-
21 dat is heel gevoelig gezegd
dat is heel gevoelig gezegd -
22 dat spraakgebrek is voor hem een struikelblok
dat spraakgebrek is voor hem een struikelblokDeens-Russisch woordenboek > dat spraakgebrek is voor hem een struikelblok
-
23 de daad bij het woord voegen
-
24 een belofte nakomen
een belofte nakomen -
25 een geboren spreker zijn
een geboren spreker zijn -
26 een kort woord spreken
een kort woord spreken -
27 een man van zijn woord
-
28 een troostend woord
een troostend woord -
29 eerlijk waar!
eerlijk waar!(ma) parole (d'honneur)! -
30 filosoof
♦voorbeelden: -
31 gebroken
4 [m.b.t. kleuren] cassé5 [onderbroken] interrompu♦voorbeelden:een gebroken stem • une voix briséezich gebroken voelen • être rompuhij is innerlijk gebroken • le ressort est casségebroken van smart • accablé de douleurhij sprak haar in gebroken Frans aan • il lui adressa la parole dans un mauvais français -
32 geen woord meer met elkaar spreken
geen woord meer met elkaar sprekenDeens-Russisch woordenboek > geen woord meer met elkaar spreken
-
33 geloven
1 croire♦voorbeelden:als ik geloven mag wat men vertelt • si j'en crois ce qu'on raconteals men hem moet geloven • à l'en croire〈 ironisch〉 ik wil het graag geloven! • je veux bien le croire!geloof dat nou maar • croyez-moigeloof 't of niet! • tu me croiras si tu veux!wie het gelooft mag het zeggen • le croira qui voudraaan spiritisme geloven • croire au spiritismegeloven in God • croire en Dieuin een zaak geloven • croire à une affairein een mogelijkheid geloven • croire en une possibilitéik geloof er niet in • je n'y crois pasergens heilig in geloven • croire qc. dur comme fergeloven in de toekomst • avoir foi en l'avenirniet te geloven! • c'est pas vrai!geloof je dat het zal gaan regenen? • crois-tu qu'il va pleuvoir?ik geloof niet dat je gelijk hebt • je ne crois pas que tu aies raisongelooft u dat het nuttig is? • croyez-vous que ce soit utile?iemand op zijn woord geloven • croire qn. sur parole→ link=god godje zult eraan moeten geloven • 〈 moeten doen〉 tu devras en passer par là; 〈 sterven〉 tu devras y passerik geloof van wel • je crois que si -
34 gemakkelijk (kunnen) praten
gemakkelijk (kunnen) praten -
35 gemakkelijk spreken
gemakkelijk spreken -
36 gemakkelijk
♦voorbeelden:zij heeft gemakkelijk haar • elle a des cheveux docilesgemakkelijk hanteerbaar • maniablegemakkelijk te bereiken haven • port facile d'accèsdat gaat niet zo gemakkelijk • ce n'est pas si facile que çahet niet gemakkelijk hebben • ne pas avoir la vie facileergens gemakkelijk (van)af komen • s'en tirer à bon comptedat maakt het er niet gemakkelijker op • cela ne facilite pas les chosesgemakkelijk maken • faciliterhet leven gemakkelijker maken • simplifier l'existenceiets al te gemakkelijk opnemen • prendre qc. trop à la légèrejij hebt gemakkelijk praten! • tu en parles à ton aise!gemakkelijk schrijven • avoir la plume facilegemakkelijk spreken • avoir la parole facilehet werk valt hem gemakkelijk • ce travail lui est facilezo gemakkelijk als wat • facile comme toutgemakkelijk liggen • être confortablement allongémaak het je gemakkelijk! • fais comme chez toi!het zich gemakkelijk maken • se mettre à l'aisegemakkelijk gaan zitten • s'installer confortablementgemakkelijk in de omgang • sociable4 er kunnen gemakkelijk nog mensen onder het puin liggen • il est fort possible qu'il y ait encore des personnes sous les décombres -
37 gestand
-
38 gevoelig
♦voorbeelden:een gevoelige klap, nederlaag • un coup de massueeen gevoelige kou • un froid vifgevoelige plaat • plaque sensibleeen gevoelig zenuwgestel • un système nerveux sensibledat doet gevoelig pijn • cela fait drôlement malhij is erg gevoelig op dat punt • il est très chatouilleux sur ce pointik ben zeer gevoelig voor uw bereidwilligheid • je suis très sensible à votre bienveillance -
39 godswoord
-
40 hand
♦voorbeelden:op handen en voeten lopen, kruipen • marcher à quatre pattesin andere handen komen • changer de mainaan de beterende hand zijn • être en voie de guérisoneen gelukkige hand van gooien hebben • avoir la main chanceuseeen gemakkelijke hand van uitgeven hebben • dépenser sans compterdie zaak is in goede handen • cette affaire est en bonnes mainsgouden handen hebben • avoir des doigts de féemet harde hand opvoeden • élever à la dure(iemand) de helpende hand bieden • tendre une main secourable (à qn.)bevelen van hoger hand • ordres qui viennent d'en hautvan hoger hand is besloten dat • les autorités ont décidé que〈 figuurlijk〉 de laatste hand aan iets leggen • mettre la dernière main à qc.niet met lege handen komen • ne pas arriver les mains vides〈 figuurlijk〉 iets uit de losse hand doen • faire qc. par-dessus la jambemet losse handen rijden • rouler sans les mainsiemand de reddende hand toesteken • tendre la perche à qn.de sterke hand • (les agents de) la force publiquede politiek van de toegestoken hand • la politique de la main tenduemet vaste hand • d'une main assuréemet vaste, krachtige hand regeren • gouverner avec poignein vertrouwde handen zijn • être entre bonnes mainsde vlakke hand • la paumedat kost handen vol geld • ça coûte une (petite) fortunein vreemde handen overgaan • passer en d'autres mainsde handen vrij hebben • avoir les coudées franches〈 figuurlijk〉 iemand de vrije hand laten • donner carte blanche à qn.aan de winnende hand zijn • être en train de gagner〈 figuurlijk〉 de handen van iemand aftrekken • abandonner qn. à son sort〈 figuurlijk〉 de handen van iets aftrekken • se détourner de qc.〈 figuurlijk〉 iemand de handen binden • lier les mains à qn.iemand de hand drukken, geven, schudden • donner une poignée de main à qn.iemand de hand op iets geven • donner sa parole à qn.zij kunnen elkaar de hand geven • ils peuvent se donner la main〈 figuurlijk〉 de hand in iets hebben • être mêlé à qc.〈 figuurlijk〉 de hand aan iets houden • observer (scrupuleusement) qc.de hand op iets, iemand leggen • mettre la main sur qc., qn.de hand lezen • lire (dans) les lignes de la mainde hand met iets lichten • 〈 't niet zo nauw nemen〉 prendre qc. à la légère; 〈 zich ervan afmaken〉 bâcler qc.hij heeft de handen los aan zijn lijf zitten • il n'a pas les bras gourds〈 figuurlijk〉 zijn hand niet voor iets omdraaien ↓ faire qc. les doigts dans le nez〈 figuurlijk〉 de hand(en) tegen iemand opheffen • lever la main contre qn.iemand de hand reiken, toesteken • tendre la main à qn.; 〈 helpen〉 donner un coup de main à qn.de hand aan de ploeg, aan het werk slaan • se mettre à l'ouvragezijn handen niet thuis kunnen houden • 〈 slaan〉 avoir la main leste; 〈 betasten〉 avoir la main baladeuse; 〈 stelen〉 laisser traîner ses mains partout〈 figuurlijk〉 iemand de handen vullen • graisser la patte à qn.〈 figuurlijk〉 iemands handen zalven • graisser la patte à qn.mijn hand erop! • c'est promis!handen omhoog! • haut les mains!streng de hand houden aan de voorschriften • être à cheval sur le règlementhanden thuis! • bas les pattes!〈 figuurlijk〉 iemand iets aan de hand doen • suggérer qc. à qn.hand aan (in) hand gaan • marcher la main dans la main〈 figuurlijk〉 iets achter de hand hebben • avoir qc. en réserve〈 figuurlijk〉 iets bij de hand nemen • entreprendre qc.〈 figuurlijk〉 iets bij de hand hebben • avoir qc. à portée de la mainin de handen klappen • battre des mainsin handen vallen van de politie • tomber aux mains de la policegoed, gemakkelijk in de hand liggen • être maniablezijn toekomst is in mijn handen • son avenir est entre mes mainsiemand iets in handen spelen • faire passer discrètement qc. à qn.iets met het bewijs in handen aantonen • démontrer qc. preuves en main〈 figuurlijk〉 iemand in handen vallen • tomber entre les mains de qn.〈 figuurlijk〉 iemand iets in handen geven • confier qc. à qn.hij wil met de hand aan de hemel reiken • il veut décrocher la lunemet de handen werken • travailler de ses mains〈 figuurlijk〉 met de hand op het hart iets verklaren • déclarer qc. la main sur le coeurmet de hand genaaid • cousu (à la) mainzich met hand en tand verzetten • se défendre comme un lion〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand stellen • manipuler qn.〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • mettre qn. dans sa pocheiets om handen hebben • avoir qc. à faire〈 figuurlijk〉 iets onder handen hebben • travailler à qc.〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • passer un savon à qn.op (met) de hand wassen • laver à la mainde hand op de knip houden • être près de ses soushand over hand toenemen • aller en augmentantiemand iets ter hand stellen • remettre qc. à qn. (en mains propres)iemand het werk uit de handen nemen • décharger qn. d'un travailer komt niets uit zijn handen • il n'arrive à rien (de bon)uit de hand eten • 〈letterlijk; m.b.t. dieren〉 accepter la nourriture dans la main de qn.; 〈 figuurlijk〉 manger dans la mainuit de eerste hand • de première mainvlug van de hand gaan • se vendre comme des petits painsiets van de hand doen • écouler qc.van hand tot hand gaan • passer de main en maingeen hand voor iemand, iets uitsteken • ne pas lever le petit doigt pour aider qn., faire qc.hij heeft er geen hand naar uitgestoken • il n'y a pas touchéhet zijn twee handen op één buik • ils s'entendent comme larrons en foire¶ wat is er daar aan de hand? • qu'est-ce qui se passe?alsof er niets aan de hand was • comme si de rien n'étaitiets in de hand werken • aider à qc.dat werkt misdaad in de hand • c'est une incitation au crimeiemand op zijn hand krijgen • mettre qn. de son côtéop iemands hand zijn • être du côté de qn.op handen zijn • être imminentvan de hand in de tand leven • vivre au jour le joureen voorstel van de hand wijzen • repousser une propositionbeschuldigingen van de hand wijzen • rejeter des accusationseen uitnodiging van de hand wijzen • décliner une invitation→ link=vogel vogel
См. также в других словарях:
parole — [ parɔl ] n. f. • 1080; lat. pop. °paraula, lat. ecclés. parabola « comparaison » (→ 1. parabole) I ♦ UNE, DES PAROLES : élément(s) de langage parlé (⇒ langage) . 1 ♦ Élément simple du langage articulé. ⇒ mot; expression. Vx Mot. « Ce n est pas… … Encyclopédie Universelle
parole — Parole. s. f. Mot prononcé. Parole bien articulée mal articulée. il ne sçait pas articuler ses paroles. parole distincte. belles paroles. paroles choisies. paroles energiques. paroles efficaces. paroles affectées, estudiées, bien arrangées. Dieu… … Dictionnaire de l'Académie française
parole — pa·role /pə rōl/ n [Old French, speech, word, prisoner s word of honor to fulfill stated conditions, from Late Latin parabola speech, parable, from Greek parabolē comparison]: a conditional release of a prisoner who has served part of a sentence… … Law dictionary
Parole (disambiguation) — Parole refers to an action of the judiciary system:Parole may also refer to: *Parole board, a panel used to determine who is eligible for parole *Probation officer, called a parole officer in some jurisdictions *Parole (United States immigration) … Wikipedia
Parole parole — Single par Mina et Alberto Lupo extrait de l’album Cinquemilaquarantatre Face A Parole parole Sortie Avril … Wikipédia en Français
Parole Directe — Genre Magazine politique Présentation Laurence Ferrari Participants François Bac … Wikipédia en Français
Parole (Politik) — Parole und Losung sind zwei Formen militärischer Kennworte. Wortherkunft Parole wurde in der Bedeutung „Wort, Rede“ bereits im Mittelhochdeutschen aus dem Französischen entlehnt. Im 17. Jahrhundert kam es zu einer zweiten Entlehnung innerhalb der … Deutsch Wikipedia
Parole — steht für: eine Form eines militärischen Kennworts, siehe Parole (Militär) ein Passwort einen Wahlspruch oder Slogan Parole (Linguistik) in der strukturellen Sprachwissenschaft die individuelle Sprachverwendung Parole (Programm) eine Software zur … Deutsch Wikipedia
Parole de Sagesse — La Parole de Sagesse est la loi de santé révélée en 1833 à Joseph Smith pour le bénéfice physique et spirituel des saints des derniers jours. Elle contient des conseils alimentaires et des mises en garde contre les substances à éviter, avec une… … Wikipédia en Français
Parole de sagesse — La Parole de Sagesse est la loi de santé révélée en 1833 à Joseph Smith pour le bénéfice physique et spirituel des saints des derniers jours. Elle contient des conseils alimentaires et des mises en garde contre les substances à éviter, avec une… … Wikipédia en Français
Parole (Militär) — Parole und Losung sind zwei Formen militärischer Kennwörter. Die Parole ist nur den Kommandeuren bekannt; bei Annäherung eines Truppenteils verlangt der Posten sie von dessen Kommandeur. Die Losung ist hingegen ein Doppelwort, das allen Soldaten… … Deutsch Wikipedia