-
1 beladen
-
2 beladen
kargaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > beladen
-
3 laden weight
beladen gewicht -
4 encumber
v. beladen, hinderen[ inkumbə]♦voorbeelden:encumbered with parcels • met boodschappen beladen2 encumber oneself with financial responsibilities • zich financiële verplichtingen op de hals halen -
5 fraught
adj. beladen, bezorgd, vol met-[ fro:t]♦voorbeelden: -
6 laden
adj. geladen, beladen[ leedn]♦voorbeelden: -
7 weight
n. weegschaal; gewicht; gewicht(en), gewicht(jes) (om mee te wegen); vracht; een zware vracht (figuratief gesproken); belang; invloed; zwaartepunt--------v. bezwaren, belasten, zwaarder makenweight1[ weet]♦voorbeelden:his departure is a weight off my mind • zijn vertrek is een pak van mijn hart1 gewicht ⇒ gewichtsklasse, zwaarte3 grootste deel, hoofddeel ⇒ grootste nadruk♦voorbeelden:1 lose weight • afvallen, vermagerenput on weight • aankomen, zwaarder wordenover weight • te zwaarunder weight • te lichtwhat's your weight? • wat is jouw gewicht?of great weight • van groot belang/gewichtworth one's weight in gold • zijn gewicht in goud waard3 the weight of evidence is against them • het grootste gedeelte van het bewijsmateriaal spreekt in hun nadeel¶ carry weight • gewicht in de schaal leggen, van belang zijngive weight to • versterken, extra bewijs leveren voorlay weight on something • iets benadrukkenthrow one's weight about/around • zich laten gelden, gewichtig doen————————weight2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 weighted down with many parcels • beladen met/gebukt onder veel pakjes -
8 нагружать
v -
9 нагруженный
adjgener. beladen, belast, gepakt en gezakt -
10 сильно нагруженный
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > сильно нагруженный
-
11 encumbered with parcels
encumbered with parcels -
12 heavy with
heavy with -
13 heavy-laden
-
14 heavy
adj. zwaar; moeilijk--------adv. zwaar--------n. De rol van de slechte, slecht (bij theater); Invloedrijk persoonheavy1————————heavy2[ hevvie] 〈bijvoeglijk naamwoord; heaviness〉2 zwaar ⇒ hevig; aanzienlijk7 streng♦voorbeelden:1 a heavy fog • een dichte/zware mistheavy industry • zware industrieheavy with • zwaar beladen metheavy with child • hoogzwangerheavy with the smell of roses • doortrokken van de geur van rozenheavy necking/petting • stevige vrijpartijheavy seas • zware zeeëna heavy sleeper • een vaste/diepe slaperheavy traffic • druk/zwaar verkeer; vrachtverkeera heavy turnout • een grote opkomstwith a heavy hand • met ijzeren handmake heavy weather of something • moeilijk maken wat makkelijk is————————heavy3〈 bijwoord〉1 zwaar♦voorbeelden:lie heavy • zwaar wegen/drukken -
15 lade
v. laden, beladen1 laden ⇒ vracht innemen/aan boord nemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (be)laden ⇒ bevrachten, verschepen -
16 load
n. vracht, lading; last; depressie--------v. inladen, laden; beladen; overladen; opladen; belastenload1[ lood] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:they have loads of money • ze zwemmen in het geld¶ come down like a load of bricks (on someone) • met een geweldige smak neerkomen (op iemand); plotseling te keer gaan (tegen iemand)————————load2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the table was loaded with presents • de tafel stond vol met cadeausthe dice seem to be loaded against me • het lijkt erop dat ik tegengewerkt word -
17 loaded
adj. opgeladen; beladen; dronken; schatrijk; vals (dobbelstenen bij spel)[ loodid]♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
18 medals smothered his chest
-
19 pile
n. hoop; veel; verzameling gebouwen bij elkaar; batterij; stapel; aambei--------v. opstapelen; ophopenpile1[ pajl]1 (hei)paal ⇒ staak, pijler4 hoog/groot gebouw(encomplex) ⇒ blok gebouwen♦voorbeelden:1 dons ⇒ wol, vacht————————pile21 zich ophopen/opstapelen ⇒ samentroepen/stromen♦voorbeelden:1 pile in • binnenstromen/drommenpile up • zich opstapelenthey piled into the car • ze persten zich in de autoII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stapelen ⇒ opstapelen, beladen, vullen♦voorbeelden:pile the pressure on • de druk verhogenpile wood on(to) the fire • hout op het vuur gooienpile on/up something • iets opstapelenpile up a car • een auto in de vernieling rijden -
20 plaster
n. pleister; cement; pleister--------v. besmeren; aanplakken; gips leggen, gipsen; groot verlies lijden (slang)plaster1[ pla:stə] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 gips♦voorbeelden:————————plaster2〈 werkwoord〉1 pleisteren ⇒ bepleisteren, bedekken♦voorbeelden:plaster over/up • dichtpleisteren
См. также в других словарях:
Beladen — Beladen, verb. irreg. act. (S. Laden,) mit einer Ladung versehen. Einen Wagen, ein Pferd, einen Esel beladen. Ein beladener Wagen. Figürlich, ein lästiges oder beschwerliches Geschäft übertragen. Sich mit Sorgen, mit anderer Leute Geschäften… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
beladen — V. (Aufbaustufe) auf jmdn. oder etw. eine Last laden Synonyme: befrachten, bepacken, laden, voll laden, aufladen, aufpacken Beispiele: Der Lastwagen wurde mit Kies beladen. Schwer mit Taschen beladen hat er den Laden verlassen … Extremes Deutsch
beladen — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • laden Bsp.: • Das Auto war mit unseren Koffern beladen … Deutsch Wörterbuch
Beladen — Beladen, 1) (Her.), so v.w. Belegt; 2) von größeren Thieren, in ihren Pranken od. Klauen etwas tragend; 3) bei Pferden von verschiedenen Körpertheilen, die zu fleischig sind, daß die freie Beweglichkeit des Thieres darunter leidet; so bes.: B e… … Pierer's Universal-Lexikon
Beladen — der Güterwagen, s. Eisenbahnverkehr … Lexikon der gesamten Technik
beladen — belasten (mit); auferlegen; aufbürden; bepacken; beschweren; oktruieren; auflasten; aufladen; strapazieren; aufgeladen; belasten; laden … Universal-Lexikon
beladen — be·la̲·den; belädt, belud, hat beladen; [Vt] etwas (mit etwas) beladen etwas auf eine Fläche (meist eines Fahrzeugs) laden: einen Lastwagen mit Erde beladen || hierzu Be·la̲dung die; nur Sg … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
beladen — a) aufpacken, befrachten, bepacken, beschweren, laden, vollladen, vollpacken; (bes. Bergmannsspr.): verfüllen; (Seew.): abladen. b) aufladen, auflasten, aufpacken; (geh.): aufbürden; (salopp): aufsacken. c) behängen, überfüllen, überhäufen,… … Das Wörterbuch der Synonyme
Beladen — Laden (n), Beladen (n) eng loading … Arbeitssicherheit und Gesundheitsschutz Glossar
Beladen — krūvis statusas T sritis švietimas apibrėžtis Pagrindinių ir papildomų pedagoginių priedermių visuma. atitikmenys: angl. load vok. Beladen rus. нагрузка … Enciklopedinis edukologijos žodynas
Beladen — * Er ist beladen wie ein Packesel. – Frischbier, I, 314. Mit Arbeiten überhäuft … Deutsches Sprichwörter-Lexikon