-
1 beetpakken
-
2 beetpakken
1 lay hold of ⇒ get one's/lay hands on -
3 beetpakken
взяться за, хватать (за), хвататься за; схватить (за), схватиться за* * *гл.общ. схватывать, хватать -
4 beetpakken
v. cheat, deceive, dupe, take in, hoax; capture, get hold of, manage to catch -
5 beetpakken
dust -
6 iemand ruw behandelen/beetpakken
iemand ruw behandelen/beetpakkentreat someone roughly, manhandle someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ruw behandelen/beetpakken
-
7 beetnemen
1 → link=beetpakken beetpakken♦voorbeelden:2 hij heeft zich laten beetnemen • he's let himself be taken in/trickedje bent beetgenomen! • you've been had! -
8 pakken
I.[beetpakken, grijpen]ergreifenII.[boeien]fesseln [fig.]III.[houden, grijpen]packenIV.[inpakken]packen [einpacken]V.[omhelzen]an sich drücken [umarmen]VI.[opnoemen]nehmen [nennen, auswählen]VII.[tot zich nemen]nehmen [zu sich nehmen]VIII.[vangen]fassen [fangen] -
9 схватывать
vgener. aanvatten, beetnemen, krijgen, oppakken, aangrijpen, beetkrijgen, beetpakken, bevatten, grijpen, grissen, knappen, knippen, oppikken, pakken, snappen, vatten (bij-çà) -
10 хватать
vgener. aanpakken, vastpakken, aangrijpen, beethebben, grijpen, knappen, pakken, snappen, strekken, toekomen, toepakken, toetasten, vatten, beetpakken, bijeenrapen, genoeg zijn, grabbelen, happen, naar (iets) graaien (что-л.), opvangen, reiken, toegrijpen, toereiken, volstaan -
11 aangrijpen
-
12 aanvatten
1 [beetpakken] prendre3 [te baat nemen] saisir♦voorbeelden:een probleem aanvatten • s'attaquer à un problème -
13 beetnemen
-
14 vatten
1 [aangetast worden; beetpakken] attraper2 [begrijpen] comprendre♦voorbeelden:een kou vatten • attraper un rhumekou vatten • prendre froiddat zeil wil geen wind vatten • cette voile ne prend pas le ventiemand bij de hand vatten • prendre qn. par la main→ link=slaap slaap -
15 aangrijpen
3 [beetpakken] seize (at/upon) ⇒ grip♦voorbeelden:dit soort situaties grijpt haar nogal aan • this sort of situation affects her a lot/ 〈 sterker〉 takes its toll on her2 door kou/angst aangegrepen • gripped by cold/feareen gelegenheid met beide handen aangrijpen • seize an opportunity with both hands -
16 grijpen
2 [meesleuren] drag (along)♦voorbeelden:hij greep zijn kans • he grabbed/seized his chance〈 figuurlijk〉 door iets gegrepen zijn • be (deeply) affected/moved by somethingvoor het grijpen liggen • be there for the takingiets voor het grijpen hebben • have something for the asking♦voorbeelden:naar iets grijpen • reach/make a grab for somethingnaar de fles grijpen • reach for/turn to the bottle -
17 iemand bij/in zijn kraag grijpen
iemand bij/in zijn kraag grijpenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand bij/in zijn kraag grijpen
-
18 kraag
1 [deel van een kledingstuk] collar4 [laag schuim] head♦voorbeelden:de kraag van zijn jas opzetten • turn up one's coat collar/the collar of one's coatiemand bij/in zijn kraag grijpen • 〈 beetpakken〉 grab someone by the collar; 〈 arresteren〉 arrest someone3 de kraag van een buis • the collar/flange of a pipe -
19 nemen
1 [beetpakken] take2 [in genoemde toestand brengen/laten verkeren] take3 [het genoemde (gaan) doen] take4 [nuttigen] have6 [aanvaarden] take8 [op zijn weg passeren] take9 [op genoemde wijze opvatten] take♦voorbeelden:een kind op de arm nemen • take a baby/child in one's arms〈 figuurlijk〉 neem mijn vader nou • now, take my fathermen neme … • take …in behandeling nemen • start treatingiets op zich nemen • undertake (to do) something; 〈 verantwoordelijkheid〉 take something (up)on oneselfiets ter hand nemen • take something in hand/something upiets tot zich nemen • take somethingvoor zijn rekening nemen • deal with, account foruit elkaar nemen • take apart3 maatregelen nemen • take steps/measuresde moeite nemen om • take the trouble toontslag nemen • resignplaats nemen tussen/in • sit (down)/take a seat between/inwat neem jij? • what are you having?neem nog een koekje • (do) have another biscuiteen krant nemen • take/subscribe to a newspapereen dag vrij nemen • have/take a day offiemand tot man, vrouw nemen • take someone as one's husband/wifedat neem ik niet! • I'm not standing for that!je moet de Engelsen nemen zoals ze zijn • you must take the English the way they are7 de bus nemen • catch/take the/go by buseen taxi nemen • get/take a/go by taxiiemand tot voorbeeld nemen • take someone as an exampleiets niet zo nauw nemen • not bother oneself much about something, not be overparticulariemand (niet) serieus nemen • (not) take someone seriouslyalles bij elkaar genomen • all things consideredstrikt genomen • strictly (speaking)over het geheel genomen • all in alliets ter harte nemen • take something to heart10 〈 religie〉 de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen • the Lord gave, the Lord hath taken awayiemand het leven nemen • take someone's lifeeen stad nemen • take/capture a city¶ hij nam haar van achteren/met geweld • he took her from behind/by forcewat dacht je? ik neem het er maar eens van • you bet, I'm doing myself proud/I'm helping myself, ( 〈 slang〉 to the goodies)iemand ertussen nemen • pull someone's leghet er (goed) van nemen • live well -
20 ruw
1 [niet glad] rough3 [globaal] rough4 [onbeheerst; niet zachtzinnig] rough5 [onbeschaafd] coarse6 [onaangenaam] raw♦voorbeelden:een ruwe plank • a rough plankeen ruwe zee • a rough/choppy seain ruwe trekken • roughlyruw geschat • roughly speakingeen ruw spel • a rough gameiets ruw afbreken • break something off abruptlyiemand ruw behandelen/beetpakken • treat someone roughly, manhandle someoneruw omgaan met iets • handle something roughly6 een ruw klimaat • a raw/harsh climate
- 1
- 2