-
1 verhören
verhören1 verkeerd verstaan, horen -
2 допрашивать
verhoren, ondervragen -
3 допросить
verhoren, ondervragen -
4 interrogate
v. ondervragen; verhoren; vragen stellen; getuigen[ interrəgeet] 〈zelfstandig naamwoord: interrogation〉 -
5 re-examine
[ rie:igzæmin] 〈zelfstandig naamwoord: re-examination〉♦voorbeelden: -
6 confronter
confronter [kõfrõtee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:v1) confronteren, gelijktijdig verhoren [getuigen]2) vergelijken [teksten] -
7 interroger
interroger [ẽterrozĵee]1 ondervragen ⇒ verhoren, in verhoor nemen2 vragen stellen aan ⇒ interviewen, overhoren, examineren3 onderzoeken ⇒ nader bestuderen, aandachtig bekijken♦voorbeelden:interroger sa mémoire • zijn geheugen raadplegeninterroger qn. du regard • iemand vragend aankijkeninterroger qn. sur la direction à prendre • bij iemand informeren welke weg men moet nemen♦voorbeelden:v1) ondervragen, verhoren2) examineren, overhoren3) onderzoeken -
8 допрашивать
vgener. uithoren, verhoren, in verhoor nemen, ondervragen, uitvragen -
9 исполнить
-
10 enquire
-
11 examine
-
12 grill
n. grill, rooster; geroosterd (vlees)gerecht; grill-room--------v. grillengrill1[ gril] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 → grille grille/4 〈 verkorting〉[grill-room]————————grill2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 voornamelijk voltooid deelwoord〉van rooster/traliewerk voorzien♦voorbeelden: -
13 hear
v. luisteren; horen1 horen♦voorbeelden:1 I've heard say/tell that he has been in prison • ik heb gehoord dat hij in de gevangenis heeft gezetenhear from • bericht krijgen van, horen vanhear of/about • horen van/over¶ hear! hear! • bravo!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 luisteren naar ⇒ 〈 juridisch〉 (ver)horen, behandelen; verhoren 〈 gebed〉, overhoren, gehoor geven aan2 vernemen ⇒ kennis nemen van, horen♦voorbeelden:both parties were heard • beide partijen werden gehoordwe will hear him out • wij zullen hem laten uitspreken -
14 inquire
v. informeren; vragen; nagaan; onderzoeken; vragen (naar); verhoreninquire, enquire[ inkwajjə]♦voorbeelden:inquire concerning/about/upon something • informeren naar ietsinquire for something/someone • om iets/naar iemand vrageninquire of someone • bij iemand informeren -
15 pick someone up for questioning
-
16 pick up
v. oprapen; opknappen,verkrijgen; beter worden, verbeteren;, opleven; accelereren; schoonmaken (Spreektaal); vaart krijgen, aanwakkeren; weer beginnen, hervatten; met iemand een roman beginnen (Informeel); vernieuwen na een onderbreking; kopen, meebrengen (bv. "We hebben geen melk meer, op weg naar huis kun je een karton melk meebrengen?")pick up♦voorbeelden:¶ pick up with • aanpappen met, leren kennen1 opruimen♦voorbeelden:2 opdoen ⇒ oplopen, oppikken4 ophalen ⇒ een lift geven, meenemen♦voorbeelden:pick someone up for questioning • iemand oppakken om te verhorenpick oneself up • overeind krabbelenpick up a language • zich een taal eigen makenpick up speed • vaart vermeerderenhe picked her up in a bar • hij heeft haar in een bar opgepiktwhere did you pick that up? • waar heb je dat geleerd? -
17 re-examine a witness after cross-examination
English-Dutch dictionary > re-examine a witness after cross-examination
-
18 search
n. onderzoek; opsporing; verhoor--------v. zoeken; examineren; onderzoeken; nagaan; verhoren; opsporensearch1[ sə:tsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 grondig onderzoek ⇒ opsporing; speurwerk; 〈 figuurlijk〉 jacht; fouillering; huiszoeking; 〈 computer〉 zoekbewerking/functie♦voorbeelden:his search after glory • zijn jacht op/naar roemthe search for terrorists • de jacht op terroristenin search of • op zoek naar————————search2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 grondig onderzoeken ⇒ grondig bekijken; fouilleren; naspeuren♦voorbeelden:search out • op het spoor komen -
19 try
n. probeersel, proef, onderzoek--------v. proberen, onderzoeken; berechten; trachten, pogentry1[ traj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: tries〉1 poging♦voorbeelden:1 give it a try • het eens proberen, een poging wagen————————try2〈 tried〉♦voorbeelden:1 try someone's courage/patience • iemands moed/geduld op de proef stellentry soap and water • het met water en zeep proberentry to be on time • proberen op tijd te komentried and found wanting • gewogen en te licht bevondentry something on someone • iets op iemand uitproberenjust try and stop me! • probeer me maar eens tegen te houden!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:be tried on a charge of • terechtstaan wegens -
20 Mccarthy
n. Joseph McCarthy (1908-1957), Republikeins senator van V.S.; leider van anti-communistische senaat verhoren gedurende de Koude Oorlog (zijn communistische "heksenjacht" werd bekend als McCarthyisme)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Verhören — Verhören, verb. regul. act. 1. Als Richter die Aussagen eines andern anhören. Verhöret eure Brüder, und richtet recht zwischen jedermann, 5 Mos. 1, 16. Christus wurde vor Pilato verhöret, Luc. 23, 14. Richtet unser Gesetz auch einen Menschen, ehe … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Verhören — Verhören, 1) als Richter die Aussage eines Anderen anhören; 2) den Aufenthalt eines Wildes od. Geflügels aus seiner Stimme ausfindig machen; 3) aus Unachtsamkeit nicht od. falsch hören … Pierer's Universal-Lexikon
Verhören — Verhören, den Stand der Hirsche zur Brunstzeit, wenn sie schreien, sowie den Stand der Auer und Birkhähne, wenn sie balzen, und den Ort, wo die Rebhühner liegen, wenn sie sich des Morgens und Abends zusammenlocken, ausmachen … Meyers Großes Konversations-Lexikon
verhören — ↑inquirieren … Das große Fremdwörterbuch
verhören — V. (Mittelstufe) eine Person polizeilich befragen, vernehmen Beispiel: Der Zeuge wurde zum Unfall verhört … Extremes Deutsch
verhören — vernehmen; (österr., schweiz.): einvernehmen; (salopp): in die Mangel nehmen; (bes. schweiz. Rechtsspr.): befragen. sich verhören falsch hören, falsch verstehen, missverstehen, nicht richtig hören/verstehen. * * * verhören:… … Das Wörterbuch der Synonyme
verhören — ausfragen; vernehmen; befragen; fragen; zur Rede stellen * * * ver|hö|ren [fɛɐ̯ hø:rən]: 1. <tr.; hat richterlich oder polizeilich vernehmen (2): die Angeklagte, die Zeugen verhören. Syn.: ↑ ausfragen, ↑ … Universal-Lexikon
verhören — ver·hö̲·ren1; verhörte, hat verhört; [Vt] jemanden verhören als Polizist einem Verdächtigen Fragen stellen, besonders um ein Verbrechen zu klären || NB: aber: einen Zeugen vernehmen ver·hö̲·ren, sich2; verhörte sich, hat sich verhört; [Vr] sich… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Verhören — 1. Wer etwas verhören kan, der bleibt lang vngebissen. – Petri, II, 707. 2. Wer nicht kan verhören (oder lautern), der kan auch nicht regieren. – Petri, II, 741. 3. Wer nicht verhört und übersieht, der taugt zum Regiment gar nicht. – Zinkgref, IV … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
verhören — Verhör, verhören ↑ hören … Das Herkunftswörterbuch
verhören — verhüre … Kölsch Dialekt Lexikon