-
101 een leeuw in zijn wapen voeren
een leeuw in zijn wapen voerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een leeuw in zijn wapen voeren
-
102 een persoonlijke wrok koesteren tegen iemand
een persoonlijke wrok koesteren tegen iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een persoonlijke wrok koesteren tegen iemand
-
103 een titel geven/verlenen/aannemen/voeren
een titel geven/verlenen/aannemen/voerengive/bestow/accept/bear a titleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een titel geven/verlenen/aannemen/voeren
-
104 een wrok tegen iemand koesteren
een wrok tegen iemand koesterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een wrok tegen iemand koesteren
-
105 even doorbijten!
even doorbijten!just grin and bear it!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > even doorbijten!
-
106 gebeten zijn op iemand
gebeten zijn op iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gebeten zijn op iemand
-
107 gebeten
-
108 geen gelijkenis vertonen met
geen gelijkenis vertonen metVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen gelijkenis vertonen met
-
109 geen tegenspraak dulden
geen tegenspraak duldennot bear being contradicted, tolerate no contradictionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen tegenspraak dulden
-
110 geen vruchten afwerpen
geen vruchten afwerpenbear no fruit, prove useless/worthlessVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen vruchten afwerpen
-
111 geen wrok koesteren (jegens iemand)
geen wrok koesteren (jegens iemand)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen wrok koesteren (jegens iemand)
-
112 gelijken op
gelijken opresemble, look like, bear a resemblance/likeness to -
113 gelijken
-
114 gelijkenis vertonen met
gelijkenis vertonen metVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gelijkenis vertonen met
-
115 gelijkenis
1 [overeenkomst] resemblance, similarity ⇒ likeness2 [religie] [parabel] parable♦voorbeelden:1 een sterke gelijkenis tussen moeder en dochter • a close/strong resemblance/likeness between mother and daughtergelijkenis vertonen met • bear (a) resemblance to -
116 gelijkmoedig
♦voorbeelden: -
117 getuige
getuige1I 〈de〉1 [persoon, ook juridisch] witness♦voorbeelden:God is mijn getuige dat ik de waarheid spreek • as God is my witness, I am speaking the truthgetuigen bij een huwelijk • witnesses at a weddingniet door een getuige ondertekend • unwitnessedgetuige zijn van • witnesszij was getuige van hun geluk • she was witness to their happinessals getuige verklaren/bevestigen/ondertekenen • witnessals getuige toelaten • admit to give evidencegetuige à decharge • witness for the defenceII 〈 het〉1 [getuigenis] (character) reference2 [zaak/omstandigheid die tot bewijs strekt] evidence♦voorbeelden:(stille) getuigen zijn van … • bear witness/attest to …————————getuige2〈 voorzetsel〉1 witness♦voorbeelden:1 getuige de grote belangstelling is dat zeer populair • judging by the considerable amount of interest, that is very populargetuige het feit dat • witness the fact that -
118 getuigen
1 [verklaring afleggen] give evidence/testimony ⇒ testify (to)2 [spreken in het nadeel/voordeel van] speak♦voorbeelden:naar waarheid getuigen • truthfully saygetuigen tegen/voor iemand • give evidence against/for someonevan iets kunnen getuigen • be able to testify to something2 alles getuigt voor/tegen haar • everything speaks in her favour/against herhet zou van slechte smaak/weinig kennis 〈enz.〉 getuigen als • it would be bad taste/it would be a sign of ignorance if …II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:getuigen dat men iets gezien heeft • testify to having seen something -
119 goed
goed1〈het; geen meervoud〉1 [wat goed is] good5 [kleding] clothes6 [textiel] material, fabric ⇒ cloth♦voorbeelden:1 goed en kwaad • good and evil, right and wrongdat zal hem goed doen • that'll do him good, it'll be good for himhij meende er goed aan te doen • he meant well by it, he did it for the bestik denk dat je daar goed aan gedaan hebt • I think you did the right thinghij kan geen goed meer doen • he can't do a thing rightdaar zul je de zaak geen goed mee doen • you won't do things any good if you do thater is bij hem geen goed te doen • there's no pleasing him3 gestolen goed • stolen goods/propertyonroerend goed • real estateroerend goed • personal property/effectsschoon goed aantrekken • put on clean clothes6 wit/bont goed • white/coloured wash; whites, colouredshet goed hangt te drogen • the washing is hanging up to dry————————goed23 [geschikt] good5 [deugdzaam] good♦voorbeelden:hij bedoelt/meent het goed • he means wellik begrijp niet goed … • I don't quite/really understand …begrijp me goed • don't get me wrong, make no mistake (about it)als ik 't goed heb • if I'm not mistaken〈 ironisch〉 is het nou goed? • satisfied?als je goed kijkt • if you look closelydat komt wel weer goed • it'll turn out all righthet goed opnemen • take it wellik vind dat niet goed • 〈 keur het niet goed〉 I don't think that's a good idea; 〈 ben het er niet mee eens〉 I don't agree〈 informeel〉 dat zit wel goed • that's all right, don't worry about itnet goed! • serve(s) you/him/them 〈enz.〉right!niet goed geld terug • money-back guaranteehet is ook nooit goed bij hem • nothing's ever good enough for himhet is ook nooit goed • I give up; you're never satisfied, are youprecies goed • just/exactly rightalles goed en wel maar … • that's all very well but …dat doet het altijd goed • that always works (well)goed gedaan, jochie! • well done, kid!wij hebben het goed • we're well off/all rightwe hebben het nog nooit zo goed gehad • we've never had it so goodhou je goed! • look after yourself!, take care (of yourself)!dat kan ze erg goed • she is very good at itje kunt goed zien dat … • it is obvious that …(heel) goed Engels spreken • speak English (very) well, speak (very) good Englishdie jas staat je goed • that coat suits you/looks good on youik wens je alle goeds • all the very best〈 ironisch〉 nee, nou wordt ie goed! • that's rich!goed zo! • good!, that's right!; 〈 als compliment〉 well done!, that's the way!zij is goed in wiskunde • she is good at mathematicsalles goed? • (is) everything all right?dat is een goeie! • that's a good one!dat is te veel van het goede • that is too much of a good thing3 ik weet het goed gemaakt … • I know, this is what we'll dozich goed houden • control oneself; 〈 niet lachen ook〉 keep a straight face; 〈 na persoonlijk verlies〉 bear up (well)de soep is niet goed meer • the soup has gone offhet is mij goed • I don't mind, it's all right by mehet zal wel ergens goed voor zijn • it must be of some use, there must be some reason for itik zal het goed met je maken • we can make a dealdaar is de verzekering goed voor • the insurance will cover itook goed • very well, all rightwie weet waar het goed voor is • you never know what will come out of itwaar is dat goed voor? • what good will that do?goed voor één consumptie • valid for one drink/meal/snackhij is goed voor een paar ton • he is worth a few hundred thousandhij heeft er niet veel goeds geleerd • it hasn't done him much good4 zich te goed doen aan • feast on, tuck intodat komt goed uit • that's (very) convenienthij maakt het goed • he's doing well/all rightdat geld heb ik nog van hem te goed • he still owes me that moneyde rest hou je nog te goed • I'll owe you the restik heb nog vier vakantiedagen te goed • I've still got four holidays owing to me/outstandingdat heb je nog van me te goed • 〈 belofte〉 I (still) owe you one; 〈 dreigement〉 you've got it coming (to you)dat hebben we nog te goed • that's still in store for uszo goed en zo kwaad als het gaat • as best I/you/he candat is goed om te weten • that's a good thing to knoween verandering ten goede • a change for the betterde opbrengst komt ten goede van het Rode Kruis • the proceeds go to the Red Crosshet komt zijn prestaties niet ten goede • it doesn't help his performancehou me ten goede • don't hold it against mehet is maar goed dat … • it's a good thing that …goed dat er politie is • where would we be without the police?goed dat je 't zegt • that reminds megoed dat ik 't weet • thanks for telling medat is maar goed ook! • and a good thing too!6 ik heb er goed geld mee verdiend • I've made a pretty penny/done well out of iteen goed jaar geleden • well over a year agohij was goed nijdig • he was really annoyedhet betaalt goed • it pays wellhij kan nog niet eens goed schrijven • he can't even write properlyhet er goed van nemen • lead the good lifehij zat goed fout • he was totally wrongtoen ik goed en wel in bed lag • when I finally/at last got into bedik was net goed en wel thuis of … • I'd only just come in/got home when …goed bij zijn • be clever¶ op een goed ogenblik merk je dat … • there comes a time when you notice that …dat was maar goed ook • it was just as wellmaar goed • (well) anywaywe hadden het net zo goed niet kunnen doen • we might/could just as well not have done itzo goed als niets • next to nothing, hardly anythingzo goed als nieuw • as good as newdat is zo goed als zeker • that is virtually/almost certainzo goed als onmogelijk • virtually/well-nigh impossiblezo goed als niemand • hardly anybodyII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:ik ben wel goed maar niet gek • I'm not as stupid as you thinkik voel me heel goed • I feel fine/greatzou u zo goed willen zijn … • would/could you please …, would you be so kind as to …, do/would you mind …hij was te goed voor deze wereld • he was too good for this worldben je wel goed bij je hoofd? • are you crazy? -
120 grizzlybeer
См. также в других словарях:
Bear — (b[^a]r), v. t. [imp. {Bore} (b[=o]r) (formerly {Bare} (b[^a]r)); p. p. {Born} (b[^o]rn), {Borne} (b[=o]rn); p. pr. & vb. n. {Bearing}.] [OE. beren, AS. beran, beoran, to bear, carry, produce; akin to D. baren to bring forth, G. geb[ a]ren, Goth … The Collaborative International Dictionary of English
bear — Ⅰ. bear [1] ► VERB (past bore; past part. borne) 1) carry. 2) have as a quality or visible mark. 3) support (a weight). 4) (bear oneself) behave in a specified manner: she bore herself w … English terms dictionary
bear — bear; bear·a·ble; bear·baiting; bear·bine; bear·ish; bear·skin; bear·ward; bug·bear; cud·bear; for·bear·ance; for·bear·ant; for·bear·er; for·bear·ing·ly; for·bear·ing·ness; fore·bear; over·bear·ance; over·bear·ing·ly; bear·er; bear·ing; for·bear; … English syllables
Bear — (b[^a]r), n. [OE. bere, AS. bera; akin to D. beer, OHG. bero, pero, G. b[ a]r, Icel. & Sw. bj[ o]rn, and possibly to L. fera wild beast, Gr. fh r beast, Skr. bhalla bear.] [1913 Webster] 1. (Zo[ o]l.) Any species of the genus {Ursus}, and of the… … The Collaborative International Dictionary of English
Bear — (b[^a]r), v. i. 1. To produce, as fruit; to be fruitful, in opposition to barrenness. [1913 Webster] This age to blossom, and the next to bear. Dryden. [1913 Webster] 2. To suffer, as in carrying a burden. [1913 Webster] But man is born to bear.… … The Collaborative International Dictionary of English
bear — bear1 [ber] vt. BORE, borne (see 3), bearing, bore, born [ME beren < OE beran < IE base * bher , to carry, bring > L ferre, Gr pherein, Sans bharati, (he) bears] 1. a) to hold and take along; carry; transport b) to hold in the m … English World dictionary
bear — vb 1 *carry, convey, transport, transmit Analogous words: *move, remove, shift, transfer: hold, *contain 2 Bear, produce, yield, turn out are comparable when they mean to bring forth as products. Bear usually implies a giving birth to offspring… … New Dictionary of Synonyms
Bear — (engl. Bär ) steht für: Mount Bear, Berg in Alaska Tupolew Tu 95 „Bear“, ein sowjetischen Langstreckenbomber Mitglieder der Bear Community Orte in den Vereinigten Staaten: Bear (Arkansas) Bear (Delaware) Bear (Idaho) Bear (Washington) Bear ist… … Deutsch Wikipedia
bear — / bar/ vb bore / bōr/, borne, / bōrn/, also, born vt 1: to physically carry (as an object or message) the right of the people to keep and bear arms U.S. Constitution amend. II … Law dictionary
BEAR — (Heb. דֹּב; dov). In ancient times the Syrian brown bear, Ursus arctos syriacus, had its habitat within the borders of Ereẓ Israel; it was found in the forests of Lebanon until World War I and is still occasionally reported in Lebanon and… … Encyclopedia of Judaism
BEAR — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Bear peut désigner : le nom breton du village de Bégard ; un terme en anglais pour : ours ou porter ; la ville de Bear, aux États… … Wikipédia en Français