-
1 Gebaren
-
2 gebären
-
3 gesture
n. gebaar; geste, teken--------v. gesticuleren, gebarengesture1[ dzjestsjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————gesture2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 жестикулировать
vgener. gebaren maken, gesticuleren, zich gebaren -
5 beckon
-
6 gesticulate
v. gesticuleren, gebaren maken met handen en hoofd (al pratend)[ dzjestikjoeleet] 〈zelfstandig naamwoord: gesticulation〉 -
7 gesticuler
gesticuler [zĵestiekuulee]〈 werkwoord〉1 gesticuleren ⇒ (drukke) gebaren (maken), met de armen zwaaienv -
8 mine
mine [mien]〈v.〉1 uiterlijk ⇒ voorkomen, gezicht♦voorbeelden:mine de proscrit • boeventronieavoir la mine longue, allongée • een lang gezicht trekkenavoir bonne, mauvaise mine • er goed, slecht uitzienfaire bonne, grise, mauvaise mine à qn. • iemand vriendelijk, onvriendelijk, slecht ontvangenavoir triste mine • er belabberd uitzienfaire triste mine • sip kijken, een lang gezicht trekkenfaire triste mine à qn. • iemand koeltjes ontvangenfaire des mines • zich aanstellenEcole des Mines • Hogere School voor MijnbouwIngénieur des Mines • mijnbouwkundig ingenieur4 crayon à mine dure, tendre • hard, zacht potloodmine flottante, dérivante • drijvende mijnmouiller des mines • mijnen leggenfaire la mine • mokken, pruilenfaire mine de • doen alsof, aanstalten maken omça ne paie pas de mine • dat ziet er onooglijk uitil ne paie pas de mine • hij oogt niet, heeft zijn uiterlijk niet mee〈 informeel〉 mine de rien • zonder iets te laten merken, alsof er niets aan de hand is1. f1) voorkomen, gezicht2) mijn3) potloodstift2. f plgelaatsuitdrukkingen, gebaren -
9 gestuel
-
10 жестикулировать
gesticuleren, gebaren maken -
11 жестикуляция
gesticulatie, gebaren -
12 automatism
n. automatisme (mechanische werking of onwillig)[ o:tommətizm]1 automatische handeling ⇒ automatisme, routinehandeling♦voorbeelden: -
13 beckon someone in/on
beckon someone in/ongebaren dat iemand binnen moet komen/door moet lopen -
14 many of our gestures are mere automatisms
English-Dutch dictionary > many of our gestures are mere automatisms
-
15 sign
n. bord; wenk; teken; gebaar; hint; kenmerk--------v. ondertekenen; tekenen; een teken geven (knipperlicht v. auto)sign1[ sajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aanwijzing ⇒ (ken)teken, blijk; voorteken3 wenk ⇒ teken, seintje♦voorbeelden:————————sign23 wenken ⇒ een teken geven, gebaren♦voorbeelden:sign one's name to • ondertekenensign away • schriftelijk afstand doen vansign in • tekenen bij aankomst, intekenensign off • een brief beëindigensign off/on • een radio/tv-uitzending beëindigen/beginnensign on at the Job Centre • inschrijven op het arbeidsbureausign on/up as a sailor • als matroos aanmonsterensign out • tekenen bij vertrekshe signed over her estate to her daughter • ze deed schriftelijk afstand van haar landgoed ten gunste van haar dochtersign up for a course • zich voor een cursus inschrijven -
16 wave someone away/on
wave someone away/oniemand gebaren weg/verder te gaan -
17 wave
n. golf; zwaai; krul (haardracht)--------v. wuiven, wuiven met; watergolven; permanenten; heen en weergaan met de golven; waaienwave1[ weev] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 golf(beweging) ⇒ verkeersgolf; aanvalsgolf♦voorbeelden:1 wave of violence • golf/stroom van geweld(daden)→ continuous continuous/, permanent permanent/————————wave2♦voorbeelden:wave someone away/on • iemand gebaren weg/verder te gaanwave at/to someone • naar iemand zwaaien -
18 amimia
n. amimia (het onvermogen ideeën uit te drukken door middel van tekens en gebaren) -
19 dactylology
n. gebaren taal -
20 gesticulation
n. waaien (met de handen); al pratend gebaren maken
См. также в других словарях:
gebären — gebären: Mhd. gebern, ahd. giberan »‹hervor›bringen, erzeugen, gebären« (entsprechend got. gabaíran »gebären«) ist eine ge Bildung zu dem im Nhd. untergegangenen gemeingerm. einfachen Verb mhd. bern, ahd. beran »tragen; bringen; hervorbringen;… … Das Herkunftswörterbuch
gebären — Vst. std. (8. Jh.), mhd. gebern, ahd. giberan, as. giberan Stammwort. Aus g. * ga ber a Vst. gebären , auch in gt. gabairan, (anord. bera), ae. geberan, perfektivierende Präfigierung zu g. * ber a tragen, bringen in den gleichen Sprachen. Dieses… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Gebären — Gebären, verb. irreg. act. ich gebäre, du gebierst, oder gebärst, er gebiert, oder gebärt; Imperf. ich gebar; Mittelw. geboren; Imperat. gebäre. 1) Eigentlich, Junge zur Welt bringen, von dem weiblichen Geschlechte aller Thiere in der edlen… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
gebaren — Vswrefl erw. obs. (8. Jh.), mhd. gebāren, ahd. gibāron Stammwort. Neben dem jan Verb mhd. gebæren, ahd. gibāren gleicher Bedeutung (Gebärde). Zum jan Verb auch as. gibārion, ae. gebǣran. Denominales Verb zu wg. * bǣr ja n. Betragen in ae. gebǣre … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Gebaren — * Gebaren, verb. reg. neutr. welches das Hülfswort haben erfordert, und am häufigsten als ein Reciprocum gebraucht wird. Sich gebaren, sich betragen, nicht bloß von den Geberden, sondern auch von allen sittlichen Handlungen des Menschen. Im… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
gebaren — »sich benehmen, sich verhalten«: Das Verb mhd. gebāren, ahd. gibārōn gehört im Sinne von »sich betragen« zu mhd. bern, ahd. beran »tragen« (vgl. ↑ gebären). Beachte auch den substantivierten Infinitiv Gebaren »Benehmen, Verhalten« … Das Herkunftswörterbuch
Gebaren — »sich benehmen, sich verhalten«: Das Verb mhd. gebāren, ahd. gibārōn gehört im Sinne von »sich betragen« zu mhd. bern, ahd. beran »tragen« (vgl. ↑ gebären). Beachte auch den substantivierten Infinitiv Gebaren »Benehmen, Verhalten« … Das Herkunftswörterbuch
Gebären — Gebären, 1) etwas hervorbringen, bes. seines Gleichen; 2) bes. vom Weibe, ein Kind zur Welt bringen; s. Geburt; 3) (werfen, hecken), von Säugethieren, Junge bekommen, wofür jedoch für einzelne Thierarten eigene Ausdrücke gewöhnlich sind; so nennt … Pierer's Universal-Lexikon
gebären — V. (Mittelstufe) ein Kind zur Welt bringen Synonym: entbinden Beispiele: Er wurde am 30.06.1980 in Berlin geboren. Sie hat ihm zwei Söhne und drei Töchter geboren … Extremes Deutsch
gebären — niederkommen; kreißen; entbunden werden; auf die Welt bringen (umgangssprachlich); in den Wehen liegen; (Baby) zur Welt bringen; entbinden * * * ge|bä|ren [gə bɛ:rən], gebiert/gebärt, gebar, geboren <tr.; hat: (ein Kind) zur Welt bringen … Universal-Lexikon
Gebaren — Betragen; Handeln; Verhaltensweise; Handlungsweise; Tun und Lassen (umgangssprachlich); Benehmen; Tun; Verhalten * * * ge|bä|ren [gə bɛ:rən], gebiert/gebärt, gebar, geboren <tr.; hat: (ein … Universal-Lexikon