-
1 embarrassé
embarrassé [ãbaaraasee]1 verlegen2 verward ⇒ onbegrijpelijk, onduidelijk♦voorbeelden:être bien embarrassé pour répondre • niet weten wat te antwoordenadj1) verlegen2) verward, onduidelijk4) gehinderd [in zijn bewegingen] -
2 embarrasser
embarrasser [ãbaaraasee]2 hinderen ⇒ belemmeren, in de weg staan♦voorbeelden:2 verward raken ⇒ zich verstrikken (in), in de war raken♦voorbeelden:1. v2) hinderen, belemmeren2. s'embarrasserv3) meesjouwen, meenemen -
3 contrarié
contrarié [kõtraarjee]1 gedwarsboomd ⇒ tegengewerkt, gehinderd, bestreden2 ontstemd ⇒ boos, geërgerd -
4 ennuyé
-
5 il ne s'embarrasse pas de scrupules
il ne s'embarrasse pas de scrupulesDictionnaire français-néerlandais > il ne s'embarrasse pas de scrupules
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский