-
1 argument
• argument -
2 argument
1 [ook wiskunde] argument♦voorbeelden:er zijn daarvoor goede argumenten aan te voeren • there's a lot to be said for thateen steekhoudend argument • a watertight argumentargumenten aanvoeren voor/tegen iets • make (out) a case for/against somethingdat argument gaat niet op • that argument won't stand upeen argument dat zowel voor als tegen kan worden gebruikt • a double-edged argumentvoor iemands argumenten zwichten • be convinced by someone's argumentsargumenten voor en tegen • pros and consdat is geen argument • that's no reasonzijn argumenten kracht bijzetten • reinforce one's argument -
3 argument
n. argument, dispute; claim -
4 dat argument gaat niet op
dat argument gaat niet opVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat argument gaat niet op
-
5 dat argument valt niet weg te redeneren
dat argument valt niet weg te redenerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat argument valt niet weg te redeneren
-
6 de redelijkheid van een argument
de redelijkheid van een argumentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de redelijkheid van een argument
-
7 een argument dat zowel voor als tegen kan worden gebruikt
een argument dat zowel voor als tegen kan worden gebruiktVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een argument dat zowel voor als tegen kan worden gebruikt
-
8 een argument ontkrachten
een argument ontkrachtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een argument ontkrachten
-
9 een dwingend argument
een dwingend argumentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een dwingend argument
-
10 een goedkoop argument
een goedkoop argumentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een goedkoop argument
-
11 een sluitend argument
een sluitend argumentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een sluitend argument
-
12 een steekhoudend argument
een steekhoudend argumentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een steekhoudend argument
-
13 een zwaarwegend argument
een zwaarwegend argumenta weighty/ponderous argumentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zwaarwegend argument
-
14 actueel argument
• actual argument (parameter) -
15 dummy-argument
• dummy argument -
16 formeel argument
• formal argument -
17 dat is geen argument
dat is geen argumentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is geen argument
-
18 verpletterend argument
n. smasher -
19 argumentenlijst
• argument list -
20 einde
————————einde, eind1 [plaats] end2 [moment] end ⇒ 〈van toneelstuk/boek/verhaal/film ook〉 ending, cessation 〈 van vijandigheden〉, finish 〈van wedren/loop〉3 [resultaat] upshot, result, conclusion♦voorbeelden:daar moet maar eens een einde aan komen • something has to be done about iter komt geen einde aan • there's no end to itdaar kunnen we niet aan beginnen, dan is het einde zoek • we mustn't start on that because there'd be no end to iteen verhaal met een open einde • an story with an open endingaan zijn einde komen • meet one's endhet was of er nooit een einde aan zou komen • it seemed endlesser kwam geen einde aan • there was no end to them/it 〈enz.〉een einde maken aan iets • 〈 doen ophouden〉 put an end to something; 〈 regelen, bijvoorbeeld met betrekking tot staking/argument/ruzie〉 settlelaten we er nu maar een einde aan maken • let's finish off nowhet einde nadert • the end is near〈 figuurlijk〉 aan het eind van zijn Latijn zijn • be at the end of one's tether; 〈 uitgeput ook〉 be shatteredlelijk aan zijn einde komen • come to meet a nasty endik ben nog niet aan het einde gekomen van mijn betoog • I have not yet finished my argumentik kom hiermee aan het einde van mijn betoog • this brings me to the end of my argumentze loopt op haar/het einde • she's near her timede wereld loopt op haar einde • the world is coming to an endhet loopt met hem op een einde • he's nearing his endop het einde van de middag • in the late afternoonmijn geduld loopt ten einde • my patience is wearing thinten einde raad besloot hij … • not knowing what else to do he decided to …het jaar loopt langzaam ten einde • we are coming to the end of the yearten einde raad zijn • be at one's wits' endtot het einde toe • to the very endvan het begin tot het einde • from beginning to end/start to finishtot het einde der tijden • to the end of timewij moeten tot het einde volhouden • we must see it through3 het einde van de besprekingen was, dat … • the result of the discussions was that …het einde van het liedje was, dat … • the upshot (of the affair)/the end of it was, that …iets tot een goed einde brengen • bring something to a favourable conclusion¶ dat is het einde! • that's fantastic!voor hem is Picasso het einde • he thinks Picasso is the tops/the cat's whiskers, he thinks the world of Picasso
См. также в других словарях:
argument — [ argymɑ̃ ] n. m. • 1160; lat. argumentum → arguer 1 ♦ Raisonnement destiné à prouver ou à réfuter une proposition, et par ext. Preuve à l appui ou à l encontre d une proposition. ⇒ raisonnement; argumentation, démonstration; preuve, raison.… … Encyclopédie Universelle
argument — ar·gu·ment n 1: a reason or the reasoning given for or against a matter under discussion compare evidence, proof 2: the act or process of arguing, reasoning, or discussing; esp: oral argum … Law dictionary
argument — ARGUMENT. s. m. Terme de Logique. Raisonnement par lequel on tire une conséquence d une ou de deux propositions. Argument en forme. Puissant argument. Argument concluant, démonstratif, pressant, invincible. Fort argument. Faux argument. Argument… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
argument — Argument. s. m. Terme de Logique. Raisonnement par lequel on tire une consequence d une ou de deux propositions. Argument en forme. argument probable. puissant argument. argument concluant, demonstratif, invincible, fort argument. faux argument.… … Dictionnaire de l'Académie française
argument — ARGUMÉNT, argumente, s.n. 1. Raţionament, dovadă adusă în sprijinul unei afirmaţii. 2. (mat.) Variabila (variabilă) independentă a unei funcţii. – Din fr. argument, lat. argumentum. Trimis de romac, 13.09.2007. Sursa: DEX 98 ARGUMÉNT s. I. 1.… … Dicționar Român
Argument — Ar gu*ment, n. [F. argument, L. argumentum, fr. arguere to argue.] 1. Proof; evidence. [Obs.] [1913 Webster] There is.. no more palpable and convincing argument of the existence of a Deity. Ray. [1913 Webster] Why, then, is it made a badge of wit … The Collaborative International Dictionary of English
argument — argùment (argùmenat) m <G ēnta, N mn nti, G nātā> DEFINICIJA 1. rasuđivanje koje se iznosi kao razlog za neku tvrdnju [dati argumente; iznijeti argumente; pobiti argumente; jak argument; snažan argument]; dokaz 2. sredstvo koje služi da se… … Hrvatski jezični portal
argument — 1 proof, *reason, ground Analogous words: proving, demonstrating or demonstration (see corresponding verbs at PROVE): disproving or disproof, refuting or refutation, rebutting or rebuttal (see corresponding verbs at DISPROVE) 2 Argument, dispute … New Dictionary of Synonyms
Argument — Sn Beweisgrund erw. fach. (14. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. argūmentum, einer Ableitung von l. arguere beweisen, erhellen . Verb: argumentieren; Abstraktum: Argumentation. Ebenso nndl. argument, ne. argument, nfrz. argument, nschw.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
argument — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mnż I, D. u, Mc. argumentncie {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} potwierdzający lub obalający sąd o czymś; motyw, racja : {{/stl 7}}{{stl 10}}Przekonujący, decydujący, niezbity,… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
Argument — Argument, eine unabhängige veränderliche Größe mit Bezug auf irgend eine Funktion derselben. In dem Falle z.B., daß eine Wertereihe jener Größe den Eingang einer numerischen Tafel bildet, in der die zugehörigen Funktionswerte zusammengestellt… … Lexikon der gesamten Technik