-
21 aanvoeren
1 [leiden] diriger2 [met een vervoermiddel aanbrengen] transporter3 [als bewijs naar voren brengen] alléguer♦voorbeelden:een leger aanvoeren • commander une arméede stoet aanvoeren • marcher en tête du cortègeverzachtende omstandigheden aanvoeren • invoquer des circonstances atténuanteszelfverdediging aanvoeren • invoquer la légitime défenseargumenten voor een stelling aanvoeren • invoquer des arguments à l'appui d'une thèseals voorwendsel aanvoeren dat • prétexter que -
22 alleen
1 [zonder gezelschap] seul4 [uitsluitend] (le) seul♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 in die opvatting staat zij alleen • elle est la seule à voir les choses sous cet angledie moeder laat dat kleine kind vaak alleen • cette mère laisse souvent ce jeune enfant seulII 〈 bijwoord〉1 [slechts] seulement⇒ ne … que♦voorbeelden:dit werk is niet alleen aangenaam, maar ook nuttig • ce travail est non seulement agréable mais aussi utile -
23 begrafenisgezicht
♦voorbeelden: -
24 dat zal me de kop niet kosten
dat zal me de kop niet kosten -
25 draaien
1 [algemeen] tourner2 [telefoonnummer kiezen] composer3 [afspelen] passer♦voorbeelden:hoe men de zaak ook draait • on a beau tourner et retourner le problème dans tous les senseen deur op slot draaien • fermer une porte à clézij draait die winkel in haar eentje • elle fait marcher ce commerce toute seule1 [algemeen] tourner (autour de)2 [vertoond worden] passer♦voorbeelden:een draaiende motor • un moteur qui tourneeen fabriek draaiend houden • faire tourner une usinezit niet zo te draaien! • ne gigote donc pas tant!het begint me te draaien • la tête me tournemet het hoofd draaien • tourner la tête→ link=brij brij -
26 draaierig
1 [duizelig] qui a la tête qui tourne♦voorbeelden: -
27 driftkikker
driftkikker, driftkop♦voorbeelden: -
28 een knappe kop
-
29 gedachte
♦voorbeelden:de achterliggende gedachte is dat … • l'idée qui se trouve derrière est que …dit zal je waarschijnlijk op andere gedachten brengen • tu devras sans doute réviser ton point de vueiemands innigste gedachten • les pensées les plus intimes de qn.een gedachte onder woorden brengen • formuler une penséezijn gedachten bij elkaar houden • rassembler ses idéeszijn gedachten bij iets houden • se concentrer sur qc.de gedachte koesteren • caresser l'idéezijn gedachten de vrije loop laten • s'abandonner à ses penséeszijn gedachten over iets laten gaan • réfléchir à qc.iemands gedachten lezen • lire dans la pensée de qn.een gedachte opwekken • susciter une idéezijn gedachten uitdrukken • exprimer sa penséeeen gedachte uiten • exprimer une idéewaar zijn je gedachten? • où as-tu la tête?ik u bedriegen, wat een gedachte! • vous tromper, moi, quelle idée!de gedachte alleen al • rien que d'y penserde gedachte aan zijn vrouw • la pensée de sa femme(diep) in gedachten zijn • être absorbé dans ses penséesiets in gedachten doen • faire qc. sans y penserik zal het in gedachte houden • j'y penseraiin zijn gedachte(n) • dans son espritiets in (zijn) gedachten houden • ne pas perdre qc. de vueiets in zijn gedachten nemen • prendre qc. en considérationer niet bij zijn met zijn gedachten • avoir la tête ailleursop de gedachte komen om • s'aviser denooit uit iemands gedachten zijn • ne jamais sortir de l'esprit de qn.van gedachten wisselen • échanger des points de vuevan gedachten veranderen • changer d'aviszijn eerste gedachte was • sa première pensée fut (de)→ link=wens wensiemand tot andere gedachten brengen • amener qn. à changer d'avisiemand tot betere gedachten brengen • ramener qn. à de meilleures penséesin gedachte(n) met, van iemand verschillen • ne pas partager l'avis de qn.op twee gedachten hinken • ne savoir sur quel pied danservan gedachte zijn dat • être d'avis que -
30 gesprek
♦voorbeelden:met iemand een gesprek aanknopen • lier conversation avec qn.het gesprek op iets anders brengen • détourner la conversationhet gesprek brengen op • amener la conversation sureen gesprek voeren (met iemand) • avoir une conversation (avec qn.)met iemand in gesprek zijn • s'entretenir avec qn.(het nummer is) in gesprek • (c'est) occupéhet gesprek gaande houden • alimenter la conversationeen gesprek onder vier ogen • un tête-à-tête -
31 goed
goed1〈 het〉♦voorbeelden:liggende goederen • biens immeublesroerend en onroerend goed • biens meubles et immeublesik kan daar geen goed meer doen • tout ce que je fais est mal prisgoed doen • faire le bieniemand goed doen • faire du bien à qn.het zal u veel goed doen • cela vous fera grand bieniets goeds • qc. de bonhij lust graag wat goeds • il aime les bonnes choseshoud dat mij ten goede • ne le prenez pas en mauvaise partten goede komen (aan) • profiter (à)verandering ten goede • (une) améliorationzich ten goede keren • tourner bienwe hebben nog een diner te goed • nous avons encore un dîner en perspectiveik heb nog vier vakantiedagen te goed • il me reste encore quatre jours de vacances (à prendre)je houdt het van mij te goed • je te revaudrai çadat hebben we nog te goed • ce n'est que partie remisedat heb je nog van me te goed • je dois encore te rendre cela; 〈 als dreigement〉 tu ne perds rien pour attendre!wollen goed • lainagehij heeft zijn zondagse goed aan • il porte ses habits du dimanche————————goed2♦voorbeelden:een goed jaar geleden • il y a une bonne année (de cela)is dat je goeie pak? • c'est ton beau costume?hij is een goede veertiger • il a la quarantaine bien sonnéeeen goed verliezer • un bon perdantdoe maar goed wat zout in de soep • n'hésite pas à bien saler la soupeik ben het goed zat • j'en ai par-dessus la têteik ben wel goed maar niet gek • je ne suis pas tombé sur la têtehet goed doen • bien marcherhij kan het er goed van doen • il a de quoi, il a les moyensals ik het goed heb • si je ne me trompewij hebben het goed • nous ne manquons de rien〈 ironisch〉 is het nou goed? • ça y est, maintenant?het is mij goed • (je suis) d'accordhet is ook nooit goed! • tu (il) n'es (n'est) jamais contenthij kan geen goed meer doen • on critique tout ce qu'il faitdat komt wel weer goed • ça va s'arrangergoed kunnen leren • apprendre facilementer goed op staan • 〈 letterlijk〉 être bien (sur une photo); 〈 figuurlijk〉 avoir réussi; 〈 ironisch〉 avoir tout gâchéhij heeft goed praten • il a beau direhet eten ruikt goed • le repas sent bondie jas staat je goed • ce manteau te va bienhij was niet zo goed of hij moest betalen • il a bien fallu qu'il paiedat was maar goed ook! • heureusement!zou u zo goed willen zijn … • voudriez-vous avoir la gentillesse de …het zou goed zijn, als je … • il serait bon que tu …net goed! • (c'est) bien fait!ook goed! • d'accord!dat touw is precies goed • c'est exactement la corde qu'il nous, me fautalles goed en wel maar … • c'est bien beau (tout ça), mais …ik was nog maar goed en wel thuis of … • j'étais à peine à la maison que …goed zo! • très bien!zo goed en zo kwaad als het gaat • tant bien que malgoed bij zijn • être éveillézij zijn weer goed met elkaar • ils se sont réconciliésdat is goed om te weten • c'est bon à savoirwaar is dat goed voor? • à quoi ça sert?hij is nergens goed voor • il n'est bon à riengoed voor ƒ 1000,- • bon pour 1000 florinshij is goed voor een paar ton • 〈m.b.t. bezit〉 il a bien quelques briques; 〈m.b.t. verdienen〉 il se fait bien quelques briqueshij is er niet te goed voor • il en est bien capabledat is een goeie! • elle est bien bonne!dat is te veel van het goede • c'est trop, vraimenthet goede doen • faire le bienniet veel goeds • pas grand-chose de bonzich niet goed voelen • ne pas se sentir bienzij is er goed mee • cela l'arrange bienze is onderweg niet goed geworden • elle a eu un malaise en cours de routezo goed als • pratiquementhet boek is zo goed als af • le livre est pratiquement terminé -
32 hameren
1 [met een hamer slaan] donner des coups de marteau2 [krachtig kloppen] frapper fort3 [+ op][aandringen (op)] insister (sur)♦voorbeelden:1 de voorzitter hamerde om de spreker tot de orde te roepen • le président rappela l'orateur à l'ordre en frappant du marteaudat bericht hamerde voortdurend door mijn hoofd • cette nouvelle me résonnait dans la tête3 op iets hameren • s'appesantir sur qc.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [(met een hamer) slaan] marteler♦voorbeelden:de spijker in het hout hameren • enfoncer le clou dans le bois〈 figuurlijk〉 iets erin hameren • enfoncer qc. dans le crâne (de qn.)het hameren • le martelage -
33 helder kunnen denken
helder kunnen denken————————helder kunnen denken -
34 hij wil u alleen spreken
hij wil u alleen spreken -
35 hoofdelijk
♦voorbeelden:hoofdelijke verdeling • partage par tête -
36 hoofdpijn
-
37 hoofdsteun
-
38 ja knikken
-
39 knik
♦voorbeelden: -
40 kolder
♦voorbeelden:de kolder in het hoofd krijgen • perdre la tête
См. также в других словарях:
tête — [ tɛt ] n. f. • teste, test « crâne », opposé à l a. fr. chef « tête », 1050; lat. méd. testa « boîte crânienne », sens spécialisé de « coquille dure » → 1. test I ♦ 1 ♦ Partie, extrémité antérieure (et supérieure chez les animaux à station… … Encyclopédie Universelle
tête-de-mort — tête [ tɛt ] n. f. • teste, test « crâne », opposé à l a. fr. chef « tête », 1050; lat. méd. testa « boîte crânienne », sens spécialisé de « coquille dure » → 1. test I ♦ 1 ♦ Partie, extrémité antérieure (et supérieure chez les animaux à station… … Encyclopédie Universelle
tête-à-tête — [ tɛtatɛt ] n. m. inv. • 1636; de tête(I, 2o) 1 ♦ Situation de deux personnes qui se trouvent seules ensemble, et spécialt qui s isolent ensemble. Un tête à tête amoureux. Elle essaya de nous ménager un tête à tête. ⇒ entrevue. « j évite le tête… … Encyclopédie Universelle
tête à tête — ou tête à tête n. m. inv. et loc. adv. d1./d n. m. inv. Situation de deux personnes seules l une avec l autre. d2./d Loc. adv. (Sans trait d union.) être tête à tête ou en tête à tête avec qqn, seul avec lui. Repas en tête à tête. ⇒TÊTE( )À(… … Encyclopédie Universelle
Tête (homonymie) — Tête Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom … Wikipédia en Français
tête-bêche — [ tɛtbɛʃ ] adv. • 1820; altér. de à tête béchevet, renforcement de béchevet, proprt « double tête », de bes, bis « deux fois » et chevet, qui n était plus compris ♦ Dans la position de deux personnes dont l une a la tête du côté où l autre a les… … Encyclopédie Universelle
tête-de-nègre — [ tɛtdənɛgr ] adj. inv. et n. • 1818; par anal. d aspect avec la tête d un nègre 1 ♦ De couleur marron foncé. N. m. inv. « d un brun tirant sur le tête de nègre et le chocolat » (Robbe Grillet). 2 ♦ N. f. Pâtisserie composée d une meringue… … Encyclopédie Universelle
tête-à-queue — [ tɛtakø ] n. m. inv. • 1872; de tête et queue 1 ♦ Mouvement du cheval qui pivote brusquement sur lui même. 2 ♦ Brusque changement de direction d un véhicule qui se retrouve en sens contraire. L automobile a dérapé et fait un tête à queue. Des… … Encyclopédie Universelle
Tête — Tête, head in French, may refer to : * Je danse dans ma tête, a song from the Dion chante Plamondon album by Céline Dion * Tête bêche, a joined pair of stamps in philately * Tête Jaune (d. 1828), an Iroquois Métis trapper/furtrader/explorer *… … Wikipedia
Tete humaine — Tête humaine Pour les articles homonymes, voir Tête. La tête humaine, aussi appelée caboche en language courant, est la tête de l’être humain. C’est la partie de l’anatomie du corps humain portée par le cou. L’homme, comme tous les primates, a… … Wikipédia en Français
TÊTE ET COU — La tête superpose un étage supérieur, le crâne, qui contient l’encéphale, un étage moyen, sensoriel, avec les fosses nasales, les orbites, les oreilles, et un étage inférieur, viscéral, ou aéro digestif (en avant, fosses nasales et cavité buccale … Encyclopédie Universelle