-
41 off
adj. gesloten; afgezegd; aan de kant (weg); vrij (vrije dag); aan de rechterkant van de weg--------adv. verder; weg; af--------interj. verder!--------n. dicht--------prep. van; opoff1[ of] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 minder (goed) ⇒ slecht(er), teleurstellend♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:4 off chance • kleine/geringe kans4 van de baan ⇒ afgelast, uitgesteld5 weg ⇒ vertrokken, gestart6 uit(geschakeld) ⇒ buiten werking, niet aan♦voorbeelden:this sausage is off • dit worstje is bedorven3 a bit off • niet in de haak, niet zoals het hoort5 be/get off to a good/bad start • goed/slecht beginnen(be) off with you • maak dat je wegkomt6 the water is off • het water is afgesloten/niet aangesloten————————off2〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈 verwijdering of afstand in ruimte of tijd〉 verwijderd ⇒ weg, (er)af, ver, hiervandaan; 〈 dramaturgie〉 achter de coulissen2 〈 einde, voltooiing of onderbreking〉af ⇒ uit, helemaal, ten einde♦voorbeelden:chase the dog off • de hond wegjagenrun a few pounds off • er een paar pondjes afrennensend off a letter • een brief versturenfar off in the mountains • ver weg in de bergenoff with his head • maak hem een kopje kleineroff with it • weg ermeeoff with you • maak dat je wegkomtkill off • uitroeienturn off the radio • zet de radio af3 5% off • met 5% korting¶ off and on • af en toe, nu en danbe well/badly off • rijk/arm zijn————————off3〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting met betrekking tot een beweging; ook figuurlijk〉 van ⇒ van af, vandaan, verwijderd van2 〈 bron〉op ⇒ van, met, uit4 〈ligging met betrekking tot een plaats; ook figuurlijk〉van … af ⇒ naast, opzij van, uit♦voorbeelden:she fell off the chair • zij viel van de stoeltake your hands off me • hou je handen thuisit bounced off the wall • het ketste van de muur terugI bought it off a gypsy • ik heb het van een zigeuner gekochtI got this information off John • ik heb deze informatie van John gekregenlive off the land • van het land leven3 off duty • vrij (van dienst), buiten dienstI've gone off fish • ik lust geen vis meera house off the road • een huis opzij van de wegan alley off the square • een steegje dat op het plein uitkomta year or two off sixty • een jaar of wat onder de zestig -
42 pull up
naar voren gaan, vorderingen maken, vooruit gaan, ophalen; stoppen, stilhouden; uittrekken, uitrukken; omhoog halen; tot de orde roepenpull up1 naar voren gaan ⇒ vorderingen maken, bijhalen2 stoppen♦voorbeelden:1 his horse pulled up with/to mine • zijn paard haalde het mijne bij/inII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 this test pulled me up a little • deze test trok mijn cijfer enigszins op/omhoog -
43 quite
adv. helemaal; verreweg; vrij; juist, ja; in het geheel; genoeg; op bepaalde manier[ kwajt]1 helemaal ⇒ geheel, volledig, absoluut2 nogal ⇒ enigszins, tamelijk3 werkelijk ⇒ echt, in feite♦voorbeelden:you're quite right • je hebt volkomen gelijk〈 informeel〉 it's quite something to be a famous author • het is heel wat om een beroemd schrijver te zijnI've heard quite different stories about you • ik heb heel andere verhalen over je gehoordthat's quite another matter • dat is een heel andere zaak‘It's not easy’ ‘Quite (so)’ • ‘Het is niet makkelijk’ ‘Zeker/Zo is het/Precies’that was quite a party, 〈Amerikaans-Engels; informeel ook〉that was quite some party • dat was me het feestje wel -
44 rather
adv. vrij, tamelijk, nogal; liever, eerder[ ra:ðə, 〈in betekenis 0.6〉 ra:ðə:]2 juister (uitgedrukt) ⇒ liever/beter gezegd3 enigszins ⇒ tamelijk, nogal, wel4 meer ⇒ sterker, in hogere mate♦voorbeelden:2 she's my wife, or rather she was my wife • zij is mijn vrouw, of liever ze was mijn vrouwa rather shocking experience, rather a shocking experience • een nogal schokkende ervaringbe rather surprised • een beetje verbaasd zijn4 she depends rather on her husband's than on her own income • ze is meer van haar mans inkomen afhankelijk dan van het hare5 It's not raining. Rather, it's a sunny day • Het regent niet. Integendeel, het is een zonnige dag6 ‘Would you like a drink?’ ‘Rather!’ • ‘Een borrel?’ ‘Nou en of!’, ‘Dat sla ik niet af!’ -
45 slightly
-
46 some
adj. enige, enkele; iets; bepaald; serieus (i.d. spreektaal)--------adv. op een speciale manier; heel veel (i.d. spreektaal)--------pron. enkele, sommigesome1[ sum] 〈 voornaamwoord〉1 wat ⇒ iets, enkele(n), sommige(n), een aantal♦voorbeelden:some say so • er zijn er die dat zeggen————————some22 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 enigszins ⇒ een beetje; 〈 ironisch〉 geweldig, formidabel♦voorbeelden:he was annoyed some • hij was een tikje geïrriteerd————————some3♦voorbeelden:some day I'll know • ik zal het ooit wetensome plumber he is! • wat een klungelaar van een loodgieter! -
47 this test pulled me up a little
deze test trok mijn cijfer enigszins op/omhoog -
48 tolerably
-
49 addax
n. grote antilope met enigszins spiraalvormig gekronkelde horens afkomstig uit Afrikaanse woestijnen -
50 bitterish
adj. enigszins bitter -
51 in spots
af en toe, enigszins -
52 marginally
adv. op de rand, kant-; grens-; enigszins -
53 oddish
adj. enigszins vreemd, vrij ongewoon -
54 somewise
adv. enigszins, in zekere mate; hoe dan ook, op welke manier dan ook -
55 pose
-
56 posé
-
57 quelque
quelque1 [kelk]2 enige ⇒ sommige, weinig♦voorbeelden:quelque part • ergenscent et quelques kilos • ruim honderd kiloquelque temps • enige tijd————————quelque2 [kelk]〈 bijwoord〉2 ongeveer♦voorbeelden:2 quelque peu • enigszins, een beetje1. adj1) een of ander2) welke (ook)2. quelquesadj plenige, sommige3. adv1) hoe (ook)2) ongeveer -
58 peu ou prou
peu ou proumin of meer, enigszins -
59 pose légèrement abandonnée
pose légèrement abandonnéeDictionnaire français-néerlandais > pose légèrement abandonnée
-
60 tant
tant [tã]〈bijwoord; ook m.〉1 zoveel ⇒ zozeer, zo(veel)2 zolang♦voorbeelden:tant il est vrai que • zo zie je maar dat, dat bewijst maar weer datça fait tant • dat kost dan zoveeltant s'en faut • verre van dat, integendeeltant soit peu • enigszins, een tikjetous tant que nous sommes • wij allen zo waar we hier staantant bien que mal • zo goed en zo kwaad als het gaattant mieux • des te betertant pis pour lui • dat is dan jammer voor hemtant pis, tant mieux • ik word er niet heet of koud vansi tant est que 〈+ aanvoegende wijs〉 • voor zover, als tenminstetant de travail • zoveel werktant et plus • enorm veel, een hele hoopil fit tant et si bien que • hij heeft het zo aangelegd dattant qu' à faire, faites-le bien • als je het dan toch moet doen, doe het dan goedtant (…) que • zo(veel) … als, zozeer dat, zowel … als(pas) tant que ça • (niet) zoveel, zo erg
См. также в других словарях:
Paul Scheffer (Journalist) — Paul Scheffer (* 1954) ist ein niederländischer Professor, Soziologe und Journalist [1] und prominentes Mitglied der Partij van de Arbeid. [2] Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Privatleben 3 … Deutsch Wikipedia