-
21 doorslaan
1 [voortgaan met slaan] keep hitting ⇒ continue hitting/to hit3 [overhellen naar het grootste gewicht] tip, dip5 [bekennen] talk♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [door slaan mengen, doorroeren] beat (up)♦voorbeelden:2 eieren/deeg doorslaan • beat eggs, knead dough -
22 eerder
eerder11 earlier————————eerder2〈 bijwoord〉1 [vroeger] before (now), sooner, earlier♦voorbeelden:eerder vermeld/genoemd • mentioned before/ 〈 in tekst ook〉 above ; 〈 formeel〉 aforesaid, aforementionedhoe eerder hoe beter (liever) • the sooner the betterop 21 juni en niet eerder • on 21 June and not beforehij was er eerder dan ik • he was there earlier than Ihij zal eerder liegen dan bekennen • he is more likely to lie than confesseerder meer dan minder • rather more than less -
23 kip
3 [voedsel] chicken4 [informeel] [politie(agent)] cop♦voorbeelden:1 wat was er het eerst: de kip of het ei? • which came first, the chicken or the egg?praten/redeneren als een kip zonder kop • talk through one's hatkippen houden • keep poultry/chickenser als de kippen bij zijn • be there like a flash -
24 kleur
1 [eigenschap; bestanddeel van licht; verf/kleurstof] colour2 [gelaatskleur] complexion3 [kaartspel] suit4 [partij, politieke mening] persuasion♦voorbeelden:1 wat voor kleur ogen heeft ze? • what colour are her eyes?ze hebben (allemaal) dezelfde kleur • they're (all) the same colour/one colourprimaire kleuren • primary coloursdie kleuren vloeken (met elkaar) • those colours clash (with each other)welke kleur heeft het? • what colour is it?2 een gezonde kleur hebben • have a healthy complexion/coloureen kleur hebben van opwinding • be flushed with excitementeen kleur krijgen • flush, blushde kleur trok weg uit zijn gezicht • he turned palevan kleur verschieten • change coloureen kleur als een boei hebben • be as red as a beetroot3 kleur bekennen • 〈 letterlijk〉 follow suit; 〈 figuurlijk〉 show one's colours, have the courage of one's convictions4 welke kleur heeft dit dagblad? • where does this paper stand politically? -
25 nederigheid
♦voorbeelden:2 in alle nederigheid iets bekennen • confess something in all humility/modesty -
26 ongelijk
ongelijk1〈 het〉1 wrong♦voorbeelden:ik geef je geen ongelijk • I don't blame youhij had beslist ongelijk • clearly he was wrongiemand in het ongelijk stellen • prove someone to be/put someone in the wrong————————ongelijk22 [oneffen] uneven3 [onregelmatig] uneven♦voorbeelden:een ongelijke strijd • an unequal fight〈 wiskunde〉 ongelijke zijden/hoeken • unequal sides/angleshet is ongelijk verdeeld in de wereld • there's a lot of injustice in the world -
27 ontkennen
♦voorbeelden:1 het valt niet te ontkennen, dat … • it can't be denied that …♦voorbeelden:dit kun je niet meer ontkennen • there's no denying this any longerhij ontkent dat het zijn handtekening is • he doesn't acknowledge the signaturehij ontkende iets met de zaak te maken te hebben • he denied any involvement in the matter -
28 sterveling
1 mortal♦voorbeelden: -
29 uitkomen
2 [toegang geven tot] lead (to), give out (into/onto)4 [uit het ei komen] hatch (out)6 [+ voor] [bekennen] admit11 [rondkomen] manage, (be able to) live12 [waarneembaar zijn] show up, stand/come out ⇒ be apparent♦voorbeelden:5 het kwam uit • it was revealed, it transpiredeerlijk uitkomen voor • admit openly, be honest aboutmijn voorspelling kwam uit • my prediction proved correct/came true8 wie moet er uitkomen • whose lead is it?Ajax komt uit met drie buitenlandse spelers • Ajax are fielding three foreign playersmet klaveren/troef uitkomen • lead clubs/trumpsuitkomen voor het nationale elftal • play for one's countrydat komt goed uit • that suits me/us fine, that's very convenientwanneer het hem zo uitkwam • in his own good time, whenever the mood seized himsterk doen uitkomen • accentuate, emphasize, bring into sharp reliefiets goed laten uitkomen • show something to advantagetegen de lichte achtergrond komen de kleuren goed uit • the colours show up/stand out well against the light background -
30 volmondig
♦voorbeelden:1 een volmondig ja • a staightforward/heartfelt ‘yes’volmondig iets bekennen/toegeven/verklaren • confess/admit something frankly, declare something whole-heartedly
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Bekennen — Bekênnen, verb. irreg. act. S. Kennen. 1) Bekannt machen, in welcher Bedeutung dieses Wort nur im biblischen und theologischen Verstande üblich ist. Gottes Nahmen bekennen. Christum bekennen. 2) Gestehen, besonders von Vergehungen und Verbrechen … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
bekennen — Vsw std. (8. Jh.), mhd. bekennen, ahd. bikennen Stammwort. Bedeutet ursprünglich (er)kennen (bekannt), hat aber in der Rechtssprache die Funktion von bekannt machen übernommen (es ist also semantisch vom Partizip abhängig). Der Ausdruck wird früh … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
bekennen — bekennen: Die Präfixbildung mhd. bekennen, ahd. bikennan bedeutete ursprünglich »‹er›kennen« (vgl. ↑ kennen), wovon noch das Adjektiv ↑ bekannt zeugt. Der heute allein gültige Sinn »gestehen, als Überzeugung aussprechen«, eigentlich »zur Kenntnis … Das Herkunftswörterbuch
bekennen — V. (Mittelstufe) seine Schuld eingestehen Synonyme: gestehen, zugeben Beispiel: Er bekannte seine Sünden. Kollokation: einen Fehler bekennen … Extremes Deutsch
Bekennen — (Kartensp.), Farbe b., ein Blatt von der ausgespielten Farbe zugeben … Pierer's Universal-Lexikon
bekennen — eingestehen; einräumen; offenbaren; gestehen; zugeben; singen (umgangssprachlich); beichten * * * be|ken|nen [bə kɛnən], bekannte, bekannt: 1. <tr.; hat offen aussprechen, zugeben: seine Schuld bekennen; … Universal-Lexikon
bekennen — be·kẹn·nen; bekannte, hat bekannt; [Vt/i] 1 (etwas) bekennen meist voller Reue offen sagen oder gestehen, dass man etwas meist Schlechtes getan hat ≈ beichten <seine Sünden, seine Schuld bekennen>; [Vt] 2 seinen Glauben bekennen offen… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Bekennen — 1. Bekant ist halb gebuesset. – Agricola, I, 123; Guttenstein, I, 33; Egenolff, 79a; Eiselein, 65; Henisch, 269; Simrock, 904; Eisenhart, 593; Pistor., II, 71; Hertius, I, 104; Hillebrand, 235; Körte, 486. Auch wol: ehrlich, frei, ganz, wohl… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
bekennen — beichten, ein Bekenntnis ablegen, eingestehen, einräumen, gestehen, zugeben; (geh.): offenbaren; (österr., sonst geh.): einbekennen. sich bekennen a) einstehen, eintreten, Flagge zeigen, Ja sagen, stehen; (geh.): sich offenbaren. b) sich… … Das Wörterbuch der Synonyme
bekennen — be|kẹn|nen ; sich bekennen; Bekennende Kirche (Name einer Bewegung in den deutschen evangelischen Kirchen); {{link}}K 150{{/link}} … Die deutsche Rechtschreibung
Bekennen will ich seinen Namen — Cantate BWV 200 Titre français Je veux confesser son nom Liturgie Purification de Marie Création 1740 ou 1742 Texte original … Wikipédia en Français