-
1 waarderen
♦voorbeelden:mijn gewaardeerde collega • my esteemed colleagueik waardeer uw mening, maar … • 〈 ook〉 I respect your opinion, but …uw zeer gewaardeerd oordeel • your highly esteemed judg(e)mentdat is zeer te waarderen • that's highly commendableiemand leren waarderen • learn/come to appreciate someonehij weet een goed glas wijn wel te waarderen • he likes/appreciates a good glass of wineiets in iemand waarderen • appreciate/value something in someoneiets ten zeerste waarderen • value/prize something highly2 iets als positief waarderen • value/rate something positively -
2 appreciëren
1 [beoordelen] appraise2 [waarderen] appreciate ⇒ 〈 dankbaar zijn ook〉 be grateful/thankful for, 〈 hoogachten ook〉 value, 〈 hoogachten ook〉 esteem♦voorbeelden: -
3 waarde
1 [betekenis als bezit/ruilobject] value2 [grote waarde] value3 [betekenis] value4 [zaak van waarde] value♦voorbeelden:effectieve/reële waarde • market/real valuenominale waarde • nominal valuevan onschatbare waarde zijn • be of inestimable value/invaluableiets beneden de waarde verkopen • sell something below the going ratein waarde stijgen • appreciate, increase in valuein waarde dalen • depreciate, decrease in valuenaar waarde schatten • be able to appreciate somethingter waarde van … • at (the value of), worth …tot een waarde van • to the value ofmunten van deze waarde worden niet meer uitgegeven • coins of this denomination are no longer issuedvoor de volle waarde verzekeren • insure for the full value2 is er iets van waarde bij? • is anything valuable included?voorwerpen van waarde • objects of value, valuablesiemand niet op zijn juiste waarde schatten • underestimate someone(zeer) veel waarde aan iets hechten • value something highly, set great store by/on something, attach great value to somethingweinig waarde aan iets hechten • set little store by/on something, attach little value to somethinghet heeft zijn waarde bewezen • its value/merit has been provediemand in zijn waarde laten • accept someone as he/she isiets op waarde schatten • rate something at its true valuemen begint deze schrijver op zijn juiste waarde te schatten • this author has started to get the recognition he deservesvan waarde zijn, waarde hebben • be valuable, be of valuevan nul en gener waarde zijn • be null and voidmaximale/hoogste waarde • 〈 ook〉 maximum, highnegatieve waarde • minus (number) -
4 apprecieren
v. appreciate, esteem, regard highly; raise the value, become more valuable -
5 appreciëren
v. appreciate, esteem; estimate, appraise -
6 beseffen
v. apprehend, understand, appreciate, realize, take in -
7 hoogschatten
v. regard highly, appreciate, esteem -
8 miskennen
v. fail to appreciate -
9 op prijs stellen
v. prize, appreciate -
10 schatten
v. estimate, value, evaluate, appreciate, apprize, apprise, appraise, assess, take the gauge of, rank, rate, reckon, compute, judge -
11 verhogen in prijs
v. appreciate -
12 waarderen
v. value, estimate, appraise, apprize, apprise, appreciate, esteem, treasure, prize -
13 begrip voor iets kunnen opbrengen
begrip voor iets kunnen opbrengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > begrip voor iets kunnen opbrengen
-
14 begrip
3 [het willen/kunnen begrijpen van] understanding, sympathy♦voorbeelden:naar westerse begrippen • by Western standardsvlug van begrip • quick-wittedgeen begrip van tijd hebben • have no sense of timedat gaat mijn begrip te boven • that is beyond mealle begrip te boven gaan • be beyond all comprehension2 het begrip ‘communicatie’ • the concept of ‘communication’de elementaire begrippen van de algebra • the basics of algebraverkeerde begrippen • misconceptions, erroneous ideaszijn begrip van vrijheid • his idea of freedom3 begrip voor iets kunnen opbrengen • appreciate 〈 problemen〉; have sympathy for, sympathize with 〈 mening, moeilijkheden〉daar kan ik geen begrip voor opbrengen • I find that hard to understandze was vol begrip • she was very understanding -
15 bewust
4 [in het bewustzijn aanwezig] conscious♦voorbeelden:politiek bewust (worden) • (become) politically consciousvoor zover ik mij bewust ben • to my knowledgezich bewust zijn van • be aware/conscious of 〈 verantwoordelijkheid〉/awake to 〈 gevaar〉 ; appreciatezich bewust worden van • become aware/conscious ofzich van geen gevaar bewust • (quite) unaware of any dangerik ben me (er) niet bewust (van) dat ooit beweerd te hebben • I am unaware of having ever said thatII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:iemand bewust navolgen • (consciously) follow in someone's footsteps -
16 billijken
-
17 daar kan ik inkomen
daar kan ik inkomenI (can) appreciate that, I quite understand thatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar kan ik inkomen
-
18 de lol daarvan ontgaat mij
de lol daarvan ontgaat mijVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de lol daarvan ontgaat mij
-
19 denken
♦voorbeelden:1 het doet denken aan • it reminds one of …dit doet sterk aan omkoperij denken • this savours strongly of briberyik zat net te denken • I was just thinkingwaar zit je aan te denken? • what's on your mind?er anders over gaan denken • change one's mind (about it)denk er nog eens over • give it some more thought, think it overik denk er niet aan • I wouldn't dream of itik moet er niet aan denken • I can't bear to think about itdenk er (maar eens) om! • don't forget!ik denk er net zo over • I feel just the same about itik zal eraan denken • I'll bear it in mindnu ik eraan denk • (now I) come to think of itdenk erom dat het niet weer gebeurt • mind that it doesn't occur againeven denken, hoor • let me seehardop denken • think aloudmin denken over • take a dim view ofaan iets/iemand denken • think/be thinking of something/someoneik probeer er niet aan te denken • I try to put it out of my mindlaten we er niet meer aan denken • let's forget about itik moest er steeds maar aan denken • I couldn't get it out of my headzonder te denken aan het gevaar • without realizing the dangerdaar heb ik geen moment aan gedacht • that never (even) crossed my mind; 〈 vergeten〉 I forgot all about itjij kan alleen maar aan geld denken • all you can think of is moneydaar denken wij in de verste verte niet aan • nothing could be further from our thoughtshij dacht nooit aan zichzelf • he never thought of himselfiemand aan het denken zetten • set someone thinkingik dacht bij mezelf • I thought/said to myselfdenken in geld • think in terms of moneydenk om je hoofd • mind your headals je er goed over denkt, dan … • when one comes to think of it, (then) …er verschillend/anders over denken • take a different view (of the matter)zij denkt er nu anders over • she feels differently (now)stof tot denken geven • give (someone) food for thoughtdat had ik niet van hem gedacht • I should never have thought it of himdat geeft te denken • that makes you thinkwat denk je ervan? hoe denk je erover? • well, what do you think?ik denk er ernstig over om … • I'm seriously thinking of …¶ geen denken aan! • it's out of the question!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:zou je (dat) denken? • (do) you (really) think so?wat denk je ervan? • what do you think (about/of it)?het zijne ervan denken • have one's own ideas about itwat dacht je van een ijsje? • what would you say to an ice cream?dat dacht je maar, dat had je maar gedacht • that's what you think! 〈klemtoon op ‘you’〉ik dacht van wel/van niet • I thought it was/wasn'twie denk je wel dat je bent? • (just) who do you think you are?wat denk je (eigenlijk) wel! • who do you think you are?2 wat denk je daarmee te bereiken? • what do you hope to achieve by that?wie had dat kunnen denken • who would have thought it?u moet niet denken (dat) … • you mustn't suppose/think (that) …hij denkt te slagen • he expects to/thinks he'll passdat dacht ik al • I thought sodenk dat maar niet • don't you believe itik heb het altijd wel gedacht • I always thought soik zou denken dat • I'm inclined to think thatdacht ik het niet! • just as I thought!…, denk ik • …, I think/supposede beste arts die men zich maar kan denken • the best (possible) doctorje moet maar denken dat het slechts voor heel kort is • try to remember it is only for a short perioddat laat zich denken • I can imaginedenk eens (aan) • imagine!, just think of it!ik dacht bij mezelf dat … • I thougt/said to myself that …ik had zo gedacht … als jij morgen eens naar B. ging • I was thinking … if you went to B. tomorrow4 wat denk je nu te doen? • what do you intend to do now?III 〈wederkerend werkwoord; zich denken; met een bepaling van gesteldheid〉1 [peinzen] think (oneself), imagine♦voorbeelden:denkt u zich eens in mijn positie • put yourself in my position -
20 gaan
1 [zich verplaatsen] go ⇒ move3 [zich begeven] go4 [+ onbepaalde wijs] [beginnen te] go, be going to5 [in beweging zijn, functioneren] go ⇒ run6 [losraken] come7 [plaatshebben] go ⇒ be, run9 [begrepen zijn in] go ⇒ fit11 [+ over] [tot onderwerp hebben] be (about)♦voorbeelden:een uur gaans • an hour's walk〈 figuurlijk〉 hoe gaat dat liedje ook weer? • how does that song go (again)?hé, waar ga jij naar toe? • where are you going?; 〈 achterdochtig〉 where do you think you're going?het gaat niet zo best/slecht met de patiënt • the patient isn't doing so well/so badlyhoe laat gaat de trein? • what time does the train go?ze zien hem liever gaan dan komen • they're glad to see the back of himik moet (nu) gaan • I must go/be going/off (now)ik ga ervandoor • I'm going/offdie twee gaan uit elkaar • those two are breaking upvan tafel gaan • leave the tableik ga! • I'm going!; 〈 informeel〉 I'm off!ga nu maar • off you go nowaan de kant gaan • move aside〈 figuurlijk〉 er gaat niets boven … • nothing beats …zijn gezin gaat bij hem boven alles • his family comes first (with him)zaken gaan voor het meisje • business before pleasure4 hij wil medicijnen gaan doen • he wants to do/study medicinegaan kijken • go and (have a) lookgaan liggen/staan/zitten • lie down, stand up, sit downgaan slapen • go (off) to bedga er maar eens aan staan • it's no picnic, it's not the easiest thing in the worldze gaan trouwen • they're getting marriediets gaan waarderen • come to appreciate somethinggaan wandelen/zwemmen • go for a walk/swim, go walking/swimmingaan het werk gaan • set to work〈 ironisch〉 ik ga (me) daar een beetje in de rij staan • I am (definitely) not going to join that queueals alles goed gaat • if all goes welldat kon toch nooit goed gaan • that was bound to go wronghoe is het gegaan? • how was it? how did it/things go?nou, dat ging zo • well, it was like thisalles gaat naar wens • everything's as it should beals het even gaat • if at all possibledat gaat zomaar niet • you can't just do thatik heb het al zo vaak geprobeerd, maar het gaat niet • I've tried it so often, but it won't workzo gaat het niet langer • things can't go on like thiser gaan 5 volwassenen in • it'll take 5 adultser gaat een liter in die fles • that bottle will take a litreer gaan zes glazen uit een fles • you can get six glasses out of a bottlezij gaat over de typekamer • she's in charge of the typing-pool11 waar gaat die film over? • what's that film about?zijn verhaal gaat er wel in bij de stakers • his speech went down (well) with the strikersdit type gaat eruit • this model's on the way outopzij gaan • give way to, make way for, go to one sidevoor niemand opzij gaan • make way for no man, yield/give way to no one〈 zoek raken〉 verloren gaan • get/be lostvreemd gaan • be unfaithfulvrijuit gaan • get offdaar gaan we weer • (t)here we go againin het zwart gekleed gaan • be dressed in blackhet gaat allemaal langs haar heen • it all goes (right) over her headmet iemand gaan • go out with someonewe hebben nog twee uur te gaan • we've got two hours to gozich te buiten gaan aan • overindulge inom kort te gaan • to cut a long story shortII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gesteld zijn] be ⇒ go2 [geschieden] be ⇒ go, happen3 [+ om] [te doen zijn] be (about)♦voorbeelden:hoe gaat het (met u)? • how are you?, how are things with you?hoe gaat het op het werk? • how's (your) work (going)?, how are things (going) at work?het gaat hem niet slecht • he's not doing badlyje weet hoe dat gaat • you know how it is/things are/it goeszo gaat het nu altijd • it's always like thatzo gaat dat in het leven • that's lifedaar gaat het juist om • that's the whole pointhet gaat hem er alleen om dat … • all (that) he's concerned about is that …het gaat erom of … • the point is whether …het gaat om het principe • it's the principle that mattershet gaat om je baan • your job is at stakehet gaat hier om een nieuw type • we're talking about a new type
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Appreciate — Ap*pre ci*ate, v. t. [imp. & p. p. {Appreciated}; p. pr. & vb. n. {Appreciating}.] [L. appretiatus, p. p. of appretiare to value at a price, appraise; ad + pretiare to prize, pretium price. Cf. {Appraise}.] 1. To set a price or value on; to… … The Collaborative International Dictionary of English
appreciate — ap·pre·ci·ate /ə prē shē ˌāt, pri , sē / vb at·ed, at·ing vt 1: to judge or understand the significance of incapable of appreciating the difference between right and wrong B. N. Cardozo 2: to raise the market value of compa … Law dictionary
appreciate — 1 comprehend, *understand Analogous words: appraise, value, rate, *estimate, evaluate: *judge, adjudge: *apprehend, comprehend Antonyms: depreciate Contrasted words: disparage, derogate, detract, belittle, * … New Dictionary of Synonyms
appreciate — ap‧pre‧ci‧ate [əˈpriːʆieɪt] verb [intransitive] 1. to increase in value: • Their art collection has appreciated substantially, almost doubling in value. 2. FINANCE when a currency appreciates, it increases in value compared to other currencies:… … Financial and business terms
appreciate — [v1] be grateful, thankful acknowledge, be appreciative, be indebted, be obliged, enjoy, flip over*, freak out on*, get high on*, give thanks, groove on*, welcome; concepts 12,32,76 Ant. be critical, criticize, disparage, disregard, neglect,… … New thesaurus
appreciate — Its normal meaning ‘to acknowledge with gratitude’, especially in business correspondence (e.g. I appreciate everything that you have done to help us) and to form polite requests (e.g. It would be appreciated if you would reply by return of post) … Modern English usage
appreciate — [ə prē′shē āt΄] vt. appreciated, appreciating [< LL(Ec) appretiatus, pp. of appretiare, APPRAISE] 1. to think well of; understand and enjoy; esteem 2. to recognize and be grateful for; be thankful for 3. to estimate the quality or worth of,… … English World dictionary
Appreciate — Ap*pre ci*ate, v. i. To rise in value. [See note under {Rise}, v. i.] J. Morse. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
appreciate — (v.) 1650s, to esteem or value highly, from L.L. appretiatus, pp. of appretiare to set a price to (see APPRAISE (Cf. appraise)). Meaning to rise in value (intransitive) first recorded 1789. Related: APPRECIATED (Cf. Appreciated); appreciating … Etymology dictionary
appreciate — ► VERB 1) recognize the value or significance of. 2) understand (a situation) fully. 3) be grateful for. 4) rise in value or price. DERIVATIVES appreciator noun. ORIGIN Latin appretiare appraise , from pretium … English terms dictionary
appreciate */*/ — UK [əˈpriːʃɪˌeɪt] / US [əˈprɪʃɪˌeɪt] verb Word forms appreciate : present tense I/you/we/they appreciate he/she/it appreciates present participle appreciating past tense appreciated past participle appreciated 1) [transitive, never progressive]… … English dictionary