-
1 imposed an attachment
beslag leggen op- (bezittingen in beslag nemen) -
2 distrain
v. beslag leggen (op)♦voorbeelden:1 distrain upon someone/someone's goods for non-payment of rent • beslag leggen op iemands goederen wegens huurschuld -
3 Arrest
Arrest〈m.; Arrest(e)s, Arreste〉♦voorbeelden:im, in Arrest sitzen • in arrest zittenArrest auf die Güter legen • beslag leggen op de goederenden Besitz mit Arrest belegen, unter Arrest stellen • beslag leggen op de bezittingen -
4 accaparer
accaparer [aakaapaaree]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:accaparer qn. • beslag leggen op iemandv2) inpalmen3) beslag leggen (op), monopoliseren -
5 saisir
saisir [sezzier]2 aangrijpen ⇒ waarnemen, gebruik maken van3 opmerken ⇒ opvangen, waarnemen4 begrijpen ⇒ (be)vatten, doorhebben5 bevangen ⇒ aangrijpen, overvallen♦voorbeelden:saisir par le regard • overziensaisir par l'intuition • intuïtief begrijpen→ ballele Conseil municipal fut saisi de la question • de zaak werd voorgelegd aan de gemeenteraadsaisir un tribunal d'une affaire • een zaak bij een rechtbank aanhangig makenv2) aanhouden4) aangrijpen5) opmerken6) begrijpen, snappen7) begrijpen, bevatten8) invoeren [gegevens] -
6 embargo
n. embargo--------v. embargoembargo1[ imba:goo] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: embargoes〉♦voorbeelden:lift/raise/remove an embargo • een embargo opheffenthese products are under an embargo • op deze producten rust een embargo————————embargo2〈 werkwoord〉1 een embargo leggen op ⇒ beslag leggen op; blokkeren -
7 sequester
v. afzonderen; beslag leggen op1 afzonderen ⇒ verborgen/afgezonderd houden -
8 annexer
-
9 confiscate
v. beslag leggen; in beslag nemen[ konfiskeet] 〈zelfstandig naamwoord: confiscation〉1 in beslag nemen ⇒ verbeurd verklaren, afnemen♦voorbeelden: -
10 Beschlag
-
11 конфисковать
vgener. aanhalen (контрабандные товары), benaderen, beslag leggen op, confisqueren, in beslag nemen, inbeslagnemen, verbeurdverklaren -
12 impound
v. in beslag nemen (goederen); inhouden (paspoort)[ impaund]1 beslag leggen op ⇒ confisqueren, in bewaring nemen -
13 monopoliser
-
14 beanspruchen
-
15 beschlagnahmen
beschlagnahmen1 in beslag nemen, beslag leggen op -
16 наложить руку
vgener. beslag leggen op (на что-л.), de hand op (iets) leggen (на что-л.) -
17 наложить эмбарго
vgener. beslag leggen op (на что-л.), onder embargo leggen -
18 Tag
〈m.; Tag(e)s, Tage〉♦voorbeelden:seine großen Tage haben • grootse dagen belevenguten Tag! • (goeden)dag!den lieben langen Tag • de godganse(lijke) dageines schönen Tages • op een goeie dagdie Tage nehmen ab, zu • de dagen korten, lengenjemandem den Tag stehlen • op iemands (kostbare) tijd beslag leggenden Tag totschlagen • de tijd dodenalle acht Tage • om de acht dagendieser Tage • (een) dezer dagenjeden zweiten Tag • om de andere dag, om de twee dagenam Tag(e) • overdagspät am Tag • laat op de dagam folgenden, nächsten Tag, am Tag(e) darauf • de volgende dag, de dag daaropan den Tag kommen, treten • aan het licht komenviel Mut an den Tag legen • veel moed aan de dag leggenauf seine alten Tage • op zijn oude dagauf den Tag (genau) • (precies) op de dag zelfaus fernen Tagen • uit het verre verledenbei Tage besehen • op de keper beschouwdbis in den Tag hinein schlafen • een gat in de dag slapenTag für Tag • dag na dagbis in unsere Tage • tot op onze dagenin den Tag hinein leben • van de ene dag in de andere levenin seinen jungen Tagen • in zijn jonge jareneinen Tag nach dem anderen • dag aan dagden Tag über • overdageinen Tag um den anderen • om de andere dagTag um Tag verging • dag na dag verstreekunter Tags • overdagKohle zu Tag fördern • kolen delveneines Tages • op een dag, op zekere dagewig und drei Tage • een eeuwigheidein Unterschied wie Tag und Nacht • een verschil van dag en nacht〈 spreekwoord〉 es ist noch nicht aller Tage Abend • wat niet is, kan nog komen -
19 наложить арест
vgener. beslag leggen op (на что-л.) -
20 описывать
vgener. (что-л.) invulling geven aan (iets), aanduiden, schilderen, afbeelden, afschilderen, beschrijven (êðóã), beslag leggen op (имущество), omschrijven, omtrekken, schetsen, uitduiden, uittekenen
Страницы
См. также в других словарях:
Beschlag — Etwas in Beschlag nehmen. Holl.: Ergens beslag op leggen. (Harrebomée, I, 50.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon