-
1 lie-down
-
2 lie down
ga liggen,rustenlie down1 (gaan) liggen/rusten♦voorbeelden: -
3 lie down on the job
lie down on the job -
4 lie down under
lie down under -
5 dead and won't lie down
(Slang) weigeren zich over te geven -
6 lie-in
lie-in2 → lie-down 0.2lie-down 0.2/ -
7 lie
n. leugen--------n. ligging, plaats; leugen--------v. liegen, een leugen vertellen; oplichten; voor de gek houden--------v. liggen; rusten; zich thuisvoelen; zijnlie1[ laj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 leugen♦voorbeelden:tell a lie • liegen2 〈 Brits-Engels〉 the lie of the land • de natuurlijke ligging van het gebied/stuk grond; 〈 figuurlijk〉 de stand van zakengive the lie to • weerleggen→ white white/————————lie2I 〈onovergankelijk werkwoord; lied, lying〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:lie oneself out of something • zich ergens uit liegen————————lie31 (plat/uitgestrekt/vlak) liggen ⇒ rusten♦voorbeelden:1 lie ill • ziek in/te bed liggenlie asleep • liggen te slapen〈voornamelijk Brits-Engels; slang〉 lie doggo • zich schuil/koest/gedeisd houden2 here lies … • hier ligt/rust …lie at the mercy of • overgeleverd zijn aanlie in ruins/in the dust • in puin liggenlie dormant • sluimerenlie fallow • braak liggenlie heavy • zwaar op de maag liggen; (zwaar) op het geweten drukken, dwars zittenlie at anchor/its moorings • voor anker liggen, vastliggenmy sympathy lies with … • mijn medeleven/sympathie gaat uit naar … -
8 alley
-
9 lay
adj. gewoon; amateur; ondeskundig; niet priesterlijk; wereldlijk--------n. lied, vers, ballade--------n. toestand; leg (v. kip); stand van zaken; wip, nummertje; plechtig lied, zang; iem. die bed deelt--------v. neerleggen; leggen; dekken; voorleggen (voor mij); opleggen; plaatsen; veroorzaken; klaarmaken; wedden; wonenlay1[ lee] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 〈 Amerikaans-Engels〉 the lay of the land • de natuurlijke ligging van het gebied/stuk grond; 〈 figuurlijk ook〉 de stand van zaken→ easy easy/————————lay22 leken- ⇒ amateur-, ondeskundig♦voorbeelden:lay preacher • lekenpriesterlay sister • lekenzuster————————lay31 wedden♦voorbeelden:1 leggen ⇒ neerleggen/vleien4 verdrijven ⇒ doen bedaren/verdwijnen5 beleggen ⇒ bekleden, be/overdekken (met)7 naar voren brengen ⇒ uiten, in/uitbrengen♦voorbeelden:2 the scene of the story is laid in … • het verhaal speelt zich af in …lay a snare/trap • een strik/val zettenlay flat • tegen de grond slaanlay low • tegen de grond werken; (vernietigend) verslaan; 〈 figuurlijk〉 vellen 〈 bijvoorbeeld van ziekte〉lay waste • verwoesten4 lay someone's doubts • iemands twijfel(s) wegnemen/sussen6 lay a wager • een weddenschap aangaan/afsluiten8 lay a penalty (up)on someone • iemand een boete/straf opleggen→ lay aside lay aside/, lay by lay by/, lay down lay down/, lay off lay off/, lay on lay on/, lay open lay open/, lay out lay out/, lay up lay up/————————lay4→ lie lie/ -
10 lean
adj. mager, schraal; karig, armzalig--------n. mager (vlees); neiging--------v. leunen; overhellen; zetten; steunen; aanleunen; ombuigen; buigen, verbuigenlean1[ lie:n] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉1 schuinte ⇒ schuine/scheve stand, (over)helling♦voorbeelden:————————lean2〈bijvoeglijk naamwoord; leanness〉2 karig ⇒ arm(zalig), weinig opleverend♦voorbeelden:lean years • magere jaren————————lean31 leunen ⇒ steunen, steun zoeken♦voorbeelden:lean over to someone • zich naar iemand overbuigen¶ 〈 figuurlijk〉 lean over backwards • zich in (de gekste) bochten wringen, alle mogelijke moeite doenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
lie-down — (n.) period of rest reclining, 1840, from LIE (Cf. lie) (v.2) + DOWN (Cf. down) (adv.) … Etymology dictionary
lie down — n [singular] BrE a short rest, usually on a bed ▪ I m going upstairs to have a lie down … Dictionary of contemporary English
Lie down — (or lying down) may refer to the:* Prone position (face down) * Supine position (face up) … Wikipedia
lie down — index repose (rest) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
lie-down — ► NOUN chiefly Brit. ▪ a short rest on a bed or sofa … English terms dictionary
lie-down — ˈ ̷ ̷ˌ ̷ ̷ noun ( s) Etymology: lie down : a lying down or period of lying down : nap, rest * * * /luy down /, n. Chiefly Brit. a nap. [1830 40; n. use of v. phrase lie down … Useful english dictionary
lie down — verb assume a reclining position (Freq. 11) lie down on the bed until you feel better • Syn: ↑lie • Ant: ↑arise • Hypernyms: ↑change posture … Useful english dictionary
lie down — phrasal verb [intransitive] Word forms lie down : present tense I/you/we/they lie down he/she/it lies down present participle lying down past tense lay down past participle lain down 1) same as lie I, 1), a) Lie down and relax. I m going to go… … English dictionary
lie down — v. (misc.) to take smt. lying down ( to accept smt. without protest ); to lie down on the job ( to work very little ) * * * [ laɪ daʊn] to lie down on the job ( to work very little ) (misc.) to take smt. lying down ( to accept smt. without… … Combinatory dictionary
lie down — PHRASAL VERB When you lie down, you move into a horizontal position, usually in order to rest or sleep. [V P] Why don t you go upstairs and lie down for a bit? … English dictionary
lie-down — N SING If you have a lie down, you have a short rest, usually in bed. [BRIT, INFORMAL] She had departed upstairs for a lie down … English dictionary