-
1 Billard spielen
-
2 spielen
spielenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉2 glinsteren, schitteren, schijnen4 gebruik maken (van), doen gelden♦voorbeelden:1 Ball spielen • ballen, met de bal spelenBillard spielen • biljartenDame spielen • dammenden Gastgeber spielen • als gastheer optreden, voor gastheer spelenKarten spielen • kaarteneine Schallplatte spielen • een plaat spelen, draaienein Spiel spielen • een spelletje doen, spelenden Unschuldigen spielen • de onschuldige uithangen〈informeel; figuurlijk〉 was wird hier gespielt? • wat is (er) hier aan de gang?3 ins Grüne spielen • naar groen, het groene zwemendie Phantasie, Fantasie spielen lassen • de fantasie de vrije loop laten♦voorbeelden:sich um sein Vermögen spielen • zijn vermogen verspelen
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский