-
1 Anschlag
Anschlag〈m.〉♦voorbeelden:1 einen Anschlag machen • iets bekendmaken, aanplakkenein Anschlag am schwarzen Brett • een mededeling op het prikbordetwas durch Anschlag bekannt geben • iets door aanplakking bekendmaken -
2 ansagen
ansagen♦voorbeelden: -
3 anschlagen
anschlagenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bekendmaken, mededelen ⇒ aanplakken6 vastslaan, -spijkeren♦voorbeelden: -
4 ausschreiben
ausschreiben3 schriftelijk bekendmaken, aankondigen♦voorbeelden:eine Stelle ausschreiben • een vacature bekendmaken -
5 bekannt
bekannt♦voorbeelden:1 etwas bekannt geben • bekendmaken, verklarenjemandem etwas bekannt geben • iemand iets me(d)edelen, iemand op de hoogte brengen van ietsich machte ihn mit ihr bekannt • ik stelde hem aan haar voordarf ich bekannt machen? • mag ik voorstellen?etwas bekannt machen • iets bekendmaken, me(d)edelenich habe ihn mit der Regelung bekannt gemacht • ik heb hem van de regeling in kennis gesteldmit jemandem bekannt werden • met iemand kennis maken, iemand leren kennensie sind gut (miteinander) bekannt • ze kennen elkaar goed -
6 Bankrott ansagen
-
7 Leute
Leute♦voorbeelden:die feinen Leute • de hogere standen, de notabelendann sind wir geschiedene Leute! • dan is het uit tussen ons!kleine Leute • eenvoudige luietwas unter die Leute bringen • iets bekendmakenetwas kommt unter die Leute • iets wordt, raakt bekendLeute vom Lande • plattelandsbewoners〈 spreekwoord〉 allen Leuten recht getan, ist eine Kunst, die niemand kann • ±imen kan het niet iedereen naar de zin maken/i -
8 Outing
Outing〈o.; Outings, geen meervoud〉 -
9 ankündigen
ankündigen♦voorbeelden: -
10 aufgeben
aufgebenII 〈 overgankelijk werkwoord〉7 〈 sport en spel〉opslaan, serveren♦voorbeelden:ein Geschäft aufgeben • een zaak sluitendas Rauchen aufgeben • ophouden met roken -
11 aushängen
aushängenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 bekendgemaakt, opgehangen, aangeplakt zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bekendmaken, aanplakken -
12 ausposaunen
-
13 bekennen
-
14 eine Mitteilung am schwarzen Brett anschlagen
eine Mitteilung am schwarzen Brett anschlagenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Mitteilung am schwarzen Brett anschlagen
-
15 eine Stelle ausschreiben
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Stelle ausschreiben
-
16 einen Anschlag machen
iets bekendmaken, aanplakken -
17 etwas bekannt geben
bekendmaken, verklaren -
18 etwas bekannt machen
iets bekendmaken, me(d)edelen -
19 etwas durch Anschlag bekannt geben
etwas durch Anschlag bekannt gebenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas durch Anschlag bekannt geben
-
20 etwas unter die Leute bringen
etwas unter die Leute bringenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas unter die Leute bringen
- 1
- 2