-
1 feed
n. voedsel, eten, voer, maaltijd, voeding; brandstof; (in computers) invoer, toevoer van papier in de printer; nieuwe regel, nieuw vel, (in computers) het toevoeren van gegevens--------v. voeden, eten geven; te eten geven; zorg dragen voorfeed1[ fie:d]2 het voeren ⇒ aanvoer, toevoer♦voorbeelden:the cat is off its feed • de kat wil niet eten————————feed21 eten ⇒ zich voeden 〈 in het bijzonder van dieren en baby's〉; grazen, weiden; 〈 schertsend〉 kanen, schranzen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 voeren ⇒ (te) eten geven, voederen4 〈 meestal techniek, technologie〉 aanvoeren 〈grondstof enz.〉 ⇒ toevoeren 〈 materiaal〉; op peil houden, doorgeven aan; op gang houden 〈 machine〉♦voorbeelden:can the child feed itself yet? • kan het kind al zelf eten?mothers feeding their children on rice only • moeders die hun kinderen alleen rijst te eten gevenfeed the fire • het vuur onderhouden〈 informeel〉 feed something into a computer • iets in de computer stoppen/invoerenfeed coins into the pay phone • munten in de telefoon stoppenfeed a wire through a pipe • een draad door een buis halen→ fed up fed up/ -
2 verfüttern
verfüttern1 als (vee)voer gebruiken, (op)voeren -
3 fodder
n. veevoeder, voer--------v. voederen van vee (zoals hooi, stro)[ foddə] -
4 vreten
vreten1〈 het〉♦voorbeelden:————————vreten21 [m.b.t. personen, eten] bâfrer2 [m.b.t. dieren, eten] manger♦voorbeelden:1 die gulzigaard eet niet, hij vreet • ce glouton ne mange pas, il s'empiffredat is niet te vreten! • c'est dégueulasse!krijgen we nog iets te vreten? • la bectance et que ça saute!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verslinden] dévorer2 [accepteren] avaler♦voorbeelden:1 [knagen] dévorer (qn.) -
5 vreten
vreten1〈 het〉1 [voer voor dieren] fodder 〈voor vee e.d.〉; food 〈voor huisdieren/wilde dieren〉; forage 〈voor paarden/koeien e.d.〉; 〈 van afval〉 slops2 [vulgair] [eten] grub, stuff————————vreten21 [vulgair] [met betrekking tot personen/eten] feed2 [informeel] [gulzig eten] stuff/cram/gorge (oneself)♦voorbeelden:1 dat is niet te vreten! • that's not fit for pigs!2 zich te barsten vreten • stuff oneself to the gullet/sickII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:het publiek vréét die schandaalverhaaltjes • the public simply laps up these scandalsdat toestel vréét stroom • this machine eats up electricity1 [knagen] eat (away), gnaw (at), prey (on)♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Heu — 1. Alt Heu, alt Geld und alt Brot schützt vor vieler Noth. 2. Altes Heu ist schwer anzuzünden, aber noch schwerer zu löschen. 3. Besser Heu als Grummt. 4. Beschissens Hew vnd faules futter, faul Eyer vnd stinckend Butter. – Eyering, I, 186. 5.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon