-
21 oproepsignaal
• call-up signal• calling signal -
22 roepletter
• call letter• call signal• calling letter -
23 verkorte adresaanroep
• abbreviated address callingNederlands-Engels Technisch Woordenboek > verkorte adresaanroep
-
24 aan zijn roeping beantwoorden
aan zijn roeping beantwoordenanswer one's calling, fulfil one's vocationVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan zijn roeping beantwoorden
-
25 aanroep
-
26 aanroeping
-
27 al
al1〈 bijwoord〉2 [versterking] all♦voorbeelden:al enige tijd, al vanaf juli • for some time past/now, (ever) since Julyik ben al een uur aan het roepen • I've been calling for the last hourdat is al oud • that's (already) olddat dacht ik al • I thought sois zij er nu al? • 〈 met klemtoon op nu〉 is she here already?is het nu al vier uur? • is it four (o'clock) already?is Jan er al? • is John here yet?ik heb het altijd al geweten • I've known it all alonghoe lang is hij al hier? • how long has he been here?dat wist zij toen al • she knew it even thenal in '82, al voor '82 • as early as '82, even before '82daar heb je het al • there you arezijn komst is al genoeg • just his coming is good enoughal te snel/spoedig/voorzichtig 〈enz.〉 • (far/all) too fast/soon/careful 〈enz.〉ze weten het maar al te goed • they know only too wellhij had het toch al moeilijk • he had enough problems as it wasik zie het hem al doen • I can (just) see him (doing it) now!je kunt ze al krijgen voor een tientje • you can buy them for as little as ten guildershij sprak al lachend • he laughed as he spokezij kwamen al nader en nader • they kept coming closer and closer (all the time)je kunt er al of niet gebruik van maken • you can take it or leave ithet al of niet slagen van … • the success or otherwise of …al naar gelang • depending onze zei heel weinig, als ze al wat zei • she said very little, if anythingdat lijkt er al meer op, dat is al beter • that's more like it————————al22 [met betrekking tot elk deel van een verzameling] all (of)♦voorbeelden:hij was één en al oor • he was all earshet was één en al ellende op tv gisteren • there was nothing but misery on TV yesterdayal met al • all in all————————al3♦voorbeelden:al de kinderen • all (of) the children————————al4〈 voegwoord〉1 though, although ⇒ even though/if♦voorbeelden:1 al ben ik arm, ik ben gelukkig • I may be poor, but I'm happyal zeg ik het zelf • even though I say so myselfhet is duidelijk, al is het moeilijk • it is clear, if difficultal was het alleen maar omdat • if only becauseook al is het erg • bad as it is/may beik deed het niet, al kreeg ik een miljoen • I wouldn't do it for a million pounds -
28 compliment
1 [lof] compliment♦voorbeelden:1 iemand een/zijn compliment maken over iets • pay someone a compliment on something, compliment someone on somethingnaar een complimentje vissen • fish for a compliment2 de complimenten van vader en of u even wilt komen • father sends his compliments and would you mind calling arounddoet u vooral mijn complimenten aan uw vrouw • (do give) my regards to your wife -
29 dat kind roept om zijn moeder
dat kind roept om zijn moederVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat kind roept om zijn moeder
-
30 de complimenten van vader en of u even wilt komen
de complimenten van vader en of u even wilt komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de complimenten van vader en of u even wilt komen
-
31 de gewoonte aannemen iedereen Sir te noemen
de gewoonte aannemen iedereen Sir te noemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de gewoonte aannemen iedereen Sir te noemen
-
32 een ongeluk zit in een klein hoekje
een ongeluk zit in een klein hoekje————————Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ongeluk zit in een klein hoekje
-
33 geroepene
-
34 gewoonte
♦voorbeelden:1 het is niet de gewoonte te … • it is not customary to …dat is anders mijn gewoonte niet • I don't usually do thateen gewoonte maken van • make a habit oftegen zijn gewoonte • contrary to his habit/usual practicehij doet het uit (louter) gewoonte • he does it out of (sheer) habit3 een goede/lastige gewoonte • a good/bad habitde gewoonte aannemen iedereen Sir te noemen • 〈 bewust〉 get into/; 〈 onbewust〉 fall into the habit of calling everyone Sireen gewoonte afleren • break (oneself of) a habithij heeft de gewoonte om • he has a habit/way of -
35 hij hoorde hun geroep niet
hij hoorde hun geroep nietVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij hoorde hun geroep niet
-
36 ik ben al een uur aan het roepen
ik ben al een uur aan het roepenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik ben al een uur aan het roepen
-
37 kunstenaarschap
1 [hoedanigheid] artistic callingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kunstenaarschap
-
38 naamkaartje
-
39 noemen
1 [een naam/hoedanigheid geven] call, name; christen, baptize, dub 〈 ook een bijnaam geven〉♦voorbeelden:1 noem jij dit een gezellige avond? • is this your idea of a pleasant evening?wij noemen onze dochter Mary • we're calling our daughter Marydat noem ik nou eens moed • that's what I call courage!noem je dat werken? • (do you) call that working?het is wat je noemt fantastisch • it is really fantasticiemand bij zijn voornaam noemen • call someone by his first nameeen kind naar zijn vader noemen • name a child after his father2 zijn zegsman noemen • name/cite one's sourcezijn inspanning mag ook genoemd worden • his efforts must not go unmentionedom maar eens iets te noemen • to name (but) a few 〈 namen, voorbeelden〉; to name only one 〈 één voorbeeld noemen〉; for instance -
40 ongeluk
2 [ongunstige toestand] misfortune3 [(verkeers)ongeval] (traffic) accident♦voorbeelden:een ongeluk begaan aan iemand • cause someone an injurykijk uit, er gebeuren ongelukken! • look out, or you'll have an accident!een ongeluk krijgen • have an accidenteen ongeluk zit in een klein hoekje • accidents can happenhij zou zich eens een ongeluk kunnen begaan • he might do something to himselfbij/per ongeluk • accidentally, by accidentper ongeluk iets verklappen • inadvertently let something slipzich een ongeluk lachen • split one's sides (laughing)iemand zich een ongeluk laten schrikken • scare the wits out of someonezich een ongeluk schreeuwen • shout one's head offwe schrokken ons een ongeluk • we had a terrible fright
См. также в других словарях:
Calling — Американская обложка игры Разработчик Hudson Soft Издатели Hudson Soft … Википедия
Calling — Call ing, n. 1. The act of one who calls; a crying aloud, esp. in order to summon, or to attact the attention of, some one. [1913 Webster] 2. A summoning or convocation, as of Parliament. [1913 Webster] The frequent calling and meeting of… … The Collaborative International Dictionary of English
calling — I noun activity, business, career, chosen work, concern, craft, employment, endeavor, enterprise, field, function, industry, job, learned profession, lifework, line, line of achievement, line of business, line of work, livelihood, living, means… … Law dictionary
calling — vocation, mid 13c., from prp. of CALL (Cf. call) (v.). The sense traces to I Cor. vii:20 … Etymology dictionary
calling — occupation, pursuit, business, *work, employment Analogous words: profession, *trade, craft, art, handicraft … New Dictionary of Synonyms
calling — [n] chosen profession art, business, career, craft, day gig*, do*, dodge*, employment, gig*, go*, handicraft, hang*, life’s work, lifework, line, métier, mission, nine to five*, occupation, play, province, pursuit, racket*, rat race*, slot*,… … New thesaurus
calling — ► NOUN 1) a profession or occupation. 2) a vocation … English terms dictionary
calling — [kôl′iŋ] n. 1. the action of one that calls 2. one s occupation, profession, or trade 3. an inner urging toward some profession or activity; vocation … English World dictionary
Calling — The act of calling for deer is to imitate sounds deer make in order to attract them to your area. Calling tactics include grunts, bleats, rattling, snort wheeze and more. This is a term that is used to refer to imitating different sounds… … Hunting glossary
Calling — For the religious sense of the word, see vocation. For the rock band, see The Calling . For the album by Japanese band Unsraw, see Calling (album). For the single by B z, see Calling (B z song)A game call is a device that is used to mimic animal… … Wikipedia
calling — /kaw ling/, n. 1. the act of a person or thing that calls. 2. vocation, profession, or trade: What is your calling? 3. a call or summons: He had a calling to join the church. 4. a strong impulse or inclination: She did it in response to an inner… … Universalium