦voorbeelden:1 buyer of an option • optant, premiegeverdealer in options • premiemakelaarterm of an option • optietermijn, premieperiodenaked option • ongedekte optiehave an option on • in optie hebben, de voorkeur hebben van2 keep/leave one's options open • (nog) geen definitieve keuze doen; 〈 ongeveer〉 zich op de vlakte houdenhave no option but to go • geen andere keus hebben dan te gaan -
122 optional
adj. verkiesbaar; mogelijkheid[ opsjnəl]1 keuze- ⇒ facultatief, vrij♦voorbeelden:render something optional • iets facultatief stellen -
123 options exchange
-
124 order
n. volgorde, orde; stand; bevel; bestelling--------v. ordenen; bestellen; bevelen; leidenorder1[ o:də]1 orde 〈 ook biologie, natuurkunde, wiskunde〉 ⇒ stand, rang, (sociale) klasse/laag; 〈 formeel〉 soort, aard2 (klooster/ridder)orde♦voorbeelden:clerical order • geestelijke stand/cleruspoetry of a high order • eersteklas poëzie〈 Brits-Engels〉 in/of/ 〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • in de orde (van grootte) van, ongeveer, om en (na)bij¶ 〈 Brits-Engels〉 an order to view • een bezichtigingsbriefje 〈 van makelaar gekregen, tot bezichtiging van huis〉take (holy) orders • (tot) priester (gewijd) worden〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • zoals, in de stijl van3 bestelling ⇒ order, levering(sopdracht)♦voorbeelden:make/issue an order • een bevel uitvaardigenobey orders • een bevel/bevelen gehoorzamen/opvolgentake one's orders from • zijn bevelen krijgen van/uitby order of • op bevel/in opdracht vanon doctor's orders • op doktersvoorschriftbe under orders to • bevel (gekregen) hebben teunder the orders of • onder bevel/aanvoering vanorder to pay • betalingsmandaatorder to transfer • (giro-)overschrijvingorder for payment • assignatie, betalingsopdrachtissue an order for the payment of • opdracht/order geven tot uitbetaling vancheque to order • cheque aan orderpayable to the order of • betaalbaar aan de order van3 two orders of French fries • twee porties friet/patatplace an order for something • iets bestellenbe on order • in bestelling/besteld zijn→ tall tall/1 (rang/volg)orde ⇒ op(een)volging2 ordelijke schikking/inrichting/toestand ⇒ orde(lijkheid), ordening; geregeldheid, netheid; 〈 leger〉 opstelling; stelsel, (maatschappij)structuur4 orde ⇒ tucht, gehoorzaamheid5 bedoeling ⇒ doel, intentie♦voorbeelden:in order of importance • volgens/in (volg)orde van belangrijkheidout of order • niet in/op volgordethe order of things • de orde der dingenin good order • piekfijn/netjes in ordeleave one's affairs in order • orde op zaken stellenput/set something in order • orde scheppen in ietsout of order • defect, buiten gebruik/werking3 Order! (Order!) • Tot de orde!rise to a point of order • een procedurekwestie stellencall someone to order • iemand tot de orde roepencall (a meeting) to order • een vergadering voor geopend verklaren〈 formeel〉 in order • in orde, in overeenstemming met de regels, geoorloofdbe out of order • buiten de orde/het reglement van orde gaan 〈 van spreker〉; (nog) niet aan de orde zijn 〈 van voorstel, zaak enz.〉keep order • de orde bewaren/handhavenin order to • om, teneinde————————order21 bevelen ⇒ het bevel hebben/voerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ordenen ⇒ in orde brengen, (rang)schikken2 (een) bevel/order/opdracht geven ⇒ het bevel geven (tot); verordenen, gelasten; verzoeken om; voorschrijven 〈 van dokter〉♦voorbeelden:order someone a month's rest • iemand een maand rust voorschrijvenhe ordered the troops to open fire • hij gaf de troepen bevel het vuur te openen¶ order someone about/around • iemand (steeds) commanderen/voortdurend de wet voorschrijvenorder home • naar huis/het vaderland (terug)sturenorder someone off • van/uit het veld sturen 〈 van scheidsrechter〉order round • laten komen/halen→ order out order out/ -
125 ordinary
adj. gewoon--------n. kerkelijk rechter; ordinaris (bv. aartsbisschop in een kerkprovincie)ordinary1[ o:dnrie] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈vaak meervoud; Brits-Engels; geldwezen〉 (gewoon) aandeel 〈in tegenstelling tot preferent/uitgesteld aandeel〉♦voorbeelden:physician in ordinary to Her Majesty • lijfarts van Hare Majesteitout of the ordinary • ongewoon, bijzonderthe ordinary • de gewone gang van zaken→ lord lord/————————ordinary2〈bijvoeglijk naamwoord; ordinariness〉1 gewoon ⇒ gebruikelijk, normaal, vertrouwd♦voorbeelden:ordinary seaman • (rang van) lichtmatroos, gemeen matroos2 the ordinary run of things • de doorsnee/middelmaat -
126 out-clearing
[ autkliəring] 〈Brits-Engels; geldwezen〉1 het verzenden van cheques/wissels (naar het clearinginstituut)2 (naar het clearinginstituut) te verzenden cheques/wissels -
127 panic
n. paniek; angst; schrik--------v. in paniek raken; verschrikkenpanic1[ pænik] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:to be at panic stations (over something) • (iets) overijld moeten doenget into a panic (about) • in paniek raken (over)————————panic2〈werkwoord; panicked〉1 in paniek raken/brengen ⇒ angstig worden/maken -
128 par
n. gelijke status of gelijk niveau; pari(koers)(:handel); standaard score voor elk gat op een golfterrein (Golf)par1[ pa:] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 gemiddelde/normale toestand4 〈 golf〉 par 〈maximum aantal slagen dat een goede speler onder normale omstandigheden nodig heeft om bal in hole te krijgen〉♦voorbeelden:1 be on/to a par (with) • gelijk zijn (aan), op één lijn staan (met)put (up)on a par • gelijkstellen, op één lijn stellenthe par value of these bonds is £100 • de nominale waarde van deze aandelen is honderd pondabove par • boven pari, boven de nominale waarde, met winstat par • op paribelow par • onder pari¶ par for the course • de gebruikelijke procedure, wat je kunt verwachten————————par2〈werkwoord; parred〉
Страницы