-
1 KLOS Tomasz /POL, защитник/
Страна: Poland Номер: 2 День рождения: 07.03.1973 Рост: 186 см. Вес: 78 кг. Позиция: защитник Текущий клуб: Kaiserslautern (GER) Голы за сборную: 1 (27 Мая 2002) Провел матчей за сборную: 37 (27 Мая 2002) 1-ый матч за сборную: Paraguay (нет данных)English-Russian FIFA World Cup 2002 dictionary > KLOS Tomasz /POL, защитник/
-
2 coil
klosrolspiraalspoelwinding -
3 circular skirt
klos etek -
4 bobbin
-
5 chock
n. stoot(blok), klos, klamp, remblok--------v. vastzetten, blokkeren, vastleggen; samenpersenchock1[ tsjok] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blok ⇒ klos, klamp————————chock2〈 werkwoord〉1 vastzetten ⇒ blokkeren, vastleggen♦voorbeelden: -
6 kiss
n. kus--------v. kussen, zoenenkiss1[ kis] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:blow a kiss • een kushandje geven, een kus toewerpen¶ kiss of death • judaskus, doodsteek〈 voornamelijk Brits-Engels〉 kiss of life • mond-op-mondbeademing; 〈 bij uitbreiding〉reddingsactie/operatie→ French French/————————kiss2〈 werkwoord〉1 kussen ⇒ elkaar kussen, (elkaar) zoenen2 (even/licht) raken ⇒ 〈 biljart〉 klotsen (tegen), een klos maken♦voorbeelden:kiss and be friends • het afzoenen, het weer goed makenkiss away • wegkussen -
7 reel
n. haspel, klos, spoel--------v. duizelen, wankelen; zwervenreel1[ rie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 haspel ⇒ klos, spoel————————reel2♦voorbeelden:3 reel back • terugdeinzen/wijkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen duizelen/wankelen/draaien♦voorbeelden: -
8 spindle
-
9 spool
-
10 ear
[ɪə(r)]n ( ANAT)to give sb a thick ear — trzepnąć ( perf) kogoś w ucho
* * *I [iə] noun1) (the part of the head by means of which we hear, or its external part only: Her new hair-style covers her ears.) ucho2) (the sense or power of hearing especially the ability to hear the difference between sounds: sharp ears; He has a good ear for music.) słuch•- earache- eardrum
- earlobe
- earmark
- earring
- earshot
- be all ears
- go in one ear and out the other
- play by ear
- up to one's ears in
- up to one's ears II [iə] noun(the part of a cereal plant which contains the seed: ears of corn.) kłos -
11 circular skirt
n. kloş etek -
12 circular skirt
n. kloş etek -
13 be in dead trouble
-
14 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
15 goner
n. iemand die als dood wordt beschouwd; verloren persoon; verslagen persoon[ gonnə] 〈 slang〉♦voorbeelden: -
16 have had it
hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan geven -
17 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan -
18 integral
adjective1) (of a whole) wesentlich, integral [Bestandteil]2) (whole, complete) vollständig; vollkommen3) (forming a whole) ein Ganzes bildend; integrierend* * *in·te·gral[ˈɪntɪgrəl, AM -t̬ə-]I. adjschools are \integral to the local community Schulen sind für die Gemeinde von grundlegender Bedeutung\integral part wesentlicher Bestandteilhe's an \integral part of the team er ist ein für unser Team unverzichtbares Mitglied2. (whole) vollständig3. (built-in) eingebautthe prison has no \integral sanitation in dem Gefängnis gibt es keine Klos in den Zellen4. MATH Integral-\integral calculus Integralrechnung f\integral equation Integralgleichung f* * *['IntIgrəl]1. adj1) part wesentlich, integral (geh)2) (= whole) vollständig, vollkommen2. n (MATH)Integral nt* * *integral [ˈıntıɡrəl]A adj (adv integrally)1. integral, (zur Vollständigkeit) unerlässlich:an integral part ein integraler Bestandteil2. a) aus integralen Teilen bestehend, integriert, einheitlich, geschlossenb) ganz, vollständig:an integral whole ein einheitliches oder vollständiges Ganzes3. TECHa) (fest) eingebautb) eine Einheit bildend ( with mit)4. unversehrt, unverletzt5. vollkommen6. MATHa) ganz(zahlig) (Vielfaches)b) eine ganze Zahl oder ein Ganzes betreffendc) Integral…:integral calculus Integralrechnung f;integral equation Integralgleichung f;integral sign Integralzeichen n;integral theorem Integralsatz mB s1. (ein) vollständiges Ganzes2. MATH Integral n:integral with respect to x from a to b Integral nach x von a bis b* * *adjective1) (of a whole) wesentlich, integral [Bestandteil]2) (whole, complete) vollständig; vollkommen3) (forming a whole) ein Ganzes bildend; integrierend* * *adj.bestimmtes (Mathematik) adj.fest eingebeut adj. n.Integral -en n. -
19 integral
1) (central, essential) wesentlich;schools are \integral to the local community Schulen sind für die Gemeinde von grundlegender Bedeutung;\integral part wesentlicher Bestandteil;he's an \integral part of the team er ist ein für unser Team unverzichtbares Mitglied2) ( whole) vollständig3) ( built-in) eingebaut;the prison has no \integral sanitation in dem Gefängnis gibt es keine Klos in den Zellen4) math Integral-;\integral calculus Integralrechnung f; -
20 block
blokklos
- 1
- 2
См. также в других словарях:
klös — klös·se; … English syllables
Klos — oder Kłos ist der Familienname folgender Personen: Fabian Klos (* 1987), deutscher Fußballspieler Joseph Klos (polnisch: Józef Kłos; 1870–1938), katholischer Geistlicher, Redakteur und Mitglied des Deutschen Reichstags Romuald Kłos (* 1956),… … Deutsch Wikipedia
klos — ubøj. adj. (nær); på klos hold; klos på; klos op ad hinanden … Dansk ordbog
kłos — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mnż I, D. a, Mc. kłossie {{/stl 8}}{{stl 7}} element zielnej części rośliny, kwiatostan groniasty o pozbawionych szypułek kwiatach osadzonych na wydłużonej łodydze, miejsce, w którym po przekwitnięciu dojrzewają nasiona,… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
KLOS — Infobox Radio Station name = KLOS city = Los Angeles, California area = Greater Los Angeles Area branding = 95.5 KLOS slogan = Southern California s Only Classic Rock Station airdate = 1947 (as KECA), 1969 (as KLOS) frequency = 95.5 (MHz) HD… … Wikipedia
Klös — Heinz Georg Klös (* 6. Januar 1926 in Wuppertal) ist ein deutscher Veterinärmediziner und Buchautor. Er war langjähriger Direktor des Berliner Zoologischen Gartens. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Leistungen 3 Werke (Auswahl) 4 Ehru … Deutsch Wikipedia
Kłos — Tomasz Kłos Spielerinformationen Voller Name Tomasz Kłos Geburtstag 7. März 1973 Geburtsort Zgierz, Polen … Deutsch Wikipedia
Klos — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Klos ou Kłos Romuald Kłos, acteur polonais (1956). Stefan Klos, footballeur allemand (1971). Tomasz Kłos, footballeur polonais (1973). Heinz Georg Klös,… … Wikipédia en Français
Klos — 1 Original name in latin Klos Name in other language Dullinjasi, Klos, Klosi, Клос State code AL Continent/City Europe/Tirane longitude 41.50694 latitude 20.08667 altitude 257 Population 683 Date 2012 06 02 2 Original name in latin Klos Name in… … Cities with a population over 1000 database
KLOS — est une station de radio américaine diffusant ses programmes en FM (95.5 MHz) sur Los Angeles. Son format est classic rock. Cette station a débuté ses émissions en 1969. Elle est spécialisée dans le rock depuis sa création. Depuis les… … Wikipédia en Français
kloş — sf., Fr. cloche Alt tarafı çan biçiminde genişleyen (etek) O zaman kloş eteklerin modası yeni çıkmıştı. A. İlhan … Çağatay Osmanlı Sözlük