-
1 happen
2 [gretige beet doen] bite (into), take a bite (out of)♦voorbeelden:3 hij hapt niet/hij wou niet happen • he did/would not take the baithap toch niet zo! • don't take everything so seriously!1 [gretig eten] take a bite -
2 happen
v. bite, snap, grip with the teeth; take bait -
3 hij hapt niet/hij wou niet happen
hij hapt niet/hij wou niet happenhe did/would not take the baitVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij hapt niet/hij wou niet happen
-
4 naar adem happen
naar adem happenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar adem happen
-
5 naar lucht happen
naar lucht happenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar lucht happen
-
6 gebeuren
gebeuren1〈 het〉♦voorbeelden:een opmerkelijk gebeuren • a remarkable event————————gebeuren2♦voorbeelden:dat moest wel gebeuren • it was bound to happenwat (er) ook gebeuren moge • come what mayzij voelden dat er iets stond te gebeuren • there was a feeling of things about to happenvoor ze (goed) wist wat er gebeurde • (the) next thing she knewer gebeurt hier nooit iets • nothing ever happens herewat gebeurd is, is gebeurd • what's done is donehij kwam kijken wat er gebeurde • he came to see what was going ondat gebeurt niet meer, begrepen? • I won't have anymore of that, understand?een waar gebeurd feit • a historical factwat is er met jou gebeurd? • what's happened to you?voor als er iets gebeurt • just in casehet is net of het gisteren gebeurd is • it seems like yesterdaywat moet er met die boeken gebeuren? • what's to be done with these books?maar het moet wel goed/voorzichtig gebeuren • but it must be done properly/with carehet is zó gebeurd • it'll only take a second/minuteer moet nog het een en ander aan gebeuren • it needs a bit more workwat zij zegt, gebeurt ook • what she says, goesals het maar gebeurt • as long as it's donedat gebeurt wel meer • these things do happenhet zou u ook kunnen gebeuren • it could happen to you (too)dat zal me niet meer gebeuren • I'm not going to let that happen againhet zal je gebeuren! • imagine (something like that happening to you)!er kan niets (mee) gebeuren • nothing's going to happen (to it)¶ in A., dáár gebeurt het • in A., that's where it's athet is met hem gebeurd • he's had it, he's done for -
7 komen
2 [verschijnen, zichtbaar worden] come3 [op bezoek komen] come ((a)round/over) ⇒ call4 [+ aan] [aanraken] touch7 [informeel] [klaarkomen] come♦voorbeelden:in afwachting van de dingen die komen gaan • in expectation of things to comeergens bij kunnen komen • be able to get at somethinghij kwam te overlijden • he diedje moet op een kantoor zien te komen • you must arrange to get into an office〈 figuurlijk〉 ergens achter komen • find out/get to know/get on to something〈 figuurlijk〉 hoe kom je erbij! • what(ever) gives/gave you that idea?〈 in gesprek〉 hoe kwamen we hierop? • how did we get onto this (subject)?kom op, we gaan • come on, we're leavingik kom er wel uit • I'll let myself outmaak dat je weg komt! • get out (of here)!ze hadden het nooit zover moeten laten komen • they should never have let things get this/that farhoe is het ooit zover kunnen komen? • how did it/things ever come to this?nergens aan toe komen • fiddle about, not get anything doneergens niet aan toe komen • not get round to somethingbij elkaar komen • come/get together, meethoe kom je van hier naar het museum? • how do you get to the museum from here?ergens niet op kunnen komen • not to be able to think of somethingdat komt op ƒ200 • that comes to 200 guilderstot staan komen • come to a halt/stoptot iets komen • come to something; 〈 over zijn hart krijgen〉 bring oneself to (do) something; 〈 de tijd vinden〉 get round to somethinghij komt tot mijn schouder • he comes (up) to my shoulder〈 spreekwoord〉 wie het eerst komt, het eerst maalt • first come, first serveddaar komt de boot de haven in • there's the boat coming into (the) harboureen komen en gaan van bezoekers • coming(s) and going(s) of visitorser kwamen niet veel mensen kijken • not many people came to lookde politie laten komen • send for/call the policekomen logeren bij iemand • come and stay with someonehij is helemaal komen lopen • he walked the whole waydaar mag je niet komen • you mustn't go therekom daar nu eens om! • 〈 figuurlijk〉 try to find that!, where do you find that!ik kom eraan/al! • (I'm) coming!, I'm on my way!kom hier • come herekom eens langs! • come round some time!met de boot/per spoor/te voet komen • come by boat/by train/on footzij komt om suiker • she has come/she's here for/to get some sugarhij komt uit Engeland • he's from England3 er komen mensen vanavond • there are/we've got people coming ((a)round) tonight4 kom nergens aan! • don't touch (anything/a thing)!hoe komt het? • how come?, how did that happen?daar komen ongelukken van • that's how you get accidents, that's how accidents happendaar komt niets van in • that's out of the questiondaar zal voorlopig wel niets van komen • nothing will come of that for the time beingkomt er nog wat van? • come on (, do/say sth!)het zal er toch van moeten komen • it's just got to be doneik zie het er nog wel van komen dat … • I can just see …, before you know it …er is niets van gekomen • it came to nothingdat komt ervan als je niet luistert • that's what you get/what happens if you don't listenvan het een komt het ander • one thing leads to anothereerlijk aan iets komen • come by something honestlydaar kom ik straks nog op • I'll get round to that in a moment¶ daar komt nog bij dat … • what's more …, besides …er komt 15 % voor bediening bij • there's 15 % extra/added on for servicedat moest er nog bij komen! • that's all I/we needed!dat komt er niet op aan • it doesn't matternu komt het eropaan om … • now it's a matter/question of …(-ing)kom nou! • don't be silly!, come off it!kom op, we gaan • come on, we're leaving -
8 overkomen
overkomen1 [over iets heen komen] get/come over2 [figuurlijk] [begrepen worden] come/get across3 [van elders komen] come over4 [figuurlijk] [ontvangen worden] come over/through♦voorbeelden:————————overkomen♦voorbeelden:zoiets kan alleen haar overkomen • that could only happen to herzorg ervoor dat je niets overkomt • take care that nothing happens to youik wist niet wat mij overkwam • I didn't know what was happening to medat moet mij weer overkomen! • just my luck! -
9 imminentie
n. imminence, state of being about to happen; something which is about to happen (especially of an evil or dangerous event) -
10 dat kan de beste overkomen
dat kan de beste overkomen————————dat kan de beste overkomenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat kan de beste overkomen
-
11 moeten
moeten1〈 het〉♦voorbeelden:————————moeten2I 〈 hulpwerkwoord〉2 [verplicht zijn, zich verplicht voelen] must ⇒ have to, 〈 voorwaardelijke wijs, of milder〉 should, 〈 voorwaardelijke wijs, of milder〉 ought to♦voorbeelden:1 wat moet ik beginnen zonder jou? • what would I do without you?ik moet er niet aan denken wat het kost • I hate to think what it costsmoeten jullie niet eten? • don't you want to eat?wie moest jij hebben? • who did you want (to see/to speak to)?ik moet er niets van hebben • I don't want to know/to have anything to do with itdat moet ik nog zien • I'll have to seehij moest en zou het hebben • he had to have it〈 informeel〉 wat moet je? • what do you want?〈 informeel〉 wat moet dat? • what's all this about?wat moeten jullie hier? • what are you doing here?wat moest hij van jou? • what did he want from/with you?wat moet dat speelgoed hier? • what are those toys doing here?en toen moest hij zo nodig een vreselijk dure auto kopen • and then he had to go and buy this amazingly expensive carhet huis moet nodig eens geschilderd worden • the house wants re-painting2 ik moet zeggen, dat … • I must say/have to say that …of het moest zijn … • unless it be …moet u nog ver (gaan)? • have you still got a long way to go?3 dat moet je nog eens doen (als je durft)! • do that again (if you dare)!dat moet gezegd (worden) • it has to be saidmoet je eens horen • listen (to this)moet kunnen! • no problem!ik moest dat maar vergeten • I had better/best forget itde trein moet om vier uur vertrekken • the train is due to leave at four o'clockje moest eens weten … • if only you knew …dat moet jij (zelf) weten • it's up to youhet moet al heel slecht weer zijn, wil hij thuis blijven • the weather's got to be pretty bad for him to stay homeje moet vrouw zijn om zoiets te doen • it takes a woman to do something like thatik moet morgen in Utrecht zijn • I'm due in/have (got) to be in Utrecht tomorrowik moet (zo) nodig • I've got to go!hoe moeten we nu verder? • where do we go from here?moet je nu al weg/ervandoor? • are you off already?zo moet (je) het niet (doen) • that's not the way to do ithet is gedaan zoals het moet • it has been done properly/as it shouldals het moet, dan … • if it can't be avoided, then …ze moet er nodig eens uit • she needs a day outik moest wel lachen • I couldn't help laughinghet heeft zo moeten zijn • it had to be/happen (like that)als het moet • if it mustwat moet, dat moet • what must be must bewaar moet dat heen (met die drugs)? • what's the world coming to (with these drugs)?aan een bril moeten • need glassesdat schilderij moet de koningin voorstellen • that painting's supposed to represent the Queenze moet erg rijk zijn • she is said to be very richwat moet dat voorstellen? • what's that supposed to be?1 [mogen, believen] like♦voorbeelden: -
12 plaatsvinden
♦voorbeelden:1 wanneer zal het huwelijk plaatsvinden? • when is the marriage (taking place)?het kan elk ogenblik plaatsvinden • it can happen (at) any moment; 〈 het wordt verwacht〉 it is due at any moment -
13 soms
1 [weleens] sometimes2 [in enkele gevallen] sometimes♦voorbeelden:3 heb je Jan soms gezien? • have you seen John by any chance?hebt u soms een sigaret voor me? • do you happen to have a cigarette?dat is toch mijn zaak, of niet soms? • that's my business, or am I mistaken?als je hem soms ziet … • if you should happen to see him … -
14 toevallig
♦voorbeelden:een toevallige voorbijganger • a passer-byII 〈 bijwoord〉2 [naar het geval wil] as it happens♦voorbeelden:elkaar toevallig treffen • meet by chancetoevallig vinden/aantreffen/ontdekken • come across, chance upon -
15 aanrichting
n. making happen, bringing about, causing -
16 aanstichten
v. instigate, abet, cause, make happen -
17 afspelen
v. take place, transpire, occur, happen; play to a finish -
18 baren
v. bear, give birth; cause, make happen, bring about -
19 berokkenen
v. cause, make happen, bring about -
20 berokkening
n. causing, bringing about, making happen
См. также в других словарях:
Happen — Happen … Deutsch Wörterbuch
happen — vb Happen, chance, occur, befall, betide, transpire are comparable when they mean to come to pass or to come about. Happen is the ordinary and general term and may imply either obvious causation or seeming accident, either design or an absence of … New Dictionary of Synonyms
happen — UK US /ˈhæpən/ verb [I] ► to exist or begin to exist because of an action, situation, or event: » The one course of events no one anticipated was the one that happened: a long period of stagnation that threatened the assumptions of the European… … Financial and business terms
happen — [hap′ən] vi. [ME happenen: see HAP1 & EN] 1. to take place; occur; befall 2. to be or occur by chance or without plan [it happened to rain] 3. to have the luck or occasion; chance [I happened to see it] … English World dictionary
Happen — Hap pen (h[a^]p p n), v. i. [imp. & p. p. {Happened} ( p nd); p. pr. & vb. n. {Happening}.] [OE. happenen, hapnen. See {Hap} to happen.] 1. To come by chance; to come without previous expectation; to fall out. [1913 Webster] There shall no evil… … The Collaborative International Dictionary of English
happen — ► VERB 1) take place; occur. 2) come about by chance. 3) (happen on) come across by chance. 4) chance to do something or come about. 5) (happen to) be experienced by. 6) ( … English terms dictionary
happen by — ˈhappen a ˌlong ˈhappen ˌby [intransitive] [present tense I/you/we/they happen along he/she/it happens along … Useful english dictionary
happen on — ˈhappen ˌon ˈhappen u ˌpon [transitive] [present tense I/you/we/they happen on he/she/it happens on present participle happ … Useful english dictionary
happen to sb — happen to sb/sth ► to affect someone or something in a way that changes something: »Everywhere I go people are becoming more and more depressed by what is happening to their savings. Main Entry: ↑happen … Financial and business terms
Happen — Sm std. (18. Jh.) Stammwort. Aus dem Niederdeutschen; ursprünglich eine Lautgebärde wie auch die Interjektion happ(s), also das Erschnappte . Etwas früher bezeugt ist nndl. happen schnappen ; es könnte aber viel älter sein und die Grundlage von… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
happen — index arise (occur), supervene Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary