-
61 kotsmisselijk zijn
kotsmisselijk zijn -
62 kotsmisselijk
♦voorbeelden:kotsmisselijk zijn • avoir envie de dégueuler -
63 lekker
♦voorbeelden:lekkere trek hebben • avoir envie de qc. de bonlekker weer • un temps agréablelekker warm • bien chaudhet is lekker warm hier • il fait bon icilekker eten • bien mangerde auto loopt lekker • la voiture marche bienlekker ruiken • sentir bonlekker vinden • aimerik voel mij niet erg lekker • je ne me sens pas très bienik zit hier lekker • je suis bien icidat zit hem niet lekker • cela le tracasseik zit niet lekker • je suis mal (assis)iets lekkers • quelque chose de bon2 een lekkere dikkerd • un bon gros, une petite boulotteeen lekkere meid • un beau brin de filleik dank je lekker! • merci bien!ik doe het lekker toch niet! • je ne le ferai pas, na!hij is er lekker ingelopen • il s'est fait avoir, bien fait pour luiiemand lekker maken • allécher qn.〈 ironisch〉 voel je je wel lekker? • ça va pas la tête?lekker mis! • raté, bien fait! -
64 lekkere trek hebben
lekkere trek hebbenavoir envie de qc. de bon -
65 lui
lui1♦voorbeelden:————————lui2♦voorbeelden:een lui leven leiden • mener une vie oisiveeen lui schepsel • un fainéanteen luie stoel • un fauteuil relax(e)ik ben lui vandaag • aujourd'hui, j'ai envie de ne rien fairezij is verschrikkelijk lui • elle est paresseuse comme pas deuxhij is liever lui dan moe • il a peur de se fatiguerlui zijn • avoir les côtes en long -
66 moordlust
-
67 naar de plee moeten
naar de plee moeten -
68 nader
♦voorbeelden:het huilen stond hem nader dan het lachen • il avait plus envie de pleurer que de rirenader bij de waarheid • plus proche de la véritépartijen nader tot elkaar brengen • concilier les partiesje zult er wel nader van horen • tu en auras des nouvellesiemand nader leren kennen • faire plus ample connaissance avec qn.een nader te bepalen plaats • un endroit à préciser -
69 naijver
-
70 niets
niets1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ ergens niets geen zin in hebben • ↑ n'avoir absolument aucune envie de qc.————————niets21 (ne …) rien♦voorbeelden:1 weet je niets beters? • tu ne sais rien de mieux?het gaat om niets meer of minder dan • il ne s'agit de rien de moins queniets is er zo goed als … • il n'y a rien de tel que …niets is minder waar • rien n'est moins vrainiets daarvan! • rien à faire!ik weet er niets van • je n'en sais riendat loopt op niets uit • cela finira maleen dingetje van niets • un truc de rien du toutdaar is niets van aan, van waar! • il n'en est rien!niets voor niets • rien pour rienhet niets • le néantniets doen dan lachen • ne faire que riredat heeft ons niets dan ellende opgeleverd • cela ne nous a valu que des ennuis -
71 nijd
♦voorbeelden:→ link=haat haat -
72 niks
niks1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:ik heb niks geen zin • j'ai pas envie————————niks2♦voorbeelden:dat is niet niks! • c'est pas rien!een vent van niks • un rien du tout -
73 noch
-
74 ontzettende zin hebben (om) iets te doen
ontzettende zin hebben (om) iets te doenavoir très envie de faire qc.Deens-Russisch woordenboek > ontzettende zin hebben (om) iets te doen
-
75 oog
♦voorbeelden:het oog van de naald • le chas de l'aiguillemet andere ogen bekijken • voir (qc.) d'un autre oeileen blauw oog • un oeil au beurre noiriemand een blauw oog slaan • pocher un oeil à qn.(niet zichtbaar) met het blote, ongewapend oog • (imperceptible) à l'oeil nuhet boze oog • le mauvais oeilbruine ogen hebben • avoir les yeux marrondat is niet met droge ogen aan te zien • 〈 zonder tranen〉 on ne peut s'empêcher de pleurer; 〈 ongeroerd〉 c'est à faire pleurer les pierreseen glazen oog • un oeil de verregrote ogen opzetten • ouvrir de grands yeuxzijn ogen zijn groter dan zijn buik, maag • il a les yeux plus grands que le ventreiets met lede ogen aanzien • voir qc. d'un mauvais oeileen lui oog • un oeil paresseuxeen open oog voor iets hebben • être sensible à qc.geen oog dichtdoen • ne pas fermer l'oeilzijn ogen gebruiken • ouvrir l'oeilzijn ogen niet geloven, vertrouwen • ne pas en croire ses yeuxogen hebben van voren en van achteren • avoir des yeux derrière la têteoog hebben voor • avoir l'oeil pourzijn ogen in zijn zak hebben • avoir les yeux dans sa pochealleen oog hebben voor • n'avoir d'yeux que pourzij maakt haar ogen op • elle se fait les yeuxiemand de ogen openen • ouvrir les yeux à qn.de ogen openhouden • garder les yeux ouvertszich de ogen uit het hoofd schamen • mourir de hontehaar ogen schieten vuur • ses yeux lancent des éclairsde ogen ten hemel slaan • lever les yeux au ciel〈 figuurlijk〉 de ogen sluiten voor iets • fermer les yeux sur qc.zijn ogen uitkijken (aan iets) • ne pas détacher les yeux (de qc.)iemand de ogen uitkrabben • arracher les yeux à qn.iemand de ogen uitsteken • faire mourir qn. d'envieiemand de ogen uitsteken met zijn luxe • écraser qn. de son luxe〈 figuurlijk〉 iemand de ogen verblinden • éblouir qn.door iemands ogen zien • voir par les yeux de qn.door het oog van de naald kruipen • l'échapper belleoog in oog staan met • se trouver nez à nez avecheb je geen ogen in je hoofd? • tu n'as pas les yeux en face des trous?iemand recht in de ogen zien, kijken • regarder qn. en facemet de ogen spreken • avoir des yeux expressifsmet de ogen knipperen • cligner des yeuxiemand iets onder vier ogen zeggen • dire qc. à qn. entre quatre yeuxeen gesprek onder vier ogen • un tête-à-têteuit zijn ogen zien • 〈 opletten〉 ouvrir l'oeil (et le bon); 〈 op zijn hoede zijn〉 être sur le qui-vivevoor iemands ogen • sous les yeux (de qn.)groen en geel voor de ogen worden • être pris de vertigehet schemert mij voor de ogen • j'ai la vue troublezijn ogen aan iets te goed doen • repaître ses yeux de qc.zijn ogen uit zijn hoofd kijken • se repaître de, à la vue de (qc.)zijn ogen goed de kost geven • 〈 ironisch〉 ne pas avoir les yeux dans sa poche; 〈vooral m.b.t. mooie vrouwen〉 se rincer l'oeil〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • oeil pour oeil, dent pour dent2 met een half oog iets zien • entrevoir qc.schele, scheve ogen maken, geven • faire des jalouxiemand met schele ogen aankijken • être jaloux de qn.het oog over iets laten gaan • promener son regard sur qc.〈 figuurlijk〉 het oog op iets laten vallen • avoir des desseins sur qc.zover het oog reikt • à perte de vue〈 figuurlijk〉 het oog slaan, laten vallen op iemand • jeter son dévolu sur qn.het oog treffen • frapper les yeuxaan het oog ontsnappen • se dérober à la vueiets aan het oog onttrekken • masquer qc. à la vuein het oog lopen • se faire remarquerin het oog lopend, vallend • manifestein het oog springen, vallen • sauter aux yeuxmet de ogen verslinden • dévorer (qn., qc.) des yeuxiets (de werkelijkheid) onder ogen zien • regarder qc. (les choses) en facede dood onder ogen zien • envisager la mortonder iemands ogen komen • se présenter devant qn.iets niet onder ogen willen zien • se mentir à soi-mêmeiets onder ogen hebben • avoir qc. sous les yeuxiemand iets onder het oog brengen • 〈 op iets wijzen〉 faire observer qc. à qn.; 〈 aan het verstand brengen〉 essayer de faire comprendre qc. à qn.op het oog • à première vuezo op het oog • à vue d'oeiliemand, iets op het oog hebben • avoir qn., qc. en vueuit het oog raken • disparaître (aux yeux)iets, iemand uit het oog verliezen • perdre qc., qn. de vue(ga) uit mijn ogen! • hors de ma vue!iets voor ogen stellen • 〈 doen zien〉 représenter qc.; 〈 een voorstelling hebben〉 se représenter qc.〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • garder qc. à l'esprit〈 figuurlijk〉 iemand voor ogen staan • être présent à l'esprit de qn.〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • loin des yeux, loin du coeurhij wierp, gooide zes ogen • il a jeté un six¶ in hun ogen betekent hij niet veel • à leurs yeux, il a peu de valeurmet het oog op • en vue demet het oog hierop • à cet effetiemand naar de ogen zien • ramper devant qn. -
76 penisnijd
-
77 piesen
♦voorbeelden: -
78 plas
♦voorbeelden: -
79 plee
♦voorbeelden:op de plee zitten • être aux chiottes -
80 smachten naar een koele dronk
smachten naar een koele dronk
См. также в других словарях:
envie — envie … Dictionnaire des rimes
envié — envié … Dictionnaire des rimes
envie — [ ɑ̃vi ] n. f. • XIIe; enveia Xe; enveie 980; lat. invidia « jalousie, désir » I ♦ 1 ♦ L envie. Sentiment de désir mêlé d irritation et de haine qui anime qqn contre la personne qui possède un bien qu il n a pas. ⇒ jalousie. « Devant la richesse… … Encyclopédie Universelle
envie — ENVIE. s. f. Deplaisir que l on a du bien d autruy. Envie maligne, secrette. avoir une mortelle envie contre quelqu un. porter envie à quelqu un. estre rongé d envie. l envie le devore. secher d envie. sa bonne fortune est digne d envie, luy… … Dictionnaire de l'Académie française
envie — Envie, Inuidia. Ancienne envie, Inuidia inueterata. L envie qui est entre deux compagnons aimans une mesme fille, Riualitas. Avoir envie, AEmulari, Liuere, Liuescere, Inuidere. Ils n ont point d envie l un sur l autre, Neuter vtri inuidet. A l… … Thresor de la langue françoyse
envié — envié, ée (an vi é, ée) part. passé. 1° À qui l on porte envie. • Ceux qui font bien mériteraient seuls d être enviés, s il n y avait encore un meilleur parti à prendre, qui est de faire mieux, LA BRUY. IV. • Chacun brille d un faux éclat… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Envie — En*vie , v. i. [See {Vie}.] To vie; to emulate; to strive. [Obs.] Spenser. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Envie — Envie, Dorf am Grandon, mit Kloster, im Amte Revello der sardinischen Provinz Saluzzo, am Berge Manbrac; 2600 Ew … Pierer's Universal-Lexikon
envié — Envié, [envi]ée. part. On dit, qu Une charge, qu une terre est bien enviée, pour dire, qu Elle est recherchée, souhaittée de tout le monde … Dictionnaire de l'Académie française
envie — (an vie) s. f. 1° Chagrin et haine qu on ressent du bonheur, des succès, des avantages d autrui. • L envie, le mépris, le discord inconstant, RÉGNIER Sat. VI. • La vertu n est vertu, l envie la déguise, RÉGNIER ib. V. • L envie avec sa… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
ENVIE — s. f. Chagrin qu on ressent du bonheur, des succès, des avantages d autrui. Envie maligne, secrète. Avoir une mortelle envie contre quelqu un. Être rongé d envie. L envie le dévore. Sécher d envie. Sa nomination lui attire l envie de bien des… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)