-
41 exhibition
n. tentoonstelling; studiebeurs (BE)[ eksibbisjn]♦voorbeelden:¶ make an exhibition of oneself • zich belachelijk aanstellen/maken -
42 exhibitionist
n. exhibitionist, belachelijk aanstellen; van kleding ontdoen[ eksibbisjənist] 〈bijvoeglijk naamwoord: exhibitionistic〉 -
43 grotesqueness
n. groteskheid, zonderling doen; belachelijk doen; gegrinnik, gegiechel[ grootesknəs] -
44 guy
n. jongen, vent, kerel (spreektaal); stormlijn; anker--------v. voor het lapje houden; travesteren (op het toneel)guy1[ gaj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 mens ⇒ 〈 meervoud〉 lui, jongens, mensen 〈ook wel onvertaald; slaat op jongens en meisjes〉4 〈 verkorting〉[guy rope]♦voorbeelden:2 where are you guys going? • waar gaan jullie naar toe?————————guy2〈 werkwoord〉1 tuien ⇒ vastzetten met een stormlijn/borg/topreep -
45 indeed
adv. inderdaad; werkelijk, zelfs, waar--------interj. waar?[ indie:d]4 〈 om met iets in principe in te stemmen, maar om daarna een relativerende opmerking te plaatsen〉 toegegeven ⇒ uiteraard6 〈 als uitroep, om een woord te benadrukken, waar je het niet mee eens bent〉belachelijk! ⇒ ja ja, laat me niet lachen♦voorbeelden:1 is it blue? indeed • is het blauw? inderdaad2 I don't mind. indeed, I would be pleased • ik vind het best. Sterker nog, ik zou het leuk vinden4 indeed it is true, but … • het is uiteraard waar, maar …6 well paid, indeed! We lexicographers can't even afford this dictionary • goed betaald! Laat me niet lachen. Wij lexicografen kunnen dit woordenboek zelfs niet betalen -
46 jest
n. grap, kwinkslag, mop--------v. grappen maken; (iemand) belachelijk makenjest1[ dzjest] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————jest2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
47 laugh at
-
48 laugh
n. lach; glimlach; vermaak; uitlachen--------v. lachen; met lachen uitdrukken; glimlachen; grappenmaken; uitlachen; toelachenlaugh1[ la:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 lach ⇒ manier van lachen, lachje♦voorbeelden:3 for laughs • voor de gein/lolget/have the laugh of/on someone • iemand op zijn nummer zetten————————laugh21 lachen2 in de lach schieten ⇒ moeten/beginnen te lachen♦voorbeelden:→ laugh at laugh at/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lachend uiten/zeggen2 belachelijk maken ⇒ uitlachen, weglachen♦voorbeelden:laugh off • met een lach/grapje afdoen¶ laugh oneself sick • zich ziek/dood/een ongeluk lachen〈 spreekwoord〉 laugh and the world laughs with you; cry and you cry alone • vrolijke mensen hebben altijd veel vrienden om zich heen; treurige mensen worden gemeden→ laugh away laugh away/ -
49 lay oneself open to ridicule
-
50 loutish
adj. pummelachtig, grof, onbehouwen, belachelijk[ lautisj] 〈 loutishness〉1 hufterig ⇒ onbeschoft, lomp -
51 make a fool of oneself
-
52 make a spectacle of oneself
-
53 make an exhibition of oneself
zich belachelijk aanstellen/maken -
54 open
adj. open; bloot; eerlijk; vrij (een baan is beschikbaar)--------n. open plaats; ruimte; openlucht--------v. openen; openmaken ; beginnen; alert zijn; openen (bij zang); openen (van benen)open1[ oopən] 〈zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:bring into the open • aan het licht brengen, bekend/openbaar makencome (out) into the open • open kaart spelen 〈 van iemand〉; aan het licht komen, ruchtbaarheid krijgen 〈 van iets〉in the open • buiten(shuis), in de open lucht; in het open/vrije veld, op het land; in volle zee————————open21 open ⇒ geopend; met openingen; onbedekt, niet (af/in)gesloten, vrij2 open(staand) ⇒ beschikbaar, onbeschut; vacant; onbeslist, onbepaald3 openbaar ⇒ (algemeen) bekend, duidelijk, openlijk4 open(hartig) ⇒ oprecht, mededeelzaam♦voorbeelden:open book • open(geslagen) boekkeep one's eyes open • goed opletten, uitkijken〈 figuurlijk〉 with one's eyes open • bij zijn/haar volle verstand, weloverwogen〈 figuurlijk〉 you bought that old car with your eyes open • je wist wat je deed toen je die oude auto kochtopen harbour • ijsvrije havenopen passage • vrije doorgangopen prison • open gevangenisopen sandwich • canapé, belegde boterhamin the open air • buiten(shuis), in de open luchtopen to • toegankelijk vooropen question • open vraagopen return ticket • retourkaartje geldig voor onbepaalde duur〈 juridisch〉 open verdict • juryuitspraak met betrekking tot een overlijden waarbij geen melding wordt gemaakt van de juiste doodsoorzaakit is open to you to • het staat je vrij tethere are four courses open to us • we kunnen vier dingen doen/wegen inslaanlay oneself (wide) open to • zich (helemaal) blootstellen aanthrow open • opengooien, openstellen 〈 bijvoorbeeld voor publiek〉open hostilities • openlijke vijandighedenopen letter • open briefopen secret • publiek geheimbe open with • open kaart spelen metopen day • open dag/huisopen examination • openbaar examenopen shop • werkplaats waar zowel leden als niet-leden van een vakvereniging mogen werkenwith open hands/an open hand • gul, royaalkeep open house • erg gastvrij zijnopen marriage • vrij/open huwelijkhave/keep an open mind on • openstaan voorwith open mouth • sprakeloos van verbazinglay oneself open to ridicule • zich belachelijk makenbe open to an offer • bereid zijn een aanbod in overweging te nemen————————open31 opengaan ⇒ (zich) openen, geopend worden4 opendoen ⇒ de deur openen; (een boek) openslaan♦voorbeelden:open into/onto the garden • uitkomen in/op de tuin4 I opened at page 58 • ik deed/sloeg het boek open op bladzijde 58II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 openen ⇒ voor geopend verklaren, starten3 openleggen ⇒ toelichten, openlijk meedelen4 openstellen ⇒ ontvankelijk/vatbaar maken, verruimen♦voorbeelden:open a credit • een krediet openenopen a new road through the jungle • een nieuwe weg aanleggen door de rimboeopen fire at/on • het vuur openen op -
55 outrageous
adj. schokkend; schandalig; wreed; beledigend; ongelukkig; belachelijk (gekleed), lachwekkend (slang)[ autreedzjəs]3 schandelijk ⇒ schaamteloos, grof; ongehoord, afschuwelijk -
56 piddling
adj. onbenullig, te verwaarlozen[ pidling] 〈informeel; pejoratief〉1 belachelijk (klein) ⇒ onbenullig, te verwaarlozen -
57 practical
adj. praktisch; bruikbaarpractical1[ præktikl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————practical21 praktisch ⇒ (daad)werkelijk, in de praktijk2 praktisch ⇒ bruikbaar, handig6 zinnig ⇒ verstandig, praktisch♦voorbeelden:for all practical purposes • feitelijk, alles welbeschouwd -
58 screwy
-
59 travesty
n. parodie, bespotting--------v. parodiërentravesty1[ trævistie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: travesties〉1 travestie ⇒ karikatuur, parodie, bespotting♦voorbeelden:————————travesty2〈werkwoord; travestied〉1 travesteren ⇒ parodiëren, belachelijk maken/inkleden -
60 unearthly
См. также в других словарях:
Rechtschreibung des Niederländischen — Die Rechtschreibung des Niederländischen beschreibt die korrekte schriftliche Wiedergabe der niederländischen Sprache. Sie hat offiziellen Charakter in den Niederlanden, Flandern und Suriname. Das Niederländische wurde zum ersten Mal von Matthias … Deutsch Wikipedia
Alexej A. Hackel — Alexej Alfred Hackel (russisch Алексей (Альфред) Густавович Гаккель, Alexei Gustawowitsch Gakkel; * 17. September 1892 in Sankt Petersburg; † 6. März 1951 in Leiden) war ein russischer Kunsthistoriker und Theologe. Inhaltsverzeichnis 1 Leben … Deutsch Wikipedia