-
1 evenaren
♦voorbeelden:1 niet te evenaren • unequalled, unparallellediemand in schoonheid evenaren • equal/rival someone in beauty -
2 evenaren
-
3 evenaren
уравнивать; равнять; равняться; сравняться, сравниться* * *гл.общ. уравнивать, равняться (с кем-л. в чём-л.), равнять -
4 evenaren
v. equal, match, parallel -
5 evenaren
wwégaler (qc), atteindre (qn) -
6 evenaren
• to equal -
7 evenaren
-
8 niet te evenaren
niet te evenaren -
9 iemand in schoonheid evenaren
iemand in schoonheid evenarenequal/rival someone in beautyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in schoonheid evenaren
-
10 niet te evenaren
niet te evenarenunequalled, unparallelledVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > niet te evenaren
-
11 biti ravan
evenaren -
12 to equal
evenarengelijk worden aangelijk zijn aan -
13 gleichkommen
gleichkommen2 overeenkomen, gelijkstaan met♦voorbeelden:1 jemandem gleichkommen • iemand evenaren, tegen iemand op kunnenjemandem an Fleiß gleichkommen • iemand in vlijt evenaren2 das kommt einer Absage gleich • dat staat gelijk met, betekent zoveel als een weigering -
14 emulate
-
15 equal
adj. gelijk, identiek, geheel gelijk; geschikt, begaafd--------n. gelijk; gelijkwaardig--------v. evenaren, gelijk zijn aanequal1[ ie:kwəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————equal21 gelijk ⇒ overeenkomstig, hetzelfde♦voorbeelden:all other things being equal • onder overigens gelijke omstandighedenequal to • gelijk aanequal opportunity • gelijkberechtigingequal opportunities employer • een werkgever die geen discriminatie toepast¶ equal to • opgewassen/bestand tegen, in staat tot————————equal3〈werkwoord; Brits-Engels equalled〉♦voorbeelden:she equalled him in cruelty • zij was even wreed als hij -
16 touch
n. aanraking; contact; tikje; trekje; aanslag--------v. aanraken; betreffen--------zes punten in Amerikaanse voetbal verkregen bij het treden in het gebied van de tegenstander als de bal vastgehouden wordttouch (touchdown)touch1[ tutsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 toets ⇒ stijl, manier♦voorbeelden:it will break at a touch • het breekt zodra men het aanraaktbe/keep in touch with • contact/voeling hebben/onderhouden metbe out of touch with • geen contact/voeling (meer) hebben metlose touch with • uit het oog verliezenwithin touch of • binnen bereik vanhave a touch of the tarbrush • enig neger/indianenbloed hebbennot the least touch of • niet het minste beetjegive/put the final/finishing touch(es) to something • de laatste hand leggen aan ietslose one's touch • achteruitgaan, het verleren¶ play at touch • krijgertje/tikkertje spelen————————touch2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:you haven't touched your meal • je hebt nog geen hap gegetentouch a topic • een onderwerp aanroerenblossom touched by the frost • door de vorst aangetaste bloesemnothing will touch those stains • niets kan deze vlekken wegkrijgenthe matter touches him closely • de zaak is van groot belang voor hem6 the thermometer touched 50° • de thermometer liep tot 50° opnothing can touch his talent • niets kan zijn talent evenarentouch someone for a fiver • iemand vijf pond aftroggelen7 touch in • bijtekenen/schilderen -
17 égaler
égaler [eegaalee]〈 werkwoord〉1 evenaren ⇒ gelijk zijn aan, net zo goed zijn als♦voorbeelden:le signe égale • het isgelijktekenv1) evenaren -
18 egalisieren
-
19 равнять
-
20 равняться
v1) gener. opwegen (tegen (÷òî-ôèáî)), evenaren (с кем-л. в чём-л.), nadoen (с кем-л.), bedragen, bijkomen (по товарищам), maken, tegen (iem.) opgewassen zijn, zich met (iem.) meten (с кем-л.)2) milit. richten3) math. gelijk zijn
Страницы