-
1 épousseter
-
2 essuyer
essuyer [esŵiejee]2 〈 iets onaangenaams〉 (te) verduren (hebben) ⇒ ondergaan, ondervinden ⇒ 〈 belediging〉 moeten slikken ⇒ 〈 verlies〉 lijden♦voorbeelden:essuyer ses pieds • z'n voeten vegenessuyer la poussière • stof afnemen→ plâtrev1) (af)drogen, (af-, weg)vegen -
3 dépoussiérer
dépoussiérer [deepoesjeeree]〈 werkwoord〉1 stofvrij maken ⇒ afstoffen, van stof ontdoen2 vernieuwen ⇒ hernieuwen, een frisse wind laten waaien in♦voorbeelden:
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский