-
101 een vuur aanleggen
een vuur aanleggen -
102 een vuurvaste schotel
een vuurvaste schotel -
103 een vuurwerk afsteken
een vuurwerk afsteken -
104 eenpitsstel
-
105 ergens de vingers voor durven opsteken
ergens de vingers voor durven opstekenmettre sa main au feu que qc. est vraiDeens-Russisch woordenboek > ergens de vingers voor durven opsteken
-
106 fikkie
-
107 flikkerlicht
-
108 fontein
-
109 gaspit
-
110 gedachtenis
♦voorbeelden: -
111 geen rust in zijn gat hebben
geen rust in zijn gat hebben -
112 geweervuur
♦voorbeelden: -
113 gezellig
2 [aangenaam voor het verblijf] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 accueillant; 〈 bijwoord〉 de façon accueillante♦voorbeelden:〈 ironisch〉 gezellige avond hoor! • charmante soirée!een gezellige babbel • une conversation agréableeen gezellig uurtje • une heure agréablehet is hier gezellig • on est bien icihet was heel gezellig • il y avait beaucoup d'ambiance's zondags zaten wij gezellig bij elkaar • nous passions nos dimanches ensembleeen gezellig vuur • un confortable feu de boiseen gezellig zaaltje • une salle accueillanteeen gezellig ingerichte kamer • une pièce joliment aménagéeeen kamer gezellig maken • rendre une pièce agréable et accueillantede kachel snorde gezellig • le poêle ronronnait gentimenteen gezellige brief • une lettre charmantegezellig kletsen • passer un moment agréable à bavarder -
114 gloeien
1 [door verhitting stralen] rougir (au feu)2 [zonder vlam branden] être ardent3 [zeer warm zijn] brûler4 [schitteren, fonkelen] briller♦voorbeelden:het zand gloeit onder onze voeten • le sable nous brûle les piedsde wijn gloeide in het glas • le vin brillait dans le verre -
115 groen
1 vert♦voorbeelden:hij werd groen en geel van nijd • il a verdi de jalousiezich groen en geel ergeren • enragerhet wordt hem groen en geel voor de ogen • la tête lui tournede bomen worden groen • les arbres verdissenthet signaal sprong op groen • le feu passa au verthet groen • le verthet openbaar groen • les espaces verts -
116 haard
♦voorbeelden:aan de huiselijke haard • chez soibij de haard • près du feugezellig om de haard zitten • être installé agréablement autour de la cheminée -
117 haardplaat
-
118 haardscherm
-
119 haardvuur
1 (feu <m.> du) foyer 〈m.〉♦voorbeelden: -
120 hand
♦voorbeelden:op handen en voeten lopen, kruipen • marcher à quatre pattesin andere handen komen • changer de mainaan de beterende hand zijn • être en voie de guérisoneen gelukkige hand van gooien hebben • avoir la main chanceuseeen gemakkelijke hand van uitgeven hebben • dépenser sans compterdie zaak is in goede handen • cette affaire est en bonnes mainsgouden handen hebben • avoir des doigts de féemet harde hand opvoeden • élever à la dure(iemand) de helpende hand bieden • tendre une main secourable (à qn.)bevelen van hoger hand • ordres qui viennent d'en hautvan hoger hand is besloten dat • les autorités ont décidé que〈 figuurlijk〉 de laatste hand aan iets leggen • mettre la dernière main à qc.niet met lege handen komen • ne pas arriver les mains vides〈 figuurlijk〉 iets uit de losse hand doen • faire qc. par-dessus la jambemet losse handen rijden • rouler sans les mainsiemand de reddende hand toesteken • tendre la perche à qn.de sterke hand • (les agents de) la force publiquede politiek van de toegestoken hand • la politique de la main tenduemet vaste hand • d'une main assuréemet vaste, krachtige hand regeren • gouverner avec poignein vertrouwde handen zijn • être entre bonnes mainsde vlakke hand • la paumedat kost handen vol geld • ça coûte une (petite) fortunein vreemde handen overgaan • passer en d'autres mainsde handen vrij hebben • avoir les coudées franches〈 figuurlijk〉 iemand de vrije hand laten • donner carte blanche à qn.aan de winnende hand zijn • être en train de gagner〈 figuurlijk〉 de handen van iemand aftrekken • abandonner qn. à son sort〈 figuurlijk〉 de handen van iets aftrekken • se détourner de qc.〈 figuurlijk〉 iemand de handen binden • lier les mains à qn.iemand de hand drukken, geven, schudden • donner une poignée de main à qn.iemand de hand op iets geven • donner sa parole à qn.zij kunnen elkaar de hand geven • ils peuvent se donner la main〈 figuurlijk〉 de hand in iets hebben • être mêlé à qc.〈 figuurlijk〉 de hand aan iets houden • observer (scrupuleusement) qc.de hand op iets, iemand leggen • mettre la main sur qc., qn.de hand lezen • lire (dans) les lignes de la mainde hand met iets lichten • 〈 't niet zo nauw nemen〉 prendre qc. à la légère; 〈 zich ervan afmaken〉 bâcler qc.hij heeft de handen los aan zijn lijf zitten • il n'a pas les bras gourds〈 figuurlijk〉 zijn hand niet voor iets omdraaien ↓ faire qc. les doigts dans le nez〈 figuurlijk〉 de hand(en) tegen iemand opheffen • lever la main contre qn.iemand de hand reiken, toesteken • tendre la main à qn.; 〈 helpen〉 donner un coup de main à qn.de hand aan de ploeg, aan het werk slaan • se mettre à l'ouvragezijn handen niet thuis kunnen houden • 〈 slaan〉 avoir la main leste; 〈 betasten〉 avoir la main baladeuse; 〈 stelen〉 laisser traîner ses mains partout〈 figuurlijk〉 iemand de handen vullen • graisser la patte à qn.〈 figuurlijk〉 iemands handen zalven • graisser la patte à qn.mijn hand erop! • c'est promis!handen omhoog! • haut les mains!streng de hand houden aan de voorschriften • être à cheval sur le règlementhanden thuis! • bas les pattes!〈 figuurlijk〉 iemand iets aan de hand doen • suggérer qc. à qn.hand aan (in) hand gaan • marcher la main dans la main〈 figuurlijk〉 iets achter de hand hebben • avoir qc. en réserve〈 figuurlijk〉 iets bij de hand nemen • entreprendre qc.〈 figuurlijk〉 iets bij de hand hebben • avoir qc. à portée de la mainin de handen klappen • battre des mainsin handen vallen van de politie • tomber aux mains de la policegoed, gemakkelijk in de hand liggen • être maniablezijn toekomst is in mijn handen • son avenir est entre mes mainsiemand iets in handen spelen • faire passer discrètement qc. à qn.iets met het bewijs in handen aantonen • démontrer qc. preuves en main〈 figuurlijk〉 iemand in handen vallen • tomber entre les mains de qn.〈 figuurlijk〉 iemand iets in handen geven • confier qc. à qn.hij wil met de hand aan de hemel reiken • il veut décrocher la lunemet de handen werken • travailler de ses mains〈 figuurlijk〉 met de hand op het hart iets verklaren • déclarer qc. la main sur le coeurmet de hand genaaid • cousu (à la) mainzich met hand en tand verzetten • se défendre comme un lion〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand stellen • manipuler qn.〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • mettre qn. dans sa pocheiets om handen hebben • avoir qc. à faire〈 figuurlijk〉 iets onder handen hebben • travailler à qc.〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • passer un savon à qn.op (met) de hand wassen • laver à la mainde hand op de knip houden • être près de ses soushand over hand toenemen • aller en augmentantiemand iets ter hand stellen • remettre qc. à qn. (en mains propres)iemand het werk uit de handen nemen • décharger qn. d'un travailer komt niets uit zijn handen • il n'arrive à rien (de bon)uit de hand eten • 〈letterlijk; m.b.t. dieren〉 accepter la nourriture dans la main de qn.; 〈 figuurlijk〉 manger dans la mainuit de eerste hand • de première mainvlug van de hand gaan • se vendre comme des petits painsiets van de hand doen • écouler qc.van hand tot hand gaan • passer de main en maingeen hand voor iemand, iets uitsteken • ne pas lever le petit doigt pour aider qn., faire qc.hij heeft er geen hand naar uitgestoken • il n'y a pas touchéhet zijn twee handen op één buik • ils s'entendent comme larrons en foire¶ wat is er daar aan de hand? • qu'est-ce qui se passe?alsof er niets aan de hand was • comme si de rien n'étaitiets in de hand werken • aider à qc.dat werkt misdaad in de hand • c'est une incitation au crimeiemand op zijn hand krijgen • mettre qn. de son côtéop iemands hand zijn • être du côté de qn.op handen zijn • être imminentvan de hand in de tand leven • vivre au jour le joureen voorstel van de hand wijzen • repousser une propositionbeschuldigingen van de hand wijzen • rejeter des accusationseen uitnodiging van de hand wijzen • décliner une invitation→ link=vogel vogel
См. также в других словарях:
feu — 1. (feu) s. m. 1° Développement de chaleur et de lumière. 2° Calorique. 3° Chez les anciens, un des quatre éléments. 4° Objet de culte. 5° Feu central du globe. 6° Incendie ; embrasement. 7° Toute matière combustible allumée.… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
feu — Feu, m. Ignis, Aucuns le veulent escrire par oe diphthongue, foeu, comme venant de Focus, Il vient de {{t=g}}phôs,{{/t}} mot Grec qui signifie lumiere, et en vulgaire Grec, Feu. Prendre les oiseaux de riviere par nuict au feu, c est à dire, avec… … Thresor de la langue françoyse
feu — feu·ar; feu; feu·dal·ism; feu·dal·ist; feu·dal·is·tic; feu·dal·i·ty; feu·dal·iza·tion; feu·dal·ize; feu·dal·ly; feu·da·to·ri·al; feu·dum; feu·er·bach·i·an; in·feu·da·tion; sub·in·feu·date; feu·dal; feu·da·tary; feu·da·to·ry; sub·feu; … English syllables
Feu — was previously the most common form of land tenure in Scotland, as conveyancing in Scots law was dominated by feudalism until the Scottish Parliament passed the Abolition of Feudal Tenure etc. (Scotland) Act 2000. [Section 1: The feudal system of … Wikipedia
feu — In Scotland, a manner of ownership. A feu interest in land gives the owner (feuar) an equivalent of a freehold title subject to payment of any annual feu duties and compliance with title conditions. Related links feudal superior dominium plenum … Law dictionary
Feu — (f[=u]), n. [See 2d {Feud}, and {Fee}.] (Scots Law) A free and gratuitous right to lands made to one for service to be performed by him; a tenure where the vassal, in place of military services, makes a return in grain or in money. Burrill. [1913 … The Collaborative International Dictionary of English
FEU — steht als Abkürzung für: Federación Estudiantil Universitaria, die Föderation kubanischer Universitätsstudenten den ehemaligen Landkreis Feuchtwangen in Bayern, z. B. im Kfz Kennzeichen Forty foot Equivalent Unit, siehe ISO Container Federation… … Deutsch Wikipedia
feu — [fyo͞o] n. 〚Scot for FEE〛 Scot. Law 1. Historical a right to hold land for which the holder must pay in grain or money rather than in military service 2. a right to use land in perpetuity for a fixed annual payment 3 … Universalium
FEU — UK US noun [C] MEASURES, TRANSPORT ► ABBREVIATION for forty foot equivalent unit: a unit for measuring goods transported on ships in containers (= very large metal boxes). One FEU is equal to 25 metric tons or 72 cubic metres … Financial and business terms
feu — [fyo͞o] n. [Scot for FEE] Scot. Law 1. Historical a right to hold land for which the holder must pay in grain or money rather than in military service 2. a right to use land in perpetuity for a fixed annual payment 3. the land so held or used vt … English World dictionary
Feu ! — ● Feu ! commandement marquant le début d un tir … Encyclopédie Universelle