-
1 gedwee
obedesido, obedesidu -
2 docile
adj. gedwee, meegaand, volgzaam[ doosajl] 〈zelfstandig naamwoord: docility〉1 gedwee ⇒ meegaand, volgzaam, dociel♦voorbeelden: -
3 meek
-
4 docile
docile [dossiel]1 volgzaam ⇒ gedwee, meegaand♦voorbeelden:parler d'un ton docile • op een onderdanige toon sprekenadjgedwee, meegaand -
5 assouplir
assouplir [aasoeplier]1 soepel maken ⇒ zacht, buigzaam, lenig maken3 versoepelen ⇒ verzachten, afzwakken1 soepel worden ⇒ zacht, buigzaam, lenig worden -
6 мягкий
adjgener. koel (о красках, свете), mild, mollig (на ощупь), onvast, smeuïg, week, zacht, meluw, buigzaam, fluweelachtig, gedwee, gesuikerd (о словах и т.п.), goedig (по характеру), mals, murw, papperig, pappig, schappelijk, soepel, sopperig, teergevoelig, teerhartig, toegeeflijk, toegefelijk, toegevend, zoel (о погоде, ветре) -
7 податливый
-
8 покорный
adjgener. lankmoedig, gedwee, onderworpen, voeglijk, voegzaam, buigzaam, deemoedig, gehoorzaam, gelaten, gewillig, handelbaar, lijdzaam, nederig, onderdanig, tembaar -
9 послушный
adjgener. gewillig, willig, zoet, braaf, buigzaam, gedwee, gehoorzaam, gezeglijk, mak, onderdanig, tam, voeglijk, voegzaam, volgzaam -
10 ручной
adjgener. gedwee (о животных), handmatig, mak, tam -
11 уступчивый
adjgener. inschikkelijk, rekkelijk, coulant, gedwee, meegaand, toegeeflijk, toegefelijk, toegevend -
12 amenable
adj. gedisciplineerd; makkelijk; gehoorzaam; makkelijk beinvloed[ əmie:nəbl] 〈amenably; zelfstandig naamwoord: amenability〉1 handelbaar ⇒ gedwee, plooibaar♦voorbeelden: -
13 lamb
n. Het Lam (christelijke benaming voor Jezus)lamb1[ læm] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 lammetje ⇒ lief/onschuldig kind, schatje♦voorbeelden:1 like a lamb (to the slaughter) • als een lam (naar de slachtbank), gedwee————————lamb2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
14 like a lamb (to the slaughter)
als een lam (naar de slachtbank), gedwee -
15 pliable
adj. buigzaam[ plajjəbl] 〈pliably; zelfstandig naamwoord: pliability〉 -
16 pliant
-
17 sheep
n. schaap; schapen; kudde[ sjie:p] 〈meervoud: sheep〉♦voorbeelden:¶ separate the sheep and the goats • de goeden van de slechten/het koren van het kaf scheiden -
18 tame
-
19 pliantly
adv. buigzaam, gedwee, volgzaam -
20 maniable
maniable [maanjaabl]3 handelbaar ⇒ gedwee, inschikkelijk♦voorbeelden:adj1) gemakkelijk hanteerbaar/bestuurbaar2) handelbaar, meegaand
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Gefügig — * Er ist so gefüge, wie ein ziegenlederner Handschuh. Holl.: Iemand zoo gedwee maken als een zeemlederen handschoen. (Harrebomée, II, 495.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Geschmeidig — *1. Er ist so geschmeidig, man könnte ihn um den Finger wickeln. Dän.: Han er saa smidig som en aal. (Prov. dan., 514.) Frz.: Devenir souple comme un gand. (Leroux, II, 120.) Holl.: Iemand zoo gedwee maken als een zeemlederen handschoen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon