-
1 duif
♦voorbeelden:duiven houden • élever des pigeons¶ hij wacht tot de gebraden duiven hem in de mond vliegen • il attend que les alouettes lui tombent toutes rôtiesonder iemands duiven schieten • marcher sur les brisées de qn. -
2 elk
2 [bijvoeglijk] chaque♦voorbeelden:elk van hen • chacun d'euxvan elk vier (stuks) • quatre de chaqueer is daar voor elk wat wils • il y en a pour tous les goûts -
3 het zal hem varen
-
4 hij kan elke dag komen
hij kan elke dag komen -
5 hij wacht op mijn ongeluk
hij wacht op mijn ongeluk -
6 hij wacht tot de gebraden duiven hem in de mond vliegen
hij wacht tot de gebraden duiven hem in de mond vliegenDeens-Russisch woordenboek > hij wacht tot de gebraden duiven hem in de mond vliegen
-
7 ongeluk
♦voorbeelden:1 (iemand) ongeluk brengen • porter malheur (à qn.)hij wacht op mijn ongeluk • il attend ma ruinedaar komen ongelukken van • c'est comme ça que les accidents arriventzich een ongeluk lachen • se tordre de rirebij een ongeluk omkomen • être tué dans un accidentzich een ongeluk sjouwen • s'épuiser à coltinerbij, per ongeluk • par accident→ link=ambacht ambacht -
8 staan
1 [m.b.t. personen, dieren] être debout2 [op steunpunten rusten] se trouver3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] être4 [passen, kleden] aller (à qn.)5 [opgetekend, gedrukt zijn] figurer6 [+ op; + onbepaalde wijs][weldra zullen] être sur le point (de)7 [gericht zijn] être dirigé (vers)8 [bij voortduring met iets bezig zijn] être en train (de)10 [stilstaan] rester immobile11 [onaangeroerd zijn] rester intact12 [niet wijken] résister (à)♦voorbeelden:ga er maar aan staan! • essaie un peu!gaan staan • se leverergens aan gaan staan • attaquer qc.ergens onverwacht voor komen te staan • se trouver subitement confronté à qc.iemand laten staan • laisser qn. deboutik kan niet lezen wat daar staat • je ne peux pas lire ce qui est écritovereind staan • se tenir deboutrechtop staan • se tenir droit〈 figuurlijk〉 achter iets staan • soutenir qc.die gebeurtenis staat geheel op zichzelf • cet événement est totalement isoléje staat op mijn tenen • tu me marches sur le piedop zijn tenen staan • être sur la pointe des pieds〈 figuurlijk〉 voor iemand staan • défendre la cause de qn.voor zijn mening staan • défendre son opinion〈 figuurlijk〉 ergens alleen voor staan • être seul face à qc.de kerk staat midden in het dorp • l'église se trouve au milieu du villagedeze stoel staat op drie poten • cette chaise repose sur trois piedshet eten staat op tafel • le repas est sur la tablealleen staan • être seulde kansen staan goed • les chances sont bonneshet water staat hoog • la marée est hauteleeg staan • être inoccupéde bloemen staan er mooi bij • les fleurs sont belleshaar gezicht staat vrolijk • elle a un visage réjouihet staat geschreven • c'est écriter goed bij staan • prospérerzoals de zaken ervoor staan • au point où en sont les chosesergens middenin staan • participer activement à qc.〈 figuurlijk〉 iemand na staan • être proche de qn.buiten iets staan • être en dehors de qc.in zijn twee staan • être en secondezij staat derde in het klassement • elle est troisième au classementde tranen staan hem in de ogen • il a les larmes aux yeuxonder iemand staan • être sous les ordres de qn.de verwarming staat op 18° • le chauffage est à 18°ergens sceptisch tegenover staan • être sceptique à l'égard de qc.7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 est à 14 ce que 8 est à 16dat stáát niet • ça ne va pasdat kapsel staat u goed • cette coiffure vous va bienhet staat niet in van Dale • (le) Van Dale ne le mentionne paswat staat er in de krant? • qu'y a-t-il dans le journal?het staat op haar naam • c'est à son nom7 de zon staat 's middags op deze kamer • l'après-midi, le soleil donne dans cette pièceergens van staan kijken • être très étonné par qc.staan luisteren • être en train d'écouterzich staan te vervelen • s'ennuyerze staat al een uur te wachten • ça fait une heure qu'elle attend(iets) tot staan brengen • arrêter (qc.)sta of ik schiet! • halte ou je tire!laat staan dat … • sans parler de …zijn eten laten staan • ne pas toucher à son repasde alcohol laten staan • ne plus boire (d'alcool)zijn baard laten staan • se laisser pousser la barbeer staat nog wat van gisteren • il en reste encore un peu d'hier12 ervoor staan • être prêt à affronter qc.zij staat voor niets • elle ne recule devant rienhij staat op goede manieren • il exige de bonnes manièreser staat heel wat te doen • il y a encore beaucoup à fairezij ziet hem niet staan • il n'existe pas pour elle -
9 van die zijde verwacht hij hulp en steun
van die zijde verwacht hij hulp en steunde ce côté là, il attend aide et soutienDeens-Russisch woordenboek > van die zijde verwacht hij hulp en steun
-
10 varen
varen1〈de〉————————varen21 [algemeen] naviguer2 [zich begeven] aller (à)♦voorbeelden:veilig varen • naviguer sans prendre de risquesop de Oost varen • assurer la liaison maritime avec les Indes Orientalesvaren voor matroos • être matelotten hemel varen • monter au ciel¶ ergens wel bij varen • se trouver bien de qc. -
11 ze staat al een uur te wachten
ze staat al een uur te wachten -
12 zijde
zijde, zij♦voorbeelden:het is ons van bevoegde zijde medegedeeld • nous avons été informés par une personne autoriséeaan gene zijde van • de l'autre côté devan katholieke zijde • du côté catholiqueiemand van een lelijke zijde leren kennen • découvrir le mauvais côté de qn.van officiële zijde • de source officielleiemands zijde kiezen • prendre le parti de qn.aan één zijde verlamd • paralysé d'un côtéaan beide zijden is schuld • la faute est des deux côtéshet recht aan zijn zijde hebben • avoir la loi pour soiaan deze zijde van het kanaal • de ce côté-ci du canaliemand in de zij stompen • frapper qn. au flancde handen in de zij • les poings sur les hancheshij kreeg de lachers op zijn zijde • il mit les rieurs de son côtéhij week niet van mijn zijde • il resta à côté de moivan die zijde verwacht hij hulp en steun • de ce côté là, il attend aide et soutienvan alle zijden werd hulp geboden • de tous côtés, on offrait de l'aideiets van alle zijden bekijken • considérer qc. sous tous ses aspects
См. также в других словарях:
Attend — At*tend , v. t. [imp. & p. p. {Attended}; p. pr. & vb. n. {Attending}.] [OE. atenden, OF. atendre, F. attendre, to expect, to wait, fr. L. attendre to stretch, (sc. animum), to apply the mind to; ad + tendere to stretch. See {Tend}.] 1. To direct … The Collaborative International Dictionary of English
Attend — At*tend , v. i. 1. To apply the mind, or pay attention, with a view to perceive, understand, or comply; to pay regard; to heed; to listen; usually followed by to. [1913 Webster] Attend to the voice of my supplications. Ps. lxxxvi. 6. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
attend — [v1] be present at appear, be a guest, be at, be present, be there, bob up*, catch, check in, clock in*, come to light*, drop in, frequent, go to, haunt, make an appearance, make it*, make the scene*, pop up*, punch in*, punch the clock*, ring… … New thesaurus
attend — at‧tend [əˈtend] verb [intransitive, transitive] to go to an event such as a meeting: • The two men both attended a 90 minute board meeting yesterday. • a conference attended by 200 people * * * attend UK US /əˈtend/ verb [I or T] ► MEETINGS to… … Financial and business terms
attend to — (someone) to give care to someone who is ill. Malone flew home to attend to his wife, who was in the hospital … New idioms dictionary
attend — ► VERB 1) be present at. 2) go regularly to (a school, church, etc). 3) (attend to) deal with or pay attention to. 4) occur at the same time as or as a result of. 5) escort and wait on (an important person). DERIVATIVES … English terms dictionary
attend — [ə tend′] vt. [ME attenden < OFr atendre, to wait, expect < L attendere, to stretch toward, give heed to < ad , to + tendere, stretch: see THIN] 1. Now Rare to take care or charge of; look after 2. a) to wait on; minister to; serve b) to … English World dictionary
attend — I (accompany) verb be associated with, be connected with, go along with II (be present at) verb frequent, go to, visit III (heed) verb be attentive to, give heed to, listen, mark, mind, note, notice, take notice of IV ( … Law dictionary
attend to — index assume (undertake), care (regard), concern (care), hear (give attention to), heed … Law dictionary
attend — (v.) c.1300, to direct one s mind or energies, from O.Fr. atendre (12c., Mod.Fr. attendre) to expect, wait for, pay attention, and directly from L. attendere give heed to, lit. to stretch toward, from ad to (see AD (Cf. ad )) + tendere stretch… … Etymology dictionary
attend to — (something) to deal with something. Firefighters attended to a smoking car outside the building … New idioms dictionary