-
1 advanced
geavanceerd -
2 передовой
geavanceerd ; progressief -
3 high-tech plant
geavanceerd technische fabriek -
4 advanced DOS
geavanceerd disk-besturingssysteem -
5 advanced interactive executive: AIX
geavanceerd interactief bedrijfssysteemEnglish-Dutch technical dictionary > advanced interactive executive: AIX
-
6 gelijkwaardigheid advanced peer-to-peer networking: APPN
geavanceerd werken met netwerken op basis vanEnglish-Dutch technical dictionary > gelijkwaardigheid advanced peer-to-peer networking: APPN
-
7 выдвинутый вперёд
adjmilit. geavanceerdRussisch-Nederlands Universal Dictionary > выдвинутый вперёд
-
8 передовой
-
9 получивший повышение
adjmilit. geavanceerd (по службе)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > получивший повышение
-
10 advanced
adj. vooruitgegaan; gevorderd[ ədva:nst]2 geavanceerd ⇒ modern, vooruitstrevend♦voorbeelden:〈 Brits-Engels〉 advanced supplementary level 〈ook: A/S level〉 • A/S-examen(niveau) 〈vanaf 1989 nemen vwo-eindexamenkandidaten 2 vakken op A-niveau en 2 op A/S-niveau in plaats van 3 op A-niveau〉advanced studies • studies voor gevorderdenadvanced techniques • geavanceerde technieken -
11 date
n. datum; interview; dadel--------v. datum; uitgaan metdate1[ deet]1 dadel2 〈 verkorting〉[date palm]♦voorbeelden:it's a date • afgesproken→ blind blind/♦voorbeelden:1 of (an) early/(a) late date • uit een vroege/late periodeto date • tot op hedenup to date • bij (de tijd), modern, geavanceerd; volledig bijgewerktbring up to date • bijwerken, moderniseren————————date21 verouderen ⇒ uit de tijd raken/zijn2 dateren♦voorbeelden:2 date back to • stammen/dateren uitdate from • stammen/dateren uitII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 dateren ⇒ de datum/ouderdom vaststellen van4 omgaan/uitgaan met ⇒ afspraakjes hebben met, vrijen met♦voorbeelden:date something to a certain period • iets aan een bepaald tijdvak/tijdperk toeschrijven3 that dates me, doesn't it! • nu weet je meteen hoe oud ik ben!the model of the car dates it at about 1900 • gezien het model dateert de auto van rond 1900 -
12 forward
adj. van voren, vooruit, maakt vooruitgang, progressief, gevorderd; staat paraat; is enthousiast; direkt, recht door zee; voorkant; voorgevel; toekomstig--------adv. vooruit; verder; vooraan--------n. Voorspeler (bij voetbal)--------v. doorzenden, voorwaarts; (in computers) doorsturen, een e-mail boodschap aan iemand doorsturenforward1♦voorbeelden:————————forward22 vroegrijp ⇒ voorlijk, vroeg7 vooruitstrevend ⇒ modern, geavanceerd♦voorbeelden:forward delivery • termijnleveringforward planning • toekomstplanningforward prices • prijzen op levering, termijnprijzenforward sale • termijn/voorverkoop————————forward3〈 werkwoord〉1 bevorderen ⇒ vooruithelpen, bespoedigen2 doorzenden/sturen ⇒ nazenden/sturen 〈 post〉3 zenden ⇒ (ver)sturen, verzenden————————forward4————————forward5♦voorbeelden:send someone forward • iemand vooruitzenden→ carriage carriage/ -
13 high-tech
-
14 low-tech
[ lootek]1 technisch laagwaardig ⇒ (technisch) niet geavanceerd, eenvoudig, met de hand gemaakt -
15 up to date
bijgewerkt, op de hoogte; modern, hedendaagsup to datebij (de tijd), modern, geavanceerd; volledig bijgewerkt -
16 way-out
-
17 high end
prestigieus, geavanceerd product, product dat veel kan -
18 paperless office
gecomputeriseerd kantoor, kantoor zonder papier, geavanceerd kantoor waarin de meeste informatie verwerkt en uitgewisseld wordt d.m.v. elektronische middelen -
19 avancé
avance [aavãs]〈v.〉♦voorbeelden:1 une heure d'avance • een uur voorsprong, te vroegla belle avance! • wat schiet ik(, jij, hij enz.) daarmee op!prendre de l'avance • vooruitlopenà l'avance • van tevoren, vooraf, vooruitd' avance • van tevorenmerci d' avance • bij voorbaat dankêtre en avance • te vroeg zijnêtre en avance sur l'horaire • voor zijn op het tijdschemaêtre en avance d' une heure • een uur te vroeg zijnpar avance • van tevorenadj2) hoogontwikkeld, geavanceerd4) licht bedorven, overrijp5) vroegrijp -
20 pointe
pointe [pwẽt]〈v.〉4 steek ⇒ toespeling, rake opmerking6 driehoekige doek ⇒ hoofd-, halsdoek, luier♦voorbeelden:s'asseoir sur la pointe des fesses • op het puntje van zijn stoel zittenpointe fine • fijnschrijvermarcher sur la pointe des pieds • op de tenen lopense terminer en pointe • spits toelopenpointe sèche • drogenaald(gravure)vitesse de pointe • topsnelheidêtre à la pointe de qc. • zich in de voorhoede van iets bevindende, en pointe • geavanceerd, speerpunt-, voorhoede-une pointe d'ironie • een zweempje ironie1. f1) punt, spits2) scherpe punt3) toppunt5) een beetje2. pointesf pl
- 1
- 2