-
1 administer justice
-
2 dish it out
-
3 chastise
-
4 come down on
v. straffen,terecht zettencome down on1 neerkomen op ⇒ toespringen (op), overvallen2 straffen3 〈 informeel〉krachtig/dringend eisen♦voorbeelden: -
5 discipline
n. training; straf; methode, systeem; studieveld--------v. disciplineren; straffendiscipline1[ dissiplin]2 vak ⇒ discipline, tak van wetenschap1 discipline ⇒ tucht, orde, controle♦voorbeelden:they behaved with an admirable discipline • ze gedroegen zich met bewonderenswaardige zelfbeheersing1 straf————————discipline2〈 werkwoord〉1 disciplineren ⇒ onder tucht brengen, drillen♦voorbeelden: -
6 keelhaul
v. iemand straffen door hem/haar aan een touw door het water te slepen van de ene naar de andere de zijde van een boot onder de kiel; zwaar straffenkeelhaul2 op z'n nummer zetten ⇒ op z'n donder/kop geven -
7 penalize
v. straffen. boeten, een boete geven; (Wet) iets of een daad strafbaar declareren door wetgevingpenalize, penalise[ pie:n(ə)lajz] 〈zelfstandig naamwoord: penalization〉1 straffen ⇒ een straf opleggen/geven2 een handicap/achterstand geven ⇒ benadelen, achterstellen4 strafbaar stellen/maken ⇒ verbieden -
8 punish
v. straffen[ punnisj]♦voorbeelden: -
9 smite
v. slaan, treffen; verslaan, kastijden; straffen, laten lijden1 slaan3 straffen♦voorbeelden:smitten with a disease • getroffen door een ziektesmitten with someone • smoorverliefd op iemand -
10 bastinado
n. klap (op voet of achterste); stok, knuppel (Spaans)--------v. bastonnade, stokslagen op de voetzolen, slaan met een knots; straffen door met een stok op de voetzolen te slaan[ bæstinneedoo, -na:-] 〈meervoud: ook bastinadoes〉 -
11 bear down (up)on
bear down (up)on -
12 bear down
-
13 correct
adj. juist; precies; correkt; fatsoenlijk--------v. verbeteren, corrigeren; straffencorrect1[ kərekt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉2 correct ⇒ onberispelijk, beleefd♦voorbeelden:————————correct2〈 werkwoord〉1 verbeteren ⇒ corrigeren, nakijken2 terechtwijzen ⇒ vermanen, berispen3 rechtzetten ⇒ rectificeren, bijstellen4 verhelpen ⇒ repareren, tegengaan -
14 curse
n. vloek--------v. vloeken, vervloekencurse1[ kə:s]1 vloek(woord) ⇒ vervloeking, verwensing3 bezoeking ⇒ ramp, plaag♦voorbeelden:the project is under a curse • er rust een vloek/geen zegen op de onderneming————————curse21 (uit)vloeken ⇒ vloeken (op/tegen), (uit)schelden♦voorbeelden:1 curse at someone/something • vloeken tegen iemand/ietsII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vervloeken ⇒ verwensen, een vloek uitspreken over♦voorbeelden:1 curse it/you! • verdorie! -
15 ferule
-
16 forbear punishing someone
-
17 forbear
n. oerouder, voorvader--------v. zich onthouden; afzien; geduld hebben→ forebear forebear/————————forbear21 zich onthouden ⇒ zich inhouden, afzien♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nalaten ⇒ zich onthouden van, laten schieten♦voorbeelden: -
18 make things warm for someone
-
19 mete out rewards and punishments
-
20 mete out
[ mie:t aut] 〈 formeel〉♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
straffen — V. (Mittelstufe) etw. straff machen Synonym: spannen Beispiele: Der Reiter straffte die Zügel. Plötzlich strafften sich die beiden Seile. straffen V. (Oberstufe) etw. organisatorisch besser gestalten Synonyme: effizienter gestalten/machen,… … Extremes Deutsch
straffen — straffen … Deutsch Wörterbuch
straffen — strạf·fen; straffte, hat gestrafft; [Vt] 1 etwas straffen etwas ↑straff (1) machen ≈ spannen <das Seil, die Zügel straffen> 2 etwas straffen etwas sehr gut organisieren und alles Unwichtige weglassen <einen Betrieb, eine Organisation… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
straffen — straf|fen [ ʃtrafn̩]: 1. <tr.; hat straff machen: das Seil straffen; dieses Produkt strafft Ihre Haut. Syn.: ↑ spannen. 2. <+ sich> straff werden: sein ganzer Körper straffte sich, als er aufstand, um zu reden. * * * strạf|fen 〈V.; hat〉 … Universal-Lexikon
straffen — 1. anspannen, anziehen, dehnen, spannen, straff ziehen, strammen; (Med.): liften. 2. effizienter gestalten/machen, rationalisieren, umorganisieren, umstrukturieren, vereinfachen, vereinheitlichen. sich straffen sich anspannen, fest werden, sich… … Das Wörterbuch der Synonyme
straffen — strạf|fen (straff machen) … Die deutsche Rechtschreibung
John Straffen — Infobox Serial Killer name=John Straffen caption= birthname= alias= birth=27 February 1930 location=Borden Camp, Hampshire death=19 November 2007 cause=Natural causes victims=3 country=United Kingdom states= beginyear=15 July 1951 endyear=29… … Wikipedia
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Strafen — 1. Besser frey straffen, denn heimlich Hass tragen. – Henisch, 1204, 49; Petri, II, 37. 2. Es lässt sich niemand gern strafen. – Grubb, 824. 3. Es strafft an dir ein andrer viel, das er doch selbst nicht lassen will. 4. Ick straf min Fru mit… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Riemenberechnung — betrifft die Elastizität und Fertigkeit, die Reibung auf den Scheiben und die zulässige Beanspruchung zur Ermittlung der Riemenbreite. Der Elastizitätsmodul E, wie er im Hookeschen Gesetz benutzt wird, ist das Verhältnis der Spannung σ… … Lexikon der gesamten Technik
liften — lif|ten [ lɪftn̩] <tr.; hat: a) durch eine kosmetische Operation straffen: die Gesichtshaut, den erschlafften Busen liften. b) (ugs.) an jmdm. eine kosmetische Operation zur Straffung vornehmen: sie hat sich liften lassen. * * * lịf|ten 〈V.… … Universal-Lexikon