-
41 empty/load changeover
empty/load changeover BAHN Leer-/Beladen-Stellung f (der Wagenbremse)English-german engineering dictionary > empty/load changeover
-
42 load
load3 ELEK, STAT, TECH Beanspruchung fload4 MESS Bürde f (in Ohm gemessen)load5 STAT, TECH Auflast f (Unter der Belastung eines Tragwerkes versteht man jene Kräfte, die aus dem Eigengewicht, der Benutzung und dem Zweck des Bauwerkes herrühren); Belastung f, Last f -
43 loading
loading1 BERGB, FÖRD, UMSCHL, ZER Aufgabe f (Ladevorgang); Beladung f (Ladevorgang)loading2 ELEK, STAT, TECH Beanspruchung floading3 STAT, TECH Belastung floading4 STB Ladung floading5 TECH Beladen n, Lastenzug mloading6 TECH, STAT Auflast f (Unter der Belastung eines Tragwerkes versteht man jene Kräfte, die aus dem Eigengewicht, der Benutzung und dem Zweck des Bauwerkes herrühren) -
44 loading of the transport crawler
English-german engineering dictionary > loading of the transport crawler
-
45 stowage
-
46 stowing
-
47 encumbered with parcels
encumbered with parcels -
48 heavy with
heavy with -
49 heavy-laden
-
50 heavy
adj. zwaar; moeilijk--------adv. zwaar--------n. De rol van de slechte, slecht (bij theater); Invloedrijk persoonheavy1————————heavy2[ hevvie] 〈bijvoeglijk naamwoord; heaviness〉2 zwaar ⇒ hevig; aanzienlijk7 streng♦voorbeelden:1 a heavy fog • een dichte/zware mistheavy industry • zware industrieheavy with • zwaar beladen metheavy with child • hoogzwangerheavy with the smell of roses • doortrokken van de geur van rozenheavy necking/petting • stevige vrijpartijheavy seas • zware zeeëna heavy sleeper • een vaste/diepe slaperheavy traffic • druk/zwaar verkeer; vrachtverkeera heavy turnout • een grote opkomstwith a heavy hand • met ijzeren handmake heavy weather of something • moeilijk maken wat makkelijk is————————heavy3〈 bijwoord〉1 zwaar♦voorbeelden:lie heavy • zwaar wegen/drukken -
51 lade
v. laden, beladen1 laden ⇒ vracht innemen/aan boord nemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (be)laden ⇒ bevrachten, verschepen -
52 load
n. vracht, lading; last; depressie--------v. inladen, laden; beladen; overladen; opladen; belastenload1[ lood] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:they have loads of money • ze zwemmen in het geld¶ come down like a load of bricks (on someone) • met een geweldige smak neerkomen (op iemand); plotseling te keer gaan (tegen iemand)————————load2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the table was loaded with presents • de tafel stond vol met cadeausthe dice seem to be loaded against me • het lijkt erop dat ik tegengewerkt word -
53 loaded
adj. opgeladen; beladen; dronken; schatrijk; vals (dobbelstenen bij spel)[ loodid]♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
54 medals smothered his chest
-
55 pile
n. hoop; veel; verzameling gebouwen bij elkaar; batterij; stapel; aambei--------v. opstapelen; ophopenpile1[ pajl]1 (hei)paal ⇒ staak, pijler4 hoog/groot gebouw(encomplex) ⇒ blok gebouwen♦voorbeelden:1 dons ⇒ wol, vacht————————pile21 zich ophopen/opstapelen ⇒ samentroepen/stromen♦voorbeelden:1 pile in • binnenstromen/drommenpile up • zich opstapelenthey piled into the car • ze persten zich in de autoII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stapelen ⇒ opstapelen, beladen, vullen♦voorbeelden:pile the pressure on • de druk verhogenpile wood on(to) the fire • hout op het vuur gooienpile on/up something • iets opstapelenpile up a car • een auto in de vernieling rijden -
56 plaster
n. pleister; cement; pleister--------v. besmeren; aanplakken; gips leggen, gipsen; groot verlies lijden (slang)plaster1[ pla:stə] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 gips♦voorbeelden:————————plaster2〈 werkwoord〉1 pleisteren ⇒ bepleisteren, bedekken♦voorbeelden:plaster over/up • dichtpleisteren -
57 smother
n. stikkende rook; smoren--------v. verstikken, uitdoven, onderdrukkensmother1[ smuðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 massa————————smother2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:smothered in cream • rijkelijk met room bedekt -
58 weigh down
v. belasten, overladen; kracht uitoefenen met zwaar gewicht, omlaag drukkenweigh down -
59 weigh
v. wegen, afwegen (voorwerp of voorstel); gewichtig zijn; zwaar tillen aan; bewegen tot; doorslag geven; verankeren[ wee]♦voorbeelden:¶ weigh in • bijdragen, steunenweigh against someone/something • ten nadele van iemand/iets werkenweigh in with • aan komen zetten met, te berde brengen1 wegen ⇒ het gewicht hebben/vaststellen (van)♦voorbeelden:it weighs four pounds • het weegt vier pondweigh out • afwegen♦voorbeelden:weigh one's words • zijn woorden wegenweigh up the situation • de situatie opnemenhis marriage problems weigh him down • hij gaat gebukt onder zijn huwelijksproblemen -
60 weighted down with many parcels
weighted down with many parcelsbeladen met/gebukt onder veel pakjes
См. также в других словарях:
Beladen — Beladen, verb. irreg. act. (S. Laden,) mit einer Ladung versehen. Einen Wagen, ein Pferd, einen Esel beladen. Ein beladener Wagen. Figürlich, ein lästiges oder beschwerliches Geschäft übertragen. Sich mit Sorgen, mit anderer Leute Geschäften… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
beladen — V. (Aufbaustufe) auf jmdn. oder etw. eine Last laden Synonyme: befrachten, bepacken, laden, voll laden, aufladen, aufpacken Beispiele: Der Lastwagen wurde mit Kies beladen. Schwer mit Taschen beladen hat er den Laden verlassen … Extremes Deutsch
beladen — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • laden Bsp.: • Das Auto war mit unseren Koffern beladen … Deutsch Wörterbuch
Beladen — Beladen, 1) (Her.), so v.w. Belegt; 2) von größeren Thieren, in ihren Pranken od. Klauen etwas tragend; 3) bei Pferden von verschiedenen Körpertheilen, die zu fleischig sind, daß die freie Beweglichkeit des Thieres darunter leidet; so bes.: B e… … Pierer's Universal-Lexikon
Beladen — der Güterwagen, s. Eisenbahnverkehr … Lexikon der gesamten Technik
beladen — belasten (mit); auferlegen; aufbürden; bepacken; beschweren; oktruieren; auflasten; aufladen; strapazieren; aufgeladen; belasten; laden … Universal-Lexikon
beladen — be·la̲·den; belädt, belud, hat beladen; [Vt] etwas (mit etwas) beladen etwas auf eine Fläche (meist eines Fahrzeugs) laden: einen Lastwagen mit Erde beladen || hierzu Be·la̲dung die; nur Sg … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
beladen — a) aufpacken, befrachten, bepacken, beschweren, laden, vollladen, vollpacken; (bes. Bergmannsspr.): verfüllen; (Seew.): abladen. b) aufladen, auflasten, aufpacken; (geh.): aufbürden; (salopp): aufsacken. c) behängen, überfüllen, überhäufen,… … Das Wörterbuch der Synonyme
Beladen — Laden (n), Beladen (n) eng loading … Arbeitssicherheit und Gesundheitsschutz Glossar
Beladen — krūvis statusas T sritis švietimas apibrėžtis Pagrindinių ir papildomų pedagoginių priedermių visuma. atitikmenys: angl. load vok. Beladen rus. нагрузка … Enciklopedinis edukologijos žodynas
Beladen — * Er ist beladen wie ein Packesel. – Frischbier, I, 314. Mit Arbeiten überhäuft … Deutsches Sprichwörter-Lexikon