-
1 abnormal
abnormaal -
2 abnormal end: abend
abnormaal einde -
3 freak
adj. raar, abnormaal; zonderling--------n. gril, kuur; rariteit, abnormaal verschijnsel; wangedrocht, monster; zonderling, freak, fanaat--------v. gril, kuur; rariteit (straattaal):verdoven, verdoofd (drugs)freak1[ frie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gril ⇒ kuur, nuk2 rariteit ⇒ uitzonderlijk/abnormaal verschijnsel3 misvormd dier ⇒ wangedrocht, monster4 zonderling ⇒ excentriekeling, hippie♦voorbeelden:3 a freak of nature • een speling der natuur, een misvormd dier/mens/plant————————freak21 abnormaal ⇒ uitzonderlijk, ongewoon♦voorbeelden:1 freak weather • vreemd/typisch weer -
4 aberrant
adj. afwijkend,abnormaal; misstap[ æberrənt] 〈 voornamelijk biologie〉1 afwijkend ⇒ atypisch, abnormaal♦voorbeelden: -
5 abnormal
adj. niet heel; buitensporig, abnormaal[ æbno:məl] -
6 anomalous
-
7 deviant
n. afwijking[ die:viənt] -
8 unseasonable
-
9 act up
lastig zijn, vervelend zijn; zich vreemd of abnormaal gedragen; zich ongeordend gedragen, ongehoorzaam zijn; zich zo gedragen dat de aandacht wordt getrokkenact up〈 informeel〉1 lastig zijn ⇒ herrie schoppen, vervelend zijn -
10 deviance
1 afwijking ⇒ afwijkend/abnormaal gedrag -
11 freakish
-
12 inflated
adj. opgeblazen; bombastisch[ infleetid] -
13 irregular
adj. onregelmatig; buitenissig; asymetrisch; onbepaald; niet volgens de regels--------n. product van slechte kwaliteit; onregelmatige soldaatirregular1[ irregjoelə] 〈zelfstandig naamwoord; vaak meervoud〉1 lid van ongeregelde troepen ⇒ partizaan, guerrillastrijder————————irregular2〈bijvoeglijk naamwoord; zelfstandig naamwoord: irregularity〉1 onregelmatig ⇒ abnormaal, afwijkend2 ongelijk(matig) ⇒ grillig, onregelmatig♦voorbeelden:the proceedings in this case are rather irregular • de gang van zaken in dit geval is nogal ongebruikelijk -
14 tiddler
n. kleine vis, visje; jong iemand, klein kind; abnormaal klein iemand (Brits-Engelse Slang), heel klein iets (Brits-Engelse Slang)[ tidlə] 〈Brits-Engels; informeel〉1 visje -
15 unearthly
-
16 unnatural
adj. onnatuurlijk[ unnætsjrəl]1 onnatuurlijk ⇒ tegennatuurlijk, abnormaal; ongewoon, vreemd; pervers♦voorbeelden:1 not unnaturally • vanzelfsprekend, uit de aard der zaak -
17 aerophagia
n. aërofagie (inslikken van lucht; bij angsttoestanden, bij hysterie of bij lieden die gulzig drinken kunnen abnormaal hoeveelheden lucht worden ingeslikt) -
18 anomalistic
adj. abnormaal, buitengewoon -
19 being out of one's mind
Gek (dwaas, verward, abnormaal, zijn verstand verloren) -
20 carrying on
doorgaan; doorpraten; doorduwen; vervolg; gedrag (abnormaal)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Crime in Belgium — Belgium is considered a relatively safe country[1] compared to its neighbouring countries. According to Urban Audit, in 2001, Brussels had the fourth highest number of recorded crimes of European capitals (behind Stockholm, Amsterdam, and Berlin … Wikipedia
abnorm — Adj ungewöhnlich, unnatürlich erw. fremd. Erkennbar fremd (19. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. abnormis von der Regel abweichend (zu l. ab von weg und l. nōrma Regel, Norm ). Dazu seit dem 19. Jh. die neoklassische Erweiterung abnormal, wohl… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache