-
1 misstap
-
2 misstap
-
3 misstap
-
4 misstap
n. false step, misstep, trip, stumble -
5 misstap
yanıltı s -
6 misstap begaan
v. step aside -
7 misstap maken
v. misstep -
8 een misstap begaan
een misstap begaan -
9 hij heeft zijn misstap zwaar moeten bekopen
hij heeft zijn misstap zwaar moeten bekopenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft zijn misstap zwaar moeten bekopen
-
10 een misstap begaan
een misstap begaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een misstap begaan
-
11 hij heeft zijn misstap zwaar moeten bekopen
hij heeft zijn misstap zwaar moeten bekopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij heeft zijn misstap zwaar moeten bekopen
-
12 een misstap begaan
сделать неверный шаг; сделать ложный шаг* * *гл.перен. сделать ложный шаг, сделать неверный шаг -
13 pogreska
misstap -
14 aberration
n. afwijking, zedelijke misstap, afdwaling[ æbəreesjn]1 storing3 afdwaling ⇒ misstap, fout♦voorbeelden:an aberration in the computer • een storing in de computer -
15 slip
n. SLIP protokol, een protokol voor seriële verbinding met het Internet, een protokol waarmee een volledige verbinding met het Internet via een gewone telefoonlijn mogelijk isslip13 onderrok/jurk♦voorbeelden:slip of the tongue • versprekingmake a slip • een vergissing maken, een misstap begaan〈 spreekwoord〉 there's many a slip 'twixt cup and lip • tussen lepel en mond valt veel pap op de grond; tussen neus en lippen kan een goede kans ontglippen¶ give someone the slip • aan iemand ontsnappen/ontglippen————————slip2〈 slipped〉♦voorbeelden:time slips away/by • de tijd gaat ongemerkt voorbijslip down • naar beneden glijdenslip through • doorschietenslip on something • ergens over uitglijdenslip in/out • naar binnen/buiten glippenslip off • wegglippenslip from • ontglippen aanslip past someone • langs iemand glippenslip through one's fingers • door zijn vingers glippenslip up • zich vergissenslip into/out of a dress • een jurk aanschieten/uittrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schuiven ⇒ slippen, laten glijden3 (onopvallend) toestoppen/geven♦voorbeelden:slip one's foot • uitglijdenslip one's memory/mind • vergetenslip on something comfortable • iets gemakkelijks aanschieten -
16 stumble
n. struikeling, misstap--------v. struikelen; mislukkenstumble1[ stumbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————stumble2〈 werkwoord〉2 hakkelen ⇒ haperen, stamelen♦voorbeelden:stumble in one's speech • hakkelen -
17 faute
faute [foot]〈v.〉1 vergrijp ⇒ fout, overtreding2 misstap3 fout ⇒ vergissing, onhandigheid4 schuld♦voorbeelden:une faute de français • een fout tegen het Fransfaute de frappe • tikfoutfaute d'orthographe • spelfoutfaute typographique • druk-, zetfoutc'est (de) sa faute • dat is zijn schuldce n'est pas sa faute s'il est petit • hij kan er ook niets aan doen dat hij klein isà qui la faute? • wiens schuld is het?être en faute • schuld hebbense sentir en faute • zich schuldig voelenne pas se faire faute de • niet nalaten om, niet schromenfaute de • bij gebrek aansans faute • zonder mankerenf1) fout, overtreding2) vergissing3) schuld -
18 faire un faux pas
faire un faux pas————————faire un faux passtruikelen, uitglijden; 〈 figuurlijk〉 een misstap begaan -
19 Fehltritt
Fehltritt〈m.〉♦voorbeelden: -
20 неверный шаг
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский
misstap
Страницы