-
81 voor zover mogelijk
-
82 we kunnen net zo goed thuisblijven
we kunnen net zo goed thuisblijvenDeens-Russisch woordenboek > we kunnen net zo goed thuisblijven
-
83 wel
wel11 [algemeen] bien2 [om een ontkenning tegen te spreken]si3 [weliswaar] il est vrai que♦voorbeelden:1 dat is wel wenselijk • espérons-le!ik ben niet wel • je ne suis pas bienhet bevalt me hier wel • je me plais bien icimen moet hem wel bewonderen • on ne peut pas ne pas l'admirerhij durft wel • il ne manque pas de toupet‘hoe is het ermee?’ ‘het gaat wel’ • ‘comment ça va?’ ‘couci-couça’als ik het wel heb • si je ne me trompedat kan wel • cela se peuthij komt wel • il viendra, croyez-moiu kunt wel gaan • vous pouvez disposerje lijkt wel gek • tu n'es pas un peu fou, non?dat mag wel • c'est permishij voelt zich niet wel • il ne se sent pas bienweet je wel wie je voor je hebt? • savez-vous à qui vous parlez?ik wil best wel • je ne dis pas nonhij zal nu wel vertrokken zijn • il doit être parti maintenantzeg dat wel! • à qui le dis-tu!je zult wel denken … • tu dois te demander ce que cela signifie …wel degelijk • absolumenthij is wel eens ziek • il lui arrive d'être maladeik zou u wel eens op mijn plaats willen zien • je voudrais vous y voirwel nee! • mais non!dat zullen wij nog wel eens zien • c'est ce qu'on verramet mijn jas kom ik de winter nog wel door • mon manteau fera encore l'hiverwel te rusten! • bonne nuit!wel zeker! • que si!ik hoop van wel • j'espère (bien)niet(es)! wél(les) • non! si!het kan er wel mee door • ça peut allerdat zal wel niet • sans doute que nonze zal wel ziek zijn • elle est sans doute maladehij redt zich wel • il s'en sortira (bien)het gaat wel weer over • ça passerawij vermaken ons wel hoor! • on s'amuse, ne vous en faites pas!ik heb hem wel drie jaar niet gezien • ça fait bien trois ans que je ne l'ai (pas) vuwat moet dat wel niet kosten • ça ne doit pas être pour rien3 hij is wel rijk, maar niet gelukkig • s'il est riche, il n'en est pas heureux pour autantJaap heeft het wel gezegd, maar … • il est vrai que Jacques l'a dit, mais …dát wel • ça oui¶ dat was me het dagje wel! • quelle journée!dat dacht ik wel • je m'en doutaisnee, wat denk je wel! • non, mais des fois!die minuut leek wel een uur • cette minute a duré une heurewat een rotweer, we treffen het wel • quel sale temps, on n'a pas de veine!dat wist ik wel • je le savais (bien)zie je nu wel • (tu vois,)je te l'avais bien ditdat komt wel eens voor • ça arrive parfoisheb je wel eens Japans gegeten? • est-ce que tu as déjà mangé japonais?zo is het wel genoeg • en voilà assezdank u wel • merci (bien)————————wel21 eh (bien)!♦voorbeelden:1 wel allemachtig! • (sacré) nom d'une pipe!wel? wat zeg je daarvan? • eh bien, qu'en dis-tu?wel, wel! • tiens, tiens!wel nee! • mais non! -
84 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:bij mijn weten is hij niet weggegaan • je ne sache pas qu'il soit partibij mijn weten • à ma connaissancebuiten mijn weten • à mon insuiets naar zijn beste weten doen • faire qc. de son mieux————————weten21 [kennis hebben van; enig idee, vermoeden hebben] savoir2 [+ te + onbepaalde wijs][erin slagen] réussir (à)♦voorbeelden:1 weet je mijn agenda ook (te liggen)? • sais-tu où est mon agenda?God mag weten hoe lang … • Dieu sait combien de temps …een hele hoop weten (over) • en savoir long (sur qn., qc.)dat weet zelfs een kind! • c'est élémentaire!ik weet z'n naam niet • je ne connais pas son nomeen goed restaurant weten • connaître un bon restaurantzeker weten! • pour sûr!hij kan het weten • il est payé pour le savoirik zal het u laten weten • je vous préviendraije moest beter weten • cela m'étonne de ta partu moet weten dat … • sachez que …hij wist te vertellen dat … • il a pu nous raconter que …hij wil (graag) weten dat hij rijk is • il ne cache pas qu'il est richeiets niet willen weten • refuser d'admettre qc.niets van iets willen weten • ne rien vouloir entendre de qc.er het zijne van willen weten • vouloir en avoir le coeur netalles van iets weten • s'y connaîtremet haar weet je het nooit • on ne sait jamais avec elleweet je wat … • écoute …je weet wie het zegt • prends-le pour ce que ça vautwie weet • qui sait?je moet het zelf (maar) weten • fais comme tu voudrashij weet niet beter of het hoort zo • il est persuadé que c'est la coutumezij weten niet beter • il ne faut pas leur en vouloir, ils n'y peuvent rienhij weet wel beter • il est plus malin que çahij weet ervan • il est au courantweten hoe je iets aan moet pakken • savoir s'y prendre〈 ironisch〉 dat zal jij niet weten! • ne fais pas l'innocent!iets niet weten • ignorer qc.ik zou het niet weten • je ne saurais vous le direhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • il n'avait qu'une hâte: s'enfuirze zullen niet weten waar ik blijf • ils se demanderont où je suis (passé)niet weten waar je blijven moet • ne pas savoir où se mettreweet je wel • tu saisvoor zover ik weet • pour autant que je sacheergens iets op weten • avoir une idéete weten • à savoiriets te weten komen • apprendre qc.ik weet van niks • je n'en sais rienniets van het leven weten • ne rien connaître de la vieals je maar weet dat … • sache bien que …als je dat maar weet! • maintenant, te voilà prévenu!niet dat ik weet • pas que je sachehij wil niet weten dat hij ziek is • 〈 aanvaardt het niet〉 il ne veut pas admettre qu'il est malade; 〈 wil niet dat men het weet〉 il ne veut pas que l'on sache qu'il est maladeje weet heel goed dat … • tu n'ignores pas que …hij wist niet beter of ik was vertrokken • pour lui je devais être partiweet je nog? • tu t'en souviens?weet ik veel! • qu'est-ce que je sais, moi!weten wat men aan iemand heeft • être fixé sur le compte de qn.er heel wat van af weten • en savoir longweten wat honger is • connaître la faimnu weet je 't ook • te voilà au courant〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • ce que les yeux ne voient pas, ne fait pas mal au coeurweten te ontkomen • réussir à s'échapperniets weten te zeggen • ne plus savoir quoi dire¶ ze hebben het geweten • 〈 ze waren gewaarschuwd〉 ça leur a coûté cher; 〈 ze hebben ervoor moeten boeten〉 ils s'en sont mordu les doigtsvoor je het weet, ben je er • tu y seras en moins de rienzij weet het altijd beter • elle veut toujours avoir le dernier motje weet wel beter • tu n'en penses pas un motje weet ('t) maar nooit • on ne sait jamaiszij weet van geen ophouden • elle ne sait pas s'arrêter -
85 zo hij al rijk wordt, gelukkig wordt hij niet
zo hij al rijk wordt, gelukkig wordt hij nietmême s'il devient riche, il ne sera pas heureux pour autantDeens-Russisch woordenboek > zo hij al rijk wordt, gelukkig wordt hij niet
-
86 zo veel mogelijk
zo veel mogelijk -
87 zoveel te meer (omdat)
zoveel te meer (omdat) -
88 zoveel te meer
-
89 zover
zover1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ ben je zover? • tu es prêt?zover ben ik nog niet • je n'en suis pas encore làvoor het zover is … • d'ici là …zover zal het toch eens moeten komen • il faudra bien en arriver là〈 figuurlijk〉 in zoverre zijn we het eens, dat … • ce sur quoi nous sommes d'accord, c'est que …tot zover zijn we het eens • jusqu'ici nous sommes d'accordvoor zover mogelijk • dans la mesure du possible————————zover2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:(voor) zover ik weet • (pour) autant que je sache→ link=oog oog -
90 zo
ainsi, aussitôt, autant, comme cela, comme, d'abord, immédiatement, sitôt, tant, tel, tellement, tout de suite -
91 zodanig
ainsi, autant, comme cela, comme, tel, tellement -
92 zozeer
ainsi, autant, comme cela, comme, tant, tellement
См. также в других словарях:
autant — [ otɑ̃ ] adv. • altant 1190; du lat. alterum « autre » et tantum « tant » 1 ♦ AUTANT QUE. Marque une relation d égalité entre deux termes de comparaison (verbes). « Je lis la Bible autant que l Alcoran » (Boileau). ⇒ aussi (bien).En même quantité … Encyclopédie Universelle
autant — Autant, Adaeque, Peraeque, Tantum. Autant ou, non plus. Il n y a que cela, Tantum est. En autant de paroles, ne plus ne moins, Totidem verbis. Homme autant heureux, que bien renommé, Homo clarissimus et perinde foelicissimus. Elle a esté autant… … Thresor de la langue françoyse
autant — AUTANT. adv. Il sert à marquer Égalité. Je suis autant que vous. Il s estime autant qu un autre. Ce diamant vaut autant que ce rubis. Il boit autant d eau que de vin. Ce vaisseau contient autant que l autre. S il a fait cela, j en puis faire… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
autant — Autant. adv. Qui sert à marquer Parité, esgalité. Je suis autant que vous. il s estime autant qu un autre. ce diamant vaut autant que ce ruby. il boit autant d eau que de vin. ce vaisseau contient autant que l autre. s il a fait cela j en puis… … Dictionnaire de l'Académie française
autant — (ô tan) adv. 1° Sans complément, également, semblablement. Valoir autant. Acheté autant. Je vous en rendrai mille fois autant. Autant vaudrait parler à un sourd. Cela vaut cent francs ; j en veux tout autant. Cela est fini, ou autant vaut.… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
AUTANT — adv. Il sert à marquer Égalité de valeur, de mérite, de nombre, de quantité, d étendue, etc. Ce diamant vaut autant que ce rubis. Je donnerai de cette maison autant qu un autre. C est autant d épargné. Il s estime autant qu un autre. Je suis, je… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
AUTANT — adv. Il sert à marquer égalité de valeur, de mérite, de nombre, de quantité, d’étendue, etc. Ce diamant vaut autant que ce rubis. Je donnerai de cette maison autant qu’un autre. C’est autant d’épargné. Il me convient autant qu’un autre. Autant… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
autant — adv. ATAN (Aillon V., Albanais.001, Annecy.003, Bellecombe Bauges, Chambéry.025, Leschaux, Marthod, Morazine.081, Reyvroz.218, St Jean Arvey, St Pierre Alb., Saxel.002), ôtan (Aix, Arvillard.228, Séez, Table.290), ôtahn (Ste Foy), ôtin… … Dictionnaire Français-Savoyard
autant — aitant, autant, eitant adv. autant ; aussi. D autant mai, d autant mieus : d autant plus ; d autant mieux … Diccionari Personau e Evolutiu
autant — I. Il est habile autant que vous, ou il est autant habile que vous; ces deux façons de s exprimer sont contraires aux regles grammaticales; elles renferment un barbarisme de phrase; dites, il est aussi habile que vous. Autant ne se construit… … Dictionnaire grammatical du mauvais langage
Autant En Emporte Le Vent (Film) — Pour les articles homonymes, voir Autant en emporte le vent. Autant en emporte le vent Titre ori … Wikipédia en Français