-
1 een kleine boodschap doen
een kleine boodschap doen -
2 een kleine boodschap doen
een kleine boodschap doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kleine boodschap doen
-
3 boodschap
♦voorbeelden:1 heeft het stuk een bepaalde boodschap? • est-ce une pièce à thèse?de Blijde Boodschap • la Bonne Nouvelleeen nare boodschap • une mauvaise nouvelleeen boodschap van de president aan het Congres • un message du président à l'adresse du Congrèshij kwam thuis met de boodschap dat … • il rentra, annonçant que …een boodschap vergeten hebben • avoir oublié qc. en faisant des coursesom een boodschap gaan • aller faire une course〈 figuurlijk〉 die kan je wel om een boodschap sturen • il, elle n'a pas froid aux yeuxeen kleine boodschap doen • faire la petite commissionoppassen is de boodschap • il s'agit de faire bien attentionik heb geen boodschap aan hem • je n'ai que faire de luidaar heb ik geen boodschap aan • je n'ai que faire de (vos histoires etc.) -
4 boodschap
3 [bericht; mededeling met een strekking] message♦voorbeelden:die kun je wel om een boodschap sturen • 〈 figuurlijk〉 you can leave things to him/herkan ik de boodschap aannemen/overbrengen? • can I take/give a message?een boodschap voor iemand achterlaten • leave a message for someoneeen boodschap krijgen • get a messageiemands boodschap overbrengen • deliver a message for someoneeen roman met een boodschap • a novel with a messagezwijgen is de boodschap • mum's the wordgeen boodschap aan iets/iemand hebben • not want to have anything to do with something/someone -
5 penny
n. "cent"; penny1 penny ⇒ stuiver, cent, duit♦voorbeelden:a penny for your thoughts • wat gaat er in je om?〈 spreekwoord〉 penny wise, pound foolish • sommige mensen zijn zuinig als het om kleine bedragen gaat, terwijl ze grote bedragen over de balk gooien〈 spreekwoord〉 take care of the pence and the pounds will take care of themselves • wie een penning niet acht, krijgt over een gulden geen macht〈Brits-Engels; informeel〉 the penny has dropped • ik 〈enz.〉〈Brits-Engels; informeel〉 two/ten a penny • twaalf/dertien in een dozijn〈 spreekwoord〉 in for a penny, in for a pound • wie aan boord is, moet meevaren; wie A zegt, moet ook B zeggen heb het door, ik snap 'm -
6 besoin
besoin [bəzwẽ]〈m.〉1 behoefte ⇒ nood, gebrek♦voorbeelden:j'ai besoin que vous m'aidiez • ik heb uw hulp nodigavoir besoin de qn., de qc. • iemand, iets nodig hebben, naar iemand, iets verlangenavoir besoin de 〈+ onbepaalde wijs〉 • de behoefte voelen om, behoeven, moetenil n'est pas besoin de dire que • onnodig te zeggen dats'il en est besoin, si besoin est • als het moet, zo nodigsubvenir aux besoins de qn. • in het onderhoud van iemand voorzienau besoin • desnoods, zo nodigfaire ses besoins • z'n behoeften doenm1) behoefte2) nood, gebrek -
7 spend a penny
-
8 faire ses petits besoins
faire ses petits besoinsDictionnaire français-néerlandais > faire ses petits besoins
-
9 Geschäft
Geschäft〈o.; Geschäft(e)s, Geschäfte〉3 transactie, zaak ⇒ affaire, deal4 taak, zaak, werk ⇒ aangelegenheid, bezigheid♦voorbeelden:1 ein Geschäft betreiben • een zaak drijven, hebbenins Geschäft gehen • naar de zaak, naar kantoor gaanjemandem das Geschäft verderben • (a) iemands handel ruïneren, iemands zaken bederven; 〈 (b) figuurlijk〉 iemand dwars zitten〈 figuurlijk〉 noch immer im Geschäft sein • nog altijd in de running zijn, meedraaienin Geschäften reisen • voor zaken op reis zijnmit jemandem ins Geschäft kommen • met iemand zaken doen〈 figuurlijk〉 das Geschäft mit der Angst • het bespelen, uitbuiten van de angst〈informeel; figuurlijk〉 aus einem Geschäft aussteigen • niet meer meedoen, iets laten schieten -
10 commission
commission [kommiesjõ]〈v.〉2 opdracht ⇒ machtiging, last♦voorbeelden:transmettre une commission à qn. • een boodschap aan iemand overbrengenf1) boodschap2) machtiging, last4) provisie, commissie5) aanstelling -
11 pee
n. plasje, kleine boodschap (slang); urine--------v. plassen (slang)pee1♦voorbeelden:————————pee21 plassen♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon