-
1 не бояться
prepos.gener. (iem., iets) aandurven (кого-л., чего-л.) -
2 не посметь
prepos.gener. niet aandurven -
3 осмеливаться
vgener. zich vermeten, wagen, aandurven, avonturen, de vrijheid nemen, durven, onderstaan, zich verkloeken, zich verstouten -
4 отваживаться
vgener. onderstaan, aandurven, avonturen, durven, wagen (на что-л.), zich verkloeken, zich vermeten, zich verstouten -
5 отваживаться на дело
vgener. (какое-л.) (iem., iets) aandurvenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > отваживаться на дело
-
6 посметь
vgener. aandurven -
7 решаться
vgener. aandurven, besluiten, een besluit nemen -
8 рисковать
v1) gener. (iets) op het spel zetten spel (чем-л.), aandurven, bestaan, de kans lopen, durven, onderstaan, riskeren, wagen2) liter. inzetten (чем-л.) -
9 сметь
vgener. aandurven, mogen -
10 be up to
sta klaar voor-; het kunnen van,bereid zijn om-be up to1 komen/staan/reiken tot3 in de gaten/smiezen hebben ⇒ doorhebben♦voorbeelden:what are you up to now? • wat voer je nu weer in je schild?4 it's up to you • het is jouw zaak, dat moet jij weten -
11 challenge
n. uitdaging--------v. uitdagen, aanroepen, betwistenchallenge1[ tsjælindzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 uitdaging ⇒ moeilijke taak, test♦voorbeelden:without challenge • zonder tegenspraak2 ‘who's there?’ is a challenge • ‘wie daar?’ vraagt een soldaat op wacht————————challenge2〈 werkwoord〉1 uitdagen ⇒ tarten, op de proef stellen♦voorbeelden:challenge thought • tot nadenken stemmen -
12 dare
n. uitnodiging; uitdaging--------v. durven; uitdagendare1[ deə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————dare2[ deə]♦voorbeelden:II 〈hulpwerkwoord; 3e persoon enkelvoud dare〉1 (aan)durven ⇒ het wagen, het lef hebben te♦voorbeelden:how dare (you say such things)? • hoe durf je zoiets te zeggen?¶ I dare say • ik veronderstel, ik neem aan; 〈 als tussenwerpsel〉natuurlijk, waarschijnlijk; 〈 Brits-Engels〉 misschien -
13 manage
v. succes hebben; iets bereiken; leiding geven; heersen over-, beheersen; zorgen voor-; zich meten aan-[ mænidzj]3 als beheerder fungeren/optreden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 beheersen ⇒ weten aan te pakken, manipuleren4 hanteren5 aankunnen ⇒ aandurven, in staat zijn tot♦voorbeelden:1 the managed to escape • hij wist te/kon ontsnappenshe managed a smile • ze wist een glimlach op te brengen -
14 rise to the challenge
-
15 venture (up)on something
venture (up)on somethingiets aandurven/wagen, zich wagen aan iets -
16 venture
n. onderneming; avontuurlijke reis/stap--------v. in gevaar brengen, een kans nemenventure1[ ventsjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (gevaarlijke) onderneming ⇒ gewaagd project, 〈 in het bijzonder〉 speculatie; avontuurlijke reis/stap————————venture2♦voorbeelden:venture out of doors • zich op straat wagen1 (aan)durven ⇒ wagen (iets te doen), durven (te beweren)♦voorbeelden:venture (up)on something • iets aandurven/wagen, zich wagen aan ietsventure that • durven te beweren dat2 inzetten♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 nothing ventured, nothing gained • wie niet waagt, die niet wint -
17 assayable
adj. Kan onderzocht worden; kan men proberen; kan men aandurven -
18 feel up to
iets aandurven -
19 oser
oser [oozee]〈 werkwoord〉1 durven ⇒ aandurven, wagen♦voorbeelden:il faut oser • je moet risico's durven nemenv -
20 gageure
Страницы
- 1
- 2