-
1 disposition
beschikking -
2 to have at one's disposal
beschikkingEnglish-Dutch technical dictionary > to have at one's disposal
-
3 läggning
beschikking -
4 disposition
disposition [diespooziesjõ]〈v.〉1 indeling ⇒ schikking, inrichting4 neiging ⇒ stemming, zin♦voorbeelden:être dans de bonnes, mauvaises dispositions • een goed, slecht humeur hebben1. f1) indeling, inrichting2) beschikking3) bepaling4) neiging2. dispositionsf pl1) maatregelen2) aanleg, begaafdheid -
5 Verfügung
Verfügung〈v.; Verfügung, Verfügungen〉1 beschikking ⇒ maatregel, bepaling2 beschikking ⇒ dispositie, vrij gebruik♦voorbeelden:die letztwillige Verfügung • de uiterste wilsbeschikkingdurch ministerielle Verfügung • bij ministeriële beschikking -
6 disposal
n. het wegdoen; afdoening, afhandeling; verwijdering van afval, vernietiging van afval[ dispoozl]1 → disposal unit disposal unit/2 afdoening ⇒ afhandeling, regeling3 overdracht ⇒ verkoop, schenking5 plaatsing ⇒ ordening, rangschikking♦voorbeelden: -
7 disposition
n. plaatsing, rangschikking; aard, neiging[ dispəzisjn]1 plaatsing ⇒ rangschikking, ordening, opstelling2 beschikking ⇒ regeling, maatregel3 aard ⇒ karakter, neiging♦voorbeelden: -
8 hand
adj. handig, v.d. hand--------n. hand; handschrift; wijzer; 4 inch; kaarten i.d. hand van kaartspeler; arbeider; matroos--------v. aanreiken, doorgeven, geven; helpenhand1[ hænd]1 hand2 voorpoot3 arbeider ⇒ werkman; bemanningslid9 kant ⇒ zijde, richting♦voorbeelden:with bare hands • met de blote handchange hands • van hand verwisselenhold/join hands • (elkaar) de hand gevenread a person's hand • iemand de hand lezenshake someone's hand, shake hands with someone • iemand de hand drukken/geven/schuddenwring one's hands • ten einde raad zijnhands off! • bemoei je er niet mee!hands up! • handen omhoog!close/near at hand • heel dichtbijgo from hand to hand • van hand tot hand gaanAjax has a game in hand • Ajax heeft een wedstrijd minder gespeeldhand in hand • hand in handmake/earn money hand over fist • geld als water verdienenall hands on deck! • alle hens aan dek!be a poor hand at something • geen slag van iets hebbenhave a good/bad/poor hand • goeie/slechte kaarten hebbenoverplay one's hand • te veel wagen, te ver gaanplay into someone's hands • iemand in de kaart spelenshow/reveal one's hand • zijn kaarten op tafel leggenunderplay one's hand • niet het achterste van zijn tong laten zienon the one/other hand • aan de ene/andere kantwait on/serve someone hand and foot • iemand op zijn wenken bedienenbe hand in/and glove with someone • dikke vrienden zijn met iemandthey are hand in glove • ze zijn twee handen op één buikput one's hand in one's pocket • dokkenhave one's hand in the till • de kas lichter makennever do a hand's turn • nooit een vinger uitstekenbe/go hand in hand • samengaanhe has bitten the hand that fed him • hij bevuilde het eigen nestnot do a hand's turn, not lift a hand • geen hand uitstekenforce someone's hand • iemand tot handelen dwingengrease/oil someone's hand • iemand omkopenkeep your hands off! • hou je handen thuis!lay/put one's hand on • de hand weten te leggen oplift/raise a/one's hand to/against someone • iemand bedreigensit on one's hands • niets doenstrengthen one's hand • zijn positie verbeterentake/carry one's life in one's hands • zijn leven riskerenthrow in one's hand • zich gewonnen geventhrow up one's hands, throw one's hands up in the air • het opgevenmy hands are tied • ik ben machteloostip one's hand • zich in de kaart laten kijkenturn/set/put one's hand to something • iets ondernemen〈 eufemistisch〉 where can I wash my hands? • waar is het toilet?wash one's hands of something • zijn handen van iets aftrekkenwin hands down • op één been winnenat the hands of someone, at someone's hands • van(wege)/door iemandsuffer at someone's hands • onder iemands handen lijdenbring up a kitten by hand • een katje met de fles grootbrengenlive from hand to mouth • van de hand in de tand levenhave money in hand • geld ter beschikking hebbencash in hand • contanten in kasthe work is well in hand • het werk schiet goed opwe have plenty of time in hand • we hebben nog tijd genoegthe matter in hand • de lopende zaakhold oneself in hand • zich beheersenbe on hand • beschikbaar zijnrefuse something out of hand • iets botweg weigerenhave someone eating out of one's hand • iemand volledig in zijn macht hebbento hand • bij de hand, dichtbijready to hand • kant-en-klaarcome to hand • in het bezit komenyour letter is to hand • uw brief is aangekomena hand-to-mouth existence • een leven van dag tot dag; 〈 ongeveer〉te veel om dood te gaan, te weinig om van te levenwith one hand (tied) behind one's back • zonder enige moeite(at) first/second hand • uit de eerste/tweede hand2 hulp ⇒ steun, bijstand3 controle ⇒ beheersing, bedwang♦voorbeelden:write a legible hand • een leesbaar handschrift hebbengiven under his hand and seal • door hem eigenhandig geschreven en bezegeld3 have/take the situation well in hand • de toestand goed in handen hebben/nementake in hand • onder handen nemenget out of hand • uit de hand lopenhere's my hand (up)on it! • mijn hand erop!win a woman's hand • de liefde van een vrouw winnentake a hand (in) • een rol spelen (in)he died by his own hand • hij sloeg de hand aan zichzelfget one's hand in at something • iets onder de knie krijgenhave/keep one's hand in • in oefening blijven, bijhouden→ upper upper/1 macht ⇒ beschikking, gezag♦voorbeelden:change hands • in andere handen overgaan/van eigenaar veranderenput/lay (one's) hands on something • de hand leggen op ietsthe matter is completely in your hands now • u hebt de zaak nu volledig in eigen handthe matter is in the hands of the police • de zaak is in handen van de politiethe children are off my hands • de kinderen zijn de deur uittake something off/out of someone's hands • iemand iets uit handen nemenhave something on one's hands • verantwoordelijkheid dragen voor ietshave time on one's hands • tijd zat hebben————————hand2〈 werkwoord〉1 overhandigen ⇒ aanreiken, (aan)geven2 helpen ⇒ een handje helpen, (ge)leiden♦voorbeelden:hand back • teruggevenhand round • ronddelen2 hand someone into/out of a bus • iemand een bus in/uithelpen -
9 disponibilité
disponibilité [diesponniebielietee]〈v.〉♦voorbeelden:2 il est en disponibilité • hij staat op wachtgeld, hij is met verlofmettre en disponibilité • op wachtgeld stellen, met verlof sturen→ mise1. f2) wachtgeld [ambtenaar]2. disponibilitésf pl -
10 disposer
disposer [diespoozee]1 beslissen ⇒ beschikken, maatregelen nemen♦voorbeelden:vous pouvez disposer • u kunt (wel) gaan→ hommeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (rang)schikken ⇒ ordenen, opstellen♦voorbeelden:1 zich klaarmaken (om) ⇒ zich voorbereiden, op het punt staan (om te)1. v1) beslissen, maatregelen nemen2. se disposer (à)v -
11 Bestimmung
Bestimmung〈v.; Bestimmung, Bestimmungen〉2 bestemming ⇒ doel, lot, roeping, (voor)beschikking4 aanwijzing, aanstelling♦voorbeelden:das war Bestimmung • dat was zo voorbestemd -
12 Fügung
-
13 отпускать
in vrijheid stellen, laten gaan, vrijlaten ; verkopen, leveren ; ter beschikking stellen -
14 отпустить
in vrijheid stellen, laten gaan, vrijlaten ; verkopen, leveren ; ter beschikking stellen -
15 располагать
plaatsen, opstellen ; stemmen, winnen ; beschikken, ter beschikking -
16 распоряжение
verordening, order, bevel ; beschikking -
17 быть в распоряжении
vgener. ter beschikking zijnRussisch-Nederlands Universal Dictionary > быть в распоряжении
-
18 власть
ngener. beschikking, autoriteit, beheersing, gebied, gezag, macht, meesterschap (хозяина, мастера и т.п.), bewind, heerschappij, overheid, vermogen -
19 воля
ngener. vrijheid, vrijheidsgevoel, beschikking, wil -
20 декрет
ngener. beschikking, decreet, dekreet, edict, edikt
См. также в других словарях:
Scouting Nederland — Headquarters … Wikipedia
Давидс, Эдгар — Эдгар Давидс … Википедия
Holiday Home Mandarine Les Taillades — (Robion en Luberon,Франция) Категория отеля: 2 звездочный отель Адрес … Каталог отелей