-
1 zedelijk
♦voorbeelden:een zedelijk leven leiden • mener une vie vertueusehet zedelijk verval • la décadence des moeurszich zedelijk tot iets verplicht voelen • se sentir moralement obligé de faire qc. -
2 zedelijk
-
3 zedelijk
нравственный, добродетельный* * *прил.общ. добродетельный, нравственный -
4 zedelijk
adj. moral, ethical--------adv. morally -
5 zedelijk
namuslu adj -
6 zedelijk
moral -
7 zedelijk gevoel
прил.общ. нравственное чувство -
8 een bewijs van goed zedelijk gedrag
een bewijs van goed zedelijk gedragDeens-Russisch woordenboek > een bewijs van goed zedelijk gedrag
-
9 een zedelijk leven leiden
een zedelijk leven leiden -
10 het zedelijk verval
het zedelijk verval -
11 zich zedelijk tot iets verplicht voelen
zich zedelijk tot iets verplicht voelense sentir moralement obligé de faire qc.Deens-Russisch woordenboek > zich zedelijk tot iets verplicht voelen
-
12 het zedelijk verval
het zedelijk vervalthe decline/drop in moral standards/valuesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het zedelijk verval
-
13 getuigschrift van goed zedelijk gedrag
Dutch-russian dictionary > getuigschrift van goed zedelijk gedrag
-
14 moralan
zedelijk -
15 sittlich
sittlich♦voorbeelden:1 das sittliche Empfinden • het zedelijk, ethisch besefein sittliches Vergehen • een zedenmisdrijfsittlich gefestigt • zedelijk, moreel standvastig -
16 certificat
certificat [sertiefiekaa]〈m.〉1 getuigschrift ⇒ bewijs, schriftelijke verklaring, diploma♦voorbeelden:1 certificat d'aptitude professionnelle • einddiploma technische school, vakdiplomacertificat d'aptitude au professorat de l'enseignement secondaire • eerstegraadsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs; 〈 België〉 aggregatie van het hoger secundair onderwijscertificat d'aptitude pédagogique • diploma van pedagogische vormingcertificat d'arrêt de travail • arbeidsongeschiktheidsverklaringcertificat de complaisance • vals attestcertificat de dépôt • bewijs van afgiftecertificat d'études primaires • bewijs van met goed gevolg doorlopen lager onderwijscertificat d'indigence • bewijs van onvermogencertificat de milice • dienstplichtverklaringcertificat de résidence • vestigingsbewijs, -vergunningcertificat de travail • werkverklaring, -vergunningcertificat de bonne vie et moeurs • bewijs van goed (zedelijk) gedrag; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 bewijs van goed zedelijk gedragcertificat authentique • certificaat van echtheidcertificat médical • geneeskundige verklaring, doktersattestmgetuigschrift, certificaat -
17 corrompre
corrompre [korrõpr]1 (zedelijk) bederven ⇒ verderven, doen ontaarden2 omkopen1 ontaarden ⇒ slecht, verdorven worden1. v2) omkopen, corrumperen4) verontreinigen [lucht]5) vervalsen, verdraaien2. se corromprev1) slecht worden, ontaarden2) bederven, verrotten -
18 moral
moral1 [morraal]〈m.〉♦voorbeelden:remonter, relever le moral à qn. • iemand een hart onder de riem stekense remonter le moral • zichzelf moed inspreken————————moral2 [morraal],moraux [morroo]♦voorbeelden:→ personne1. m1) moreel2) stemming2. adj1) moreel, zedelijk2) ethisch3) innerlijk, geest- -
19 certificat de bonne vie et moeurs
certificat de bonne vie et moeursDictionnaire français-néerlandais > certificat de bonne vie et moeurs
-
20 bederf
♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Max Blokzijl — in jungen Jahren (1907) Marius Hugh Louis Wilhelm (Max) Blokzijl (* 20. Dezember 1884 in Leeuwarden; † 16. März 1946 in Den Haag) war ein niederländischer Journalist und Autor. Blokzijl wurde zunächst durch seine Report … Deutsch Wikipedia
affalement — [ afalmɑ̃ ] n. m. • 1857; de s affaler ♦ Action de s affaler; état d une personne affalée. ● affalement nom masculin Action de s affaler ; état de quelqu un qui est affalé. ⇒AFFALEMENT, subst. masc. A. (Correspond à s affaler). Action de s… … Encyclopédie Universelle