-
81 attrition
n. door natuurlijk verloop verminderen,slijtage; vermoeiendattrition1[ ətrisjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 af/uitslijting door wrijving♦voorbeelden:2 war of attrition • uitputtingsoorlog/slag3 the workforce will diminish through attrition • het personeelsbestand zal door natuurlijk verloop afnemen————————attrition2〈 werkwoord〉→ attrition out attrition out/ -
82 bat
eindletters (extensie) BAT, de laatste drie letters van een bestand dat een verzameling verwerkingen uitvoert (batch)bat1[ bæt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:〈Brits-Engels; informeel〉 off one's own bat • uit eigen beweging, op eigen houtje→ blind blind/————————bat2〈 batted〉1 battenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
83 blob
-
84 bookmark
n. boekenlegger (ook in computers); een verzameling favoriete Internet adressen die door de WWW gebruiker in een (bookmark) bestand zijn vastgelegdbookmark, bookmarker1 boekenlegger ⇒ blad/leeswijzer -
85 checksum
n. controletotaal; totaalcontrole; controle getal dat bij het overzenden van een bestand of bericht wordt toegevoegd om fouten in de transmissie te ontdekkenchecksum〈 computer〉 -
86 cookie
n. kleine zoete cake op platte pan gebakken; koekje; (internet, computers) koekje - bestand in hard disk van de gebruiker ingeplant door internetkanaal (bevat persoonlijke informatie over de gebruiker en wordt gebruikt om potentiële kopers te verkrijgen voor Internetreclame); kampkok; (Slang) iemand met speciale aard (Bv. "She is a smart cookie", "Tom is a tough cookie")→ cooky cooky/ -
87 cooky
n. kleine zoete cake op platte pan gebakken; koekje; (internet, computers) koekje - bestand in hard disk van de gebruiker ingeplant door internetkanaal (bevat persoonlijke informatie over de gebruiker en wordt gebruikt om potentiële kopers te verkrijgen voor Internetreclame); kampkok; (Slang) iemand met speciale aard (Bv. "She is a smart cookie", "Tom is a tough cookie")cooky, cookie,[ koekie] 〈meervoud: cookies〉 -
88 data set
-
89 decompress
v. druk verminderen; (in computers) uitspreiden, dekomprimeren, openmaken van een (gekomprimeerd, ingepakt) bestand, dekomprimeren[ die:kəmpres] 〈 techniek, technologie〉1 decomprimeren ⇒ verlagen van de druk in/op -
90 demo
n. (in computers) demonstratie bestand, partiële versie van programma of presentatie waardoor de gebruiker een indruk krijgt van haar mogelijkheden; demonstratie[ demmoo] -
91 digest
n. essentie, verkorte versie; (in computers) verzameling; een bestand waarin alle boodschappen van een gespreksgroep of listserver worden samengevat--------v. verteren; verteerd worden; begrijpendigest1[ dajdzjest] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————digest2[ dajdzjest]1 verteren1 verteren ⇒ slikken; verwerken, in zich opnemen -
92 document
n. dokument (ook in computers); diploma; (in computers) dokument; een bestand dat de resultaten van het werk van de gebruiker bevat--------v. documenterendocument1[ dokjoemənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————document2[ dokjoement] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
93 eps
eindletters (extensie) EPS; extensie van een ingekapseld postscript bestand〈 afkorting〉1 [earnings per share] winst per aandeel -
94 equal to
-
95 equal
adj. gelijk, identiek, geheel gelijk; geschikt, begaafd--------n. gelijk; gelijkwaardig--------v. evenaren, gelijk zijn aanequal1[ ie:kwəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————equal21 gelijk ⇒ overeenkomstig, hetzelfde♦voorbeelden:all other things being equal • onder overigens gelijke omstandighedenequal to • gelijk aanequal opportunity • gelijkberechtigingequal opportunities employer • een werkgever die geen discriminatie toepast¶ equal to • opgewassen/bestand tegen, in staat tot————————equal3〈werkwoord; Brits-Engels equalled〉♦voorbeelden:she equalled him in cruelty • zij was even wreed als hij -
96 extension
n. uitbreiding; toevoegsel; verlenging; (in computers) extensie; eindletters, groep tekens (in DOS - 3 letters) aan het einde van een bestandsnaam, dat het soort bestand aangeeft[ ikstensjn]1 aanvulling ⇒ verlenging, toevoeging3 uitstel(periode/verlenging) ⇒ langer tijdvak♦voorbeelden:the two extensions of this table • de twee schuiven/uittrekbladen van deze tafelask for extension 212 • vraag om toestel 2123 did the creditor grant him an extension? • verleende de schuldeiser hem uitstel van betaling?1 uitbreiding ⇒ vergroting, verlenging, expansie2 uitgebreidheid ⇒ omvang, reikwijdte, grootte♦voorbeelden:the extension of your knowledge • de vergroting van je kennisthe extension of this railway • het doortrekken van deze spoorlijnthe extension of his success • de omvang van zijn succes -
97 handle
n. handvat; titel; bijnaam; (in computers) specifiek identifikatieteken dat aan een bestand wordt gegeven waardoor toegang aan een programma wordt verleend--------v. aanraken; bevoelen; zorgen voor; handelen in-handle1[ hændl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 handvat ⇒ hendel, steel2 knop ⇒ kruk, k3 gevest ⇒ heft, greep♦voorbeelden:get a handle on something • greep krijgen op iets, iets onder de knie krijgendon't give your enemies a handle against you • laat je vijanden geen vat op je krijgen————————handle2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 hanteren ⇒ bedienen, manipuleren♦voorbeelden:6 can he handle that situation? • kan hij die situatie aan? -
98 import
n. geïmporteerd (ook in computers); betekenis, belang, bedoeling; (in computers) het importeren van een bestand dat van het ene naar het andere programma--------v. importeren; aanhalen; bevelen; belang hebben bij-import1[ impo:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————import2[ impo:t] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
99 instance
n. geval; voorbeeld; verzoek; instantie; (in computers) speciaal object van afdeling (bestand dat in computer kan lopen)--------v. een voorbeeld geven van, aantonen, aanhaleninstance1[ instəns] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————instance2〈 werkwoord〉1 een voorbeeld geven van ⇒ aanhalen, aantonen -
100 lib
n. eindletters (extensie) LIB, eindletters van een biblioteek bestand, (in computers) bestanden die tezamen een biblioteek vormen1 〈 ongeveer〉emancipatie/bevrijding(sbeweging)
См. также в других словарях:
Bestand — steht für: Bestand (Forstwirtschaft) Bestand (Bauwesen) Bibliotheksbestand verschiedene Formen von Lagerbestand, siehe Lagerhaltung Diese Seite ist eine Begriffsklärung … Deutsch Wikipedia
Bestand — Bestand, 1) so v.w. Dauer; 2) (Forstw.), die auf einem District stehenden Bäume zusammengenommen; 3) das Holz selbst, so 40 , 60jähriger B.; 4) was nach gefertigter Rechnung über Ausgabe u. Einnahme, über Verbrauch u. Zuwachs an Geld (Kassen B.) … Pierer's Universal-Lexikon
Bestand — Bestand, forstwirtschaftlich die Vereinigung vieler Holzpflanzen zu einem solchen Ganzen, daß es in allen Lebensaltern Gegenstand wirtschaftlicher Sonderbehandlung sein kann. Der reine B. besteht aus einer, der gemischte aus mehreren Holzarten … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Bestand — Bestand, im Forstwesen, das auf einem gewissen Districte wachsende Holz, daher 25 , 50jähriger B. – In einigen Gegenden so viel als Pacht, Beständer = Pächter, Bestandsgeld = Pachtgeld … Herders Conversations-Lexikon
Bestand — 1. ↑Fundus, ↑Inventar, ↑Supply, 2. ↑Status, Subsistenz … Das große Fremdwörterbuch
Bestand — Bestand, beständig, Bestandteil ↑ stehen … Das Herkunftswörterbuch
Bestand — Fortbestand; Verbleiben; Fortdauer; Repertoire; Vorrat; Grundstock; Sammlung; Fundus; Auswahl; Lagerbestand; Inventar; Bestandsverzeichnis … Universal-Lexikon
Bestand — Be·stạnd der; (e)s, Be·stän·de; 1 nur Sg; das Existieren einer Sache zu einem gewissen Zeitpunkt und in der Zukunft ≈ Fortdauer <etwas hat keinen Bestand; etwas ist von (kurzem) Bestand>: Der Bestand des Betriebes ist bedroht 2 der Bestand … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Bestand — der Bestand, ä e (Mittelstufe) eine bestimmte zur Verfügung stehende Menge von etw., Vorrat Beispiele: In das Inventar wurden alle Bestände aufgenommen. Der Bestand an Pkws in Deutschland beträgt 46 Millionen Stück. der Bestand (Aufbaustufe)… … Extremes Deutsch
Bestand — Be|stạnd , der; [e]s, Bestände; Bestand haben; von Bestand sein; der zehnjährige Bestand (österreichisch für das Bestehen) des Vereins; ein Gut in Bestand (österreichisch für Pacht) haben, nehmen … Die deutsche Rechtschreibung
Bestand — 1. Beständigkeit, Bestehen, Dauer, Dauerhaftigkeit, Fortbestand, Fortbestehen, Fortdauer; (auch Fachspr.): Permanenz; (Philos.): Subsistenz. 2. Fundus, Grundstock, Inventar, Lager, Status, Substanz, vorhandene Menge, Vorhandenes, Vorrat; (geh.):… … Das Wörterbuch der Synonyme