-
1 op straffe van een (geld)boete
op straffe van een (geld)boeteVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op straffe van een (geld)boete
-
2 fine
adj. mooi; (haar)fijn; mager, smal; verkozen; uitstekend; scherp; gepolijst; delicatesse; puur; elegant--------adv. tot het dunne af; mooi, goed; uitstekend--------n. (geld)boete--------v. boete geven; verfijnen, dunner makenfine1[ fajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————fine21 fijn ⇒ dun, scherp3 delicaat ⇒ fijn, goed♦voorbeelden:〈 ironisch〉 a fine friend you are! • (een) mooie vriend ben jij!fine and dandy • alles goed en wel, primathat's all very fine • allemaal goed en welfine with me • mij goed/best3 fine workmanship • goed/technisch geraffineerd vakmanschapone of these fine days • vandaag of morgena fine gentleman/lady • een hele meneer/mevrouwnot to put too fine a point/an edge on it • zonder er doekjes om te windencome to/reach a fine pass • in een lastig parket rakenthe fine points of the argument • de subtiele punten van de redeneringfine silver • zilver van hoog gehalte♦voorbeelden:1 I'm fine, thanks • met mij gaat het goed, dank je————————fine3〈 werkwoord〉1 beboeten♦voorbeelden:1 be fined £10 for smoking • £10 boete krijgen wegens roken————————fine41 fijn ⇒ goed, in orde♦voorbeelden:it suits me fine • ik vind het prima2 cut up onions fine • uien fijn/klein snipperen¶ you are cutting it fine if you want to catch your train • dat wordt erg krap als je die trein wil halen -
3 penalty
n. straf; boete, bekeuring[ penltie] 〈meervoud: penalties〉2 (nadelig) gevolg ⇒ nadeel, schade♦voorbeelden: -
4 straf
straf1〈de〉♦voorbeelden:een zware/lichte straf • a heavy/light punishmentiemand zijn gerechte straf doen ondergaan • bring someone to justicede straf die gesteld is op deze overtreding • the penalty for this offencestraf krijgen • be punished(iemand) een straf kwijtschelden • pardon (someone)een straf ondergaan • pay the penaltyzijn straf ontlopen • get off scot-freeeen straf opleggen • inflict a punishmentstraf uitdelen • discipline (the children/pupils)een straf van tien jaar uitzitten • serve a ten-year sentenceop straffe des doods • under penalty of deathop straffe van een (geld)boete • under penalty of a fineop straffe van gevangenneming • on pain of detentionvoor straf • for punishment————————straf23 [krachtig] stiff♦voorbeelden:straffe taal • hard words -
5 pecuniary
adj. pecuniair, financieel♦voorbeelden: -
6 amende
amende [aamãd]〈v.〉1 (geld)boete ⇒ bekeuring, proces-verbaal♦voorbeelden:¶ faire amende honorable • vergiffenis vragen, zijn ongelijk erkennen -
7 Bußgeld
-
8 Strafe
Strafe〈v.; Strafe, Strafen〉♦voorbeelden:eine Strafe antreten • zijn straf ondergaanStrafe muss sein! • iedereen krijgt zijn verdiende straf!bei Strafe verboten sein, unter Strafe stehen • op straffe verboden zijnetwas unter Strafe stellen • iets strafbaar stellenzur Strafe • voor, als straf -
9 levy
n. belasting; heffing (van belasting); inning (van belasting); hoeveelheid--------v. belasting heffen; belasting opeisen; lichten (leger, geld); op de been brengen (een leger), (oorlog) beginnenlevy1[ levvie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: levies〉♦voorbeelden:————————levy2〈werkwoord; levied〉2 (in/op)vorderen ⇒ innen♦voorbeelden:levy toll • tol heffenlevy a tax on gambling • een belasting heffen op de kansspelen -
10 sac
sac [saak]〈m.〉1 zak2 tas♦voorbeelden:sac de charbon • zak kolensac de couchage • slaapzaksac à dos • rugzaksac à malice • goochelaarszaksac de papier • papieren zaksac de plage • badtassac en plastique • plastic zaksac lacrymal • traanzak(je)sac postal • postzaksac (à main) • (hand)tassac en plastique • draagtasépouser le sac • een wijf met poen trouwensac d'embrouilles • onbeschrijfelijke bende, mistig zaakjesac à malice • slimmerdun sac de noeuds • een onontwarbaar probleemc'est un sac d'os • het is vel over beensac à vin • zuiplapl'affaire est dans le sac • de zaak is in kannen en kruikenmettre dans le même sac • op dezelfde hoop gooienêtre ficelé comme un sac • er als een vogelverschrikker bij lopen————————sac (à main)m1) zak2) tas3) poen, geld -
11 schuld
1 [met betrekking tot geld] debt♦voorbeelden:zijn schulden afbetalen • pay off/settle one's debtsschulden hebben • have debts, be in debtzich in (de) schulden steken • get into debteen schuld van X aan Y • a debt owed by X to Yvergeef ons onze schulden • forgive us our trespassesdood door schuld • culpable homicidede schuld krijgen • get the blamede schuld van iets op zich nemen • take the blame for somethinghet is mijn eigen schuld • it is my own fault
См. также в других словарях:
Herr — 1. Ain Herr, der zu lugen lust hat, dess diener seind alle gottloss. – Agricola II, 221. 2. Alle sind Herren, wer ist Sklave? 3. Alles kamme unsem leiwen Heren alleine anvertruggen, awwer kein jung Méaken un kein draug Hög. (Westf.) Alles kann… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Sünde — 1. A dieu sünd, A dieu schand. – Gruter, III, 3; Lehmann, II, 32, 8; Simrock, 10030. 2. Alle Sünde büsst sich selbst. – Eiselein, 584. 3. Alle sünden geschehen freiwillig. – Franck, I, 72a; Simrock, 10015. Lat.: Omne peccatum voluntarium. (Franck … Deutsches Sprichwörter-Lexikon