-
1 gewoonte
♦voorbeelden:het is de gewoonte om • il est d'usage de2 de onhebbelijke gewoonte hebben om … • avoir le tort de …dat is anders mijn gewoonte niet • ce n'est pas dans mes habitudeseen gewoonte maken van • prendre l'habitude denaar, volgens gewoonte • comme d'habitudehij doet het uit gewoonte • il le fait par habitude -
2 anders
♦voorbeelden:mooi is anders • on ne peut pas dire que c'est beauanders worden • changerniets anders doen dan … • ne faire que …niets anders kunnen doen dan … • il ne … reste qu'à …niets anders willen doen dan … • ne pas aimer mieux que …het is niet anders • c'est comme çazo is het en niet anders • c'est ainsi et pas autrementanders dan anders • tout à fait originalanders dan hij beweerde • contrairement à ce qu'il a prétendu3 waarom zou hij anders zo koppig zijn? • sinon, pourquoi serait-il si têtu?maak dat je wegkomt of anders …! • fiche le camp, sinon …!hij weet het niet, anders zou hij het wel zeggen • il ne le sait pas, sinon il le dirait4 verwacht je regen? Daar ziet het anders niet naar uit • tu penses qu'il va pleuvoir?, on ne dirait pas, pourtant6 hoe vlug hij anders is, dit is boven zijn krachten • il a beau être rapide, c'est au-dessus de ses forces -
3 gebruik
♦voorbeelden:het gebruik van de handen missen • ne pas avoir l'usage de ses mainshet gebruik van tractoren • l'utilisation de tracteurshet gebruik van de tuin was hem toegestaan • il lui était permis de profiter du jardinartikel voor dagelijks gebruik • article de consommation courante, d'usage courantvoor eigen gebruik • pour (mon, ton etc.) usage personneleen slecht gebruik maken van iets • user mal de qc.alleen voor uitwendig gebruik • à usage externe(geen) gebruik van iets maken • (ne pas) se servir de qc.van de gelegenheid gebruik maken • profiter de l'occasionvan iemands uitnodiging gebruik maken • accepter l'invitation de qn.buiten gebruik raken • tomber en désuétudeiets buiten gebruik stellen • mettre qc. hors d'usagedoor het gebruik afslijten • se détériorer à l'usageiets in gebruik nemen • utiliser qc. pour la première foisalgemeen in gebruik zijn • être utilisé courammentin gebruik komen • devenir courantin het gebruik • à l'usageiets in gebruik stellen • mettre qc. en servicebekend zijn met het gebruik van iets • savoir (comment) se servir de qc.voor iemands gebruik • à l'usage de qn.het is een goed gebruik dat • c'est une bonne habitude deeen oud gebruik • un vieil usageeen plaatselijk gebruik • une coutume localeeen zonderling gebruik • une drôle d'habitudehet is hier het gebruik dat • il est d'usage que -
4 gewoon
1 [algemeen] ordinaire2 [gewend aan, vertrouwd met] habitué♦voorbeelden:de gewone betekenis van een woord • la signification courante d'un mothij is verschrikkelijk gewoon • il est terriblement ordinairehet gewone leven • la vie quotidiennede gewone manier van doen • la manière habituelleeen gewoon mens • un homme, une femme comme tout le mondedat is mijn gewone plaats • c'est ma place habituellegewone rechtbank • tribunal de droit commungewoon soldaat • simple soldatop het gewone tijdstip • à l'heure accoutuméegewone rode wijn • vin rouge ordinaireeindelijk ben ik weer gewoon • enfin je suis de nouveau moi-mêmeradio is nu iets heel gewoons • de nos jours la radio est quelque chose de banalgewoon zijn te, om • avoir l'habitude deII 〈 bijwoord〉1 [op de gebruikelijke wijze; in de gebruikelijke mate] normalement2 [ronduit gezegd] franchement3 [zonder meer] (tout) simplement♦voorbeelden:doe maar gewoon! • fais comme tout le monde!ga alsjeblieft gewoon zitten! • assieds-toi comme il faut!dat vlees is gewoon niet te eten • cette viande est franchement inmangeable't kan gewoon niet anders • c'est forcéje gaat gewoon naar hem toe • tu vas simplement le voir -
5 gewoontevorming
♦voorbeelden: -
6 hebbelijkheid
♦voorbeelden: -
7 ontwennen
-
8 wennen
1 [gewoon maken] habituer (à)1 [gewoon raken] s'habituer (à)2 [aarden] s'adapter♦voorbeelden:alles went • on se fait à toutdat zal wel wennen • tu t'y ferasik ben eraan gewend • j'en ai l'habitude -
9 anders
-
10 gebruik
-
11 gewoonte
-
12 hebbelijkheid
-
13 aanwennen
〈wederkerend werkwoord; zich aanwennen〉♦voorbeelden: -
14 aanwensel
-
15 afraken
♦voorbeelden:van de weg afraken • s'écarter de la routevan een gewoonte afraken • perdre une habitudevan het roken afraken • se déshabituer de fumer -
16 afwennen
1 déshabituer (qn.) de (qc.)♦voorbeelden:iemand het roken afwennen • désaccoutumer qn. du tabaczich het gokken afwennen • se guérir de sa passion du jeu -
17 als gewoonlijk kwam ze te laat
als gewoonlijk kwam ze te laat -
18 breken
1 [algemeen] casser2 [een einde maken aan] briser3 [schenden] manquer (à)♦voorbeelden:iemand de benen breken • briser les os à qn.hij heeft een fles gebroken • il a cassé une bouteilledit breekt mij het hart • cela me brise le coeureen zegel breken • briser un sceauhet breken • le fait de casseriemands wil breken • briser la volonté de qn.het breken • la rupturehet breken • la ruptureeen vrije dag breekt de week • un jour de congé coupe la semaine1 [stukgaan] se casser2 [een doorgang, scheiding forceren] percer3 [m.b.t. een jongensstem] muer4 [m.b.t. stralen] se réfracter♦voorbeelden:de lucht breekt • le ciel s'éclaircitde ruit is gebroken • le carreau est casséde golven breken tegen de kust • les vagues se brisent sur la côte5 met iemand breken • rompre avec qn.met een gewoonte breken • rompre avec une habitude→ link=ijs ijs -
19 dat wordt altijd zo gedaan
dat wordt altijd zo gedaan -
20 de macht der gewoonte
de macht der gewoonte
См. также в других словарях:
HABITUDE — Distincte de l’instinct, qui est un montage héréditaire plus ou moins prédéterminé, l’habitude est une conduite ou un ensemble de conduites pouvant s’acquérir par des actes répétés et se conservant de manière relativement stable. La capacité de… … Encyclopédie Universelle
habitude — HABITUDE. s. f. Coustume, accoustumance, disposition interieure acquise par plusieurs actes reïterez. Bonne habitude. mauvaise habitude. tourner en habitude. contracter une habitude. vieille habitude. par habitude. une longue habitude. peché d… … Dictionnaire de l'Académie française
Habitude — Hab i*tude (h[a^]b [i^]*t[=u]d), n. [F., fr. L. habitudo condition. See {Habit}.] 1. Habitual attitude; usual or accustomed state with reference to something else; established or usual relations. South. [1913 Webster] The same ideas having… … The Collaborative International Dictionary of English
habitude — HABITUDE: Est une seconde nature. Les habitudes de collège sont de mauvaises habitudes. Avec de l habitude on peut jouer du violon comme Paganini … Dictionnaire des idées reçues
habitude — (n.) custom, habit, c.1400, from O.Fr. habitude (14c.), from L. habitudinem (nom. habitudo) condition, appearance, habit, from pp. stem of habere (see HABIT (Cf. habit)). Related: Habitudinal (late 14c.) … Etymology dictionary
habitude — Habitude, Pour cognoissance et accez ou accointance, Consuetudo. Avoir habitude avec quelqu un, Rem habere cum aliquo … Thresor de la langue françoyse
habitude — [hab′i to͞od΄, hab′ityo͞od΄] n. [ME abitude < MFr habitude < L habitudo, condition, habit: see HABIT] 1. habitual or characteristic condition of mind or body; disposition 2. usual way of doing something; custom … English World dictionary
Habitude — (franz., spr. abitüd ), Gewohnheit; Gewandtheit, Fertigkeit; körperlicher Anstand … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Habitude — (frz. abitüd), Gewohnheit; habituell, zur Gewohnheit geworden … Herders Conversations-Lexikon
habitude — index behavior, condition (state), custom, practice (custom), usage Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton … Law dictionary
habitude — *habit, practice, usage, custom, use, wont Analogous words: attitude, stand, *position: *state, condition, situation Contrasted words: *mood, humor, temper: *caprice, whim, freak, vagary … New Dictionary of Synonyms