-
1 dichtknopen
-
2 dichtknopen
-
3 dichtknopen
v. button up, knot -
4 dichtknopen
ww -
5 dichtknopen
-
6 dichtknopen
1) knäppa2) knapp -
7 zijn jas dichtknopen
zijn jas dichtknopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn jas dichtknopen
-
8 застегнуть
dichtknopen -
9 застегнуться
dichtknopen -
10 застёгивать
dichtknopen -
11 застёгиваться
dichtknopen -
12 knapp
dichtknopen -
13 knäppa
dichtknopen -
14 boutonner
boutonner [boetonnee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1. v3) dichtknopen2. se boutonnerv -
15 button up
zijn kop houden; dichtknopenbutton up1 zijn kop/bek houden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 attacher
attacher [aataasĵee]1 aanbranden ⇒ aanbakken, aanzettenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vastspijkeren ⇒ vastschroeven, vasthaken♦voorbeelden:attacher les mains de qn., à qn. • iemands handen boeienattacher son tablier • zijn schort omdoen, omknopenattacher les volets • de luiken vastzetten1 zich hechten (aan) ⇒ gehecht raken (aan), liefde opvatten (voor)2 zich toeleggen (op) ⇒ zich beijveren (om), zijn best doen (om)3 verbonden zijn (aan, met) ⇒ (vast)gehecht zijn (aan), vastzitten (aan)4 (belang, waarde) hechten (aan) ⇒ vasthouden (aan), zich vastklampen (aan)5 (vast)kleven (aan) ⇒ zich vasthechten (aan), (vast) blijven plakken (aan)♦voorbeelden:s'attacher à ce que 〈+ aanvoegende wijs〉 • eraan hechten dat, erop gesteld zijn datcette robe s'attache derrière par des boutons • deze jurk gaat vanachter met knoopjes dicht1. v1) aanbranden, aanbakken2) vastkleven, blijven plakken3) vastmaken4) dichtknopen [kleding]5) hechten, verbinden6) aanstellen [werk]7) fixeren [blik]2. s'attacher (à)v3) verbonden zijn (aan, met)4) belang/waarde hechten (aan) -
17 knot
n. knoop ; kwastknoop; contact; uitstulping; groep; ingewikkeld probleem; zee-knoop (komt overeen met 6076 voet)--------v. knopen; verbinden; verwikkelen; in de knoop rakenknot1[ not] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ get tied (up) into knots (over) • van de kook/de kluts kwijt raken (van/over)→ Gordian knot Gordian knot/————————knot2〈 knotted〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (vast)knopen ⇒ (vast)binden, een knoop leggen in2 dichtknopen/binden -
18 do up
opmaken, zich mooi maken, mooi maken; mooi inpakken en op decoratieve wijze; dichtmaken, dichtknopen -
19 reboutonner
-
20 renouer
renouer [rənoe.ee]♦voorbeelden:renouer avec qc. • iets weer opvatten, voortzettenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hervatten ⇒ weer opvatten, weer opnemen2 weer dichtknopen ⇒ weer vastbinden, weer strikken
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский