-
1 row
n. rij; roeien; ruzie, twist; lawaai; aanmaning--------v. roeien; aanmanenrow1♦voorbeelden:————————row2[ roo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————row3————————row41 roeien ⇒ in een roeiboot varen, per roeiboot vervoeren -
2 scull
n. roeiboot; wrikriem; riem; roeien--------v. met een roeiboot varen; roeienscull1[ skul] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 sculler————————scull2〈 werkwoord〉1 roeien -
3 boat
n. schip, boot; schaal--------v. uit varen/roeien/zeilen gaanboat1[ boot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (open) boot ⇒ vaartuig, (dek)schuit, sloep3 (jus/saus)kom♦voorbeelden:miss the boat • de boot missen, zijn kans voorbij laten gaan〈 informeel〉 rock the boat • de boel in het honderd sturen, spelbreker zijn————————boat2〈 werkwoord〉1 in een boot varen ⇒ uit varen/roeien/zeilen gaan♦voorbeelden: -
4 oarsmanship
-
5 stroke
n. slag; (zweep)slag; beroerte; zwemstrook; streling; penseel strook--------v. aaien, strelen, (glad)strijkenstroke1[ strook] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag ⇒ klap, stoot; donder/klok/hamer/zwem/hartslag3 haal ⇒ pennenstreek, streep♦voorbeelden:1 stroke of genius • geniale zet/vondstat a/one stroke • in één klapon the stroke of twelve • klokslag twaalf (uur), op slag van twaalven¶ stroke of (good) luck • buitenkansje, geluk(je)he has not done a stroke of work • hij heeft geen klap uitgevoerd→ different different/————————stroke2〈 werkwoord〉1 aaien ⇒ strelen, (glad)strijken3 (beheerst/bekeken) slaan/stoten 〈 bal〉 -
6 final solution
de definitieve oplossing (plan v.d. nazi´s om het joodse volk uit te roeien) -
7 lane
-
8 oar
n. roeispaan--------v. peddelen, roeien[ o:]♦voorbeelden:¶ put/shove/stick one's oar in • zich ermee bemoeien, zijn neus erin steken -
9 pull
n. trekken; invloed; aankomst; lezen (in druk); handvat (om te trekken)--------v. trekken; slepen; eruit trekken; aanspannen; scheurenpull1[ poel]4 (trek)knop ⇒ trekker, handvat♦voorbeelden:a long pull across the hills • een hele klim over de heuvels♦voorbeelden:2 have a pull on someone • invloed/macht over iemand hebben♦voorbeelden:————————pull21 trekken ⇒ getrokken worden, plukken, rukken4 bewegen♦voorbeelden:this table pulls apart easily • deze tafel gaat gemakkelijk uit elkaarpull at/on a pipe • aan een pijp trekken3 the bus pulled away • de bus reed weg/trok opthe car pulled ahead of us • de auto ging voor ons rijdenthe car pulled alongside ours • de auto kwam naast de onze rijden, de auto stopte naast de onzepull for the shore • naar de kust varenthe train pulled into Bristol • de trein liep Bristol binnen→ pull back pull back/, pull in pull in/, pull off pull off/, pull out pull out/, pull over pull over/, pull round pull round/, pull through pull through/, pull together pull together/, pull up pull up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 trekken (aan) ⇒ (uit)rukken, naar zich toetrekken; uit de grond trekken; tappen; zich verzekeren van, (eruit) halen♦voorbeelden:pull a chair up to the table • een stoel bijschuiven (aan tafel)pull customers • klandizie trekkenhe pulled a gun on her • hij richtte een geweer op haarpull a tooth • een kies trekkenpull votes • stemmen trekken/winnenhe pulled on his shirt • hij trok zijn overhemd aanthe current pulled him under • de stroming sleurde hem mee2 what's this man trying to pull? • wat probeert deze man me te leveren?→ pull back pull back/, pull down pull down/, pull in pull in/, pull off pull off/, pull out pull out/, pull over pull over/, pull round pull round/, pull through pull through/, pull together pull together/, pull up pull up/ -
10 wherry
n. roeiboot; veerboot--------v. roeien met roeispanen[ werrie] 〈meervoud: wherries〉 -
11 boating
n. gebruik van borten; roeien, kanoën (als sport) -
12 pull a good oar
goed roeien -
13 row a boat
een boot roeien -
14 row over
bij roeien passeren -
15 rowing
n. roeien -
16 swash
n. iemand die opschept, stoer doet--------v. roeien; peddelen
См. также в других словарях:
Dutch alphabet — The modern Dutch alphabet consists of the 26 letters of the ISO basic Latin alphabet and is used for the Dutch language. Five (or six) letters are vowels and 21 (or 20) letters are consonants. Majuscule Forms (also called uppercase or capital… … Wikipedia
Mark Gerban — racing the Lightweight Men s Single at the World Championships Personal information Nationality American Born November 30, 1979 ( … Wikipedia
Чемпионат мира по академической гребле 1962 — Первый чемпионат мира по академической гребле прошёл на озере en:Rotsee в Люцерне, в Швейцарии в 1962 году. Соревнования проводились под эгидой Международной федерации гребного спорта ФИСА. В чемпионате мира участвовали только мужские экипажи.… … Википедия
rojen — Vsw rudern per. Wortschatz ndd. (17. Jh.), mhd. rüejen, rüegen (die entsprechende Form), mndd. roien, rojen, roen Stammwort. Schwaches Verb (sekundär schwach geworden ?) zu g. * rō a Vst. rudern in anord. róa, ae. rōwan. Auf ig. (weur.) * rē /rō… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
row — {{11}}row (n.1) line of people or things, O.E. ræw a row, line, from P.Gmc. *rai(h)waz (Cf. M.Du. rie, Du. rij row; O.H.G. rihan to thread, riga line; Ger. Reihe row, line, series; O.N. rega … Etymology dictionary
Ruder — Ruder: Das westgerm. Substantiv mhd. ruoder, ahd. ruodar, niederl. roer (»Steuerruder«), engl. rudder (»Steuerseitenruder«) gehört zu einem im Nhd. untergegangenen Verb mit der Bedeutung »rudern«: mhd. rüejen, mnd. rōjen (beachte seemännisch… … Das Herkunftswörterbuch
Ruder — 1. Das Ruder im Land ruht am besten in Einer Hand. »Regierungsruder muss nur einer führen.« (Chaos, 970.) 2. Das Ruder muss führen, wer es zu fuhren gelernt hat. 3. Der eine steht am Ruder1, der andere am Bug2. 1) Hintertheil des Schiffs. 2)… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon