-
1 circuit
circuit [sierkŵie]〈m.〉1 traject ⇒ weg, afstand2 rondrit ⇒ rondreis, toer8 buizen-, leidingstelsel♦voorbeelden:faire le circuit de qc. • een tocht langs iets makenmettre qc. en circuit • iets aansluitenmettre qc. hors circuit • iets zonder stroom zetten5 circuit intégré • geïntegreerde schakeling, IC('tje)remettre qc. dans le circuit • iets weer van stal halenm2) traject, weg3) rondrit, rondreis4) (race)circuit, baan5) schakeling [elektriciteit]6) kringloop [economie] -
2 circuit d'autocar
circuit d'autocar -
3 circuit intégré
circuit intégrégeïntegreerde schakeling, IC('tje) -
4 coupe-circuit
-
5 couper le circuit
couper le circuit -
6 court-circuit
-
7 en circuit fermé
en circuit fermé -
8 faire le circuit de qc.
faire le circuit de qc. -
9 faire un long circuit
faire un long circuit -
10 mettre qc. en circuit
mettre qc. en circuit -
11 mettre qc. hors circuit
mettre qc. hors circuit -
12 mise hors circuit
mise hors circuit -
13 ouvrir un circuit
ouvrir un circuit -
14 remettre qc. dans le circuit
remettre qc. dans le circuitDictionnaire français-néerlandais > remettre qc. dans le circuit
-
15 être hors circuit
être hors circuit -
16 boucle
-
17 bouclé
-
18 ouvrir
ouvrir [oevrier]1 opengaan3 beginnenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:ouvrir un chemin • een weg aanleggen〈 informeel〉 ouvrir la lumière, le gaz • het licht, het gas aandoenouvrir l'oeil • oplettenouvrir un passage à qn. • een weg voor iemand banenouvrir la porte à • de deur openzetten voor, mogelijk makenouvrir la radio • de radio aanzettenouvrir un robinet • een kraan opendraaienouvrir les yeux à qn. • iemand de ogen openen1 opengaan ⇒ geopend worden, beginnen♦voorbeelden:il s'est ouvert à son amie • hij heeft zijn hart bij zijn vriendin uitgestorts'ouvrir le crâne en tombant • een gat in zijn hoofd vallens'ouvrir les veines • z'n polsen opensnijden1. v1) opengaan2) uitkomen (op), uitzien (op)3) beginnen5) beginnen2. s'ouvrirv1) opengaan, beginnen2) uitzien (op) -
19 autodrome
-
20 mise
mise [miez]〈v.〉1 〈wordt in 't Nederlands weergegeven op een manier die een handeling aangeeft die betrekking heeft op het erop volgende zelfstandig naamwoord en wordt meestal vertaald door ‘het + onbepaalde wijs’ of door ‘-ing’, bijv. het pensioneren of pensionering〉♦voorbeelden:mise à l'eau • tewaterlatingmise à exécution • uitvoeringmise à jour • (het) bijwerken〈 elektriciteit〉 mise à la masse • (het) aarden, aardingmise à prix • 〈 bij veiling〉 inzet; 〈 ook〉 geldelijke beloning uitgeloofd voor het vinden van een schuldigemise à la retraite • pensioneringmise à sac • plunderingmise au pas • (het) tot de orde roepenavoir une mise au point • de zaak met elkaar uitsprekenmise aux enchères • (het) veilen, veilingmise en accusation • (het) in staat van beschuldiging stellenmise en bouteilles • (het) bottelenmise en demeure • ingebrekestellingmise en état • (het) herstellenmise en garde • waarschuwingmise en liberté • invrijheidstellingmise en ondes • radiobewerking〈 boekwezen〉 mise en pages • opmaak, lay-outmise en place • 〈 van machine, toestel, inrichting〉plaatsing, opstelling, (het) aanbrengen; 〈 van politie, militairen〉 opstelling; 〈 van commissie〉 aanstellingfaire une mise en plis • watergolvenmise en pratique • (het) in praktijk brengenmise en route • (het) starten, (het) op gang brengenmise en scène • regie, ensceneringmise en sécurité, en sûreté • (het) in veiligheid brengenmise en service • (het) in dienst stellenmise en vente • (het) in de handel brengenmise en vigueur • (het) van kracht wordenmise hors combat • (het) uitschakelenmise hors service • (het) buiten dienst stellensauver la mise à qn. • iemand uit de brand helpenêtre de mise • van toepassing zijnne pas être de mise • niet gepast zijn————————
- 1
- 2
См. также в других словарях:
circuit — [ sirkɥi ] n. m. • 1257; circuite n. f. 1220; lat. circuitus, de circuire, circumire « faire le tour » 1 ♦ Vieilli Distance à parcourir pour faire le tour d un lieu. ⇒ contour, périmètre, pourtour, 3. tour. Le parc a quatre kilomètres de circuit … Encyclopédie Universelle
Circuit — may mean: In science and technology Circuit theory, the theory of accomplishing work by routing electrons, gas, fluids, or other matter through a loop Pneumatic circuit Hydraulic circuit Boolean circuit circuit (computer theory) Integer circuit a … Wikipedia
Circuit — Cir cuit, n. [F. circuit, fr. L. circuitus, fr. circuire or circumire to go around; circum around + ire to go.] 1. The act of moving or revolving around, or as in a circle or orbit; a revolution; as, the periodical circuit of the earth round the… … The Collaborative International Dictionary of English
Circuit TI — Circuit international d Okayama 34°54′54″N 134°13′16″E / 34.915, 134.22111 … Wikipédia en Français
circuit — cir·cuit n 1 a: a route formerly taken by traveling judges b: a district established within a state or the federal judicial system see also the judicial system in the back matter 2 cap: the court of appeals for a circuit in the federal judicial… … Law dictionary
circuit — CIRCUÍT, circuite, s.n. 1. Ansamblu de fire şi dispozitive bune conducătoare de electricitate care, împreună cu sursa curentului, formează un traseu închis pentru trecerea unui curent. ♢ (electron.; în sintagma) Circuit imprimat = circuit… … Dicționar Român
circuit — CIRCUIT. sub. mas. (Ce mot est de trois syllabes.) Enceinte, tour. Le circuit de la Ville. Faire le circuit des murailles. Le circuit d une Province. Un grand circuit. Un long circuit. Cette Ville a une grande lieue de circuit. [b]f♛/b] On dit… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
circuit — CIRCUIT. s. m. Enceinte, tour. Le circuit de la ville. faire le circuit des murailles. le circuit d une Province. un grand circuit. un long circuit. cette ville a une grande lieüe de circuit. On dit fig. Circuit de paroles, & cela se prend pour… … Dictionnaire de l'Académie française
circuit — UK US /ˈsɜːkɪt/ noun [C] ► IT a path for an electric current to flow through: »The most advanced chip technology, which uses circuits 65 nanometers apart, loses almost half of its power to leakage. »an electrical/electronic circuit → See also… … Financial and business terms
circuit — [sʉr′kit] n. [ME < OFr < L circuitus, a going around, circuit < circumire < circum (see CIRCUM ) + ire, to go: see YEAR] 1. the line or the length of the line forming the boundaries of an area 2. the area bounded 3. the act of going… … English World dictionary
circuit — (n.) late 14c., from O.Fr. circuit (14c.), from L. circuitus a going around, from stem of circuire, circumire go around, from circum round (see CIRCUM (Cf. circum )) + ire to go (see ION (Cf. ion)). Electrical sense is from 1 … Etymology dictionary