-
1 bannen
bannen3 〈 figuurlijk〉fascineren, betoveren, biologeren, boeien4 verdrijven, bezweren, uitbannen5 uit-, verdrijven, bezweren ⇒ (uit)bannen♦voorbeelden: -
2 Geister bannen
-
3 eine Gefahr bannen
-
4 etwas auf die Leinwand bannen
etwas auf die Leinwand bannenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas auf die Leinwand bannen
-
5 изгонять
vgener. bannen, bannen (духов), uitbannen, uitdrijven, uitstoten, uitwerpen, verbannen, verdrijven, verjagen, verwijzen, wegjagen -
6 bannir
bannir [baanier]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:bannir une parole de son vocabulaire • een woord uit zijn vocabulaire schrappenbannir un sujet de la conversation • niet over een bepaald onderwerp willen pratenbannir le tabac, la cigarette • (voorgoed) ophouden met rokenv1) verbannen2) (uit)bannen, van zich afzetten -
7 высылать
vgener. uitsturen, uitzetten, bannen, uitbannen -
8 заклинать
vgener. bannen, belezen, bezweren -
9 прогнать
v1) gener. verdrijven, verjagen, buitenjagen, bannen, verstoten, voortsnellen, voortdrijven, vooruitjagen2) colloq. (кого-л.) afknappen op iemand -
10 ссылать
vgener. bannen, verbannen, verwijzen, deporteren -
11 торжественно созывать
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > торжественно созывать
-
12 ban
n. boycot; banning; iemand tijdelijk van een netwerk bannen (computer-internet)--------n. verbanneling; banvloek--------v. verbannen; verbiedenban1[ bæn] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————ban2〈werkwoord; banned〉2 verbannen ⇒ uitsluiten, verjagen♦voorbeelden: -
13 boycott
n. ban, boycot--------v. bannen, boycottenboycott1[ bojkot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 boycot————————boycott2〈 werkwoord〉 -
14 efface
-
15 exorcize
v. uitdrijven van boze geesten, exorciserenexorcize, exorcise[ ekso:sajz]1 uitdrijven ⇒ (uit)bannen, bezweren♦voorbeelden:1 exorcize an evil spirit from someone/a place • een boze geest uit iemand/een plaats verdrijven -
16 excommunication
n. excommuniceren, bannen -
17 exorciser
-
18 rayer
rayer [rejjee]〈 werkwoord〉1 strepen ⇒ strepen zetten op, lijnen trekken op2 (be)krassen ⇒ groeven, beschadigen3 doorstrepen ⇒ doorhalen, schrappen4 royeren ⇒ uitstoten, van de lijst afvoeren♦voorbeelden:v1) strepen2) doorstrepen, schrappen3) bekrassen4) uitstoten -
19 rayer qn. de sa mémoire
rayer qn. de sa mémoire -
20 ausmerzen
ausmerzen♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Bannen — Bannen, verb. reg. act. welches an den Schicksalen des Substantives Bann gleichfalls Theil genommen hat. Es bedeutet nur noch, 1) zwingen, besonders in den gemeinen abergläubigen Ausdrücken: die Geister bannen, sie durch Beschwörungen zu etwas… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
bannen — V. (Aufbaustufe) jmdn. aus einer religiösen Gemeinschaft ausschließen Beispiel: Der Bischof hat den König gebannt. bannen V. (Oberstufe) geh.: einen sehr großen Eindruck auf jmdn. machen, jmdn. bezaubern Synonyme: fesseln, festbannen (geh.)… … Extremes Deutsch
Bannen — Bannen, 1) zwingen, z.B. Geister, s. Geisterbeschwörung; 2) an einem Ort zu bleiben nöthigen; 3) (Rechtsw.), durch obrigkeitlichen Befehl zu etwas[299] verbinden; 4) verordnen, vorladen, verbieten, bestrafen etc., s.u. Bann … Pierer's Universal-Lexikon
Bannen — Bannen, einen Bannspruch sprechen, s. Festmachen … Meyers Großes Konversations-Lexikon
bannen — bannen: Das unter ↑ Bann genannte früher starke Verb erscheint seit dem 15. Jh. in schwacher Beugung, weil es als Ableitung von »Bann« empfunden wurde. Es bedeutete zunächst in rechtlichem Sinne »in den ‹Kirchen›bann tun«, dann »durch Zauberkraft … Das Herkunftswörterbuch
bannen — ban|nen [ banən] <tr.; hat: 1. (Geschichte) aus der [kirchlichen] Gemeinschaft ausschließen: der Papst bannte den Kaiser. Syn.: ↑ ächten, ↑ verstoßen. 2. (geh.) a) [an einer Stelle oder in einem Zustand] durch eine zwingende Gewalt festhalten … Universal-Lexikon
Bannen — Ian Bannen (* 29. Juni 1928 in Airdrie, Lanarkshire, Schottland; † 3. November 1999 in Knockies Straight, Loch Ness, Schottland) war ein schottischer Film und Theaterschauspieler. Inhaltsverzeichnis 1 Kurzbiografie … Deutsch Wikipedia
bannen — 1. (geh.): verfemen; (bildungsspr.): proskribieren; (Geschichte): ächten, in Acht und Bann tun. 2. a) fesseln, festhalten, halten; (geh.): festbannen. b) behexen, beschwören, verhexen. * * * bannen:1.⇨ächten(1)–2 … Das Wörterbuch der Synonyme
bannen — bạn·nen; bannte, hat gebannt; [Vt] 1 meist jemand ist gebannt jemand ist von etwas völlig fasziniert <die Zuhörer waren, lauschten (wie) gebannt; jemanden / etwas (wie) gebannt anstarren> || NB: meist im Zustandspassiv! 2 eine Gefahr… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Bannen, Ian — ▪ 2000 Scottish character actor whose 50 year career included acclaimed stage appearances in plays by Shakespeare and Eugene O Neill; television work such as the miniseries Tinker, Tailor, Soldier, Spy and a 1990s update of the popular Dr.… … Universalium
bannen — banne … Kölsch Dialekt Lexikon