-
1 afschuren
-
2 afschuren
-
3 afschuren
шкурить; стирать; соскабливать* * *гл.общ. соскабливать, стирать -
4 afschuren
v. scour, scrape, abrade; sand, smooth with sandpaper -
5 een plaat afschuren
een plaat afschuren -
6 соскабливать
vgener. krabben, krassen, afkrabben, afraspen, afschaven, afschrabben, afschrapen, afschrappen, afschuren, uitkrabbelen, uitkrabben -
7 стирать
v1) gener. wissen, (резинкой) gummen, afdoen, raderen (резинкой), wassen (бельё), wegdoezelen, wegvagen, uitwassen (бельё), afschuren, afvagen, afvegen, afwrijven, doorlopen (íîãè), uitdoen (написанное), uitgommen (резинкой), uitslijten, uitvlakken, uitwissen, wegmaken, wegvegen, wegwissen2) liter. afslijten -
8 abrade
v. afdragen ; schaven, afschaven; afschuren door wrijving of schuring; tegen een object schaven; tegen een voorwerp slaan[ əbreed]♦voorbeelden:abraded skin • geschaafde huid -
9 rub off
-
10 sand
n. zand; strand--------v. met zand bedekken; afschuren met schuurpapier; zand strooiensand1[ sænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zand♦voorbeelden:1 build on sand • op zand bouwen, (iets) op losse grondslag ondernemen3 the sands (of life) are running out • de tijd is bijna om/verstreken, de dagen zijn geteld————————sand2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 sander
-
12 sanding
n. zandstrooier; het afschuren met schuurpapier; het met zand bedekken -
13 rôder
-
14 écrier
écrier [eekrie.ee]♦voorbeelden: -
15 соскабливать
vgener. krabben, krassen, afkrabben, afraspen, afschaven, afschrabben, afschrapen, afschrappen, afschuren, uitkrabbelen, uitkrabben -
16 стирать
v1) gener. wissen, (резинкой) gummen, afdoen, raderen (резинкой), wassen (бельё), wegdoezelen, wegvagen, uitwassen (бельё), afschuren, afvagen, afvegen, afwrijven, doorlopen (íîãè), uitdoen (написанное), uitgommen (резинкой), uitslijten, uitvlakken, uitwissen, wegmaken, wegvegen, wegwissen2) liter. afslijten
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский